2 Afdeling onaangepas te kleuters, school voor kinderen met leer- en opvoedings moeilijkheden 2432541 26.766,25 2.440,84 Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Vaststellen kostenbedragen als bedoeld in artikel 55 ter, eerste lid van de Lager-onderwijswet 1920 over het jaar 1985 en in artikel 55 ter, tweede lid van deze wet over de jaren 1983 tot en met 1985. P CÜ •U Bijlage nr. 288. Leeuwarden, 13 oktober 1988. g} o 0) t/3 Aan de Gemeenteraad. M <u e 3 <U lÜ Ingevolge artikel 55 ter, eerste lid van de Lager-onderwijswet 1920 stelt de raad van een gemeente, die één of meer openbare lagere scholen in stand houdt, jaarlijks voorlopig vast: a. het bedrag dat de gemeente in het voorafgaande kalenderjaar ter zake van de in artikel 55 bis bedoelde kosten voor die scholen werkelijk heeft uitgegeven; b. het bedrag dat overeenkomstig het krachtens artikel 55 bis per leerling bepaalde bedrag in verband met het aantal leerlingen van die scholen voor dat kalenderjaar daarvoor beschikbaar was gesteld; c. indien het onder a. bedoelde bedrag verschilt van dat onder b. het bedrag van het verschil. Eveneens stelt de raad van een gemeente ingevolge artikel 55 ter, tweede lid, om de vijf jaren vast: 1. het totaal van de uitgaven, onder a. bovengenoemd bedoeld, over de voorafgaande vijf jaren; 2. het totaal van de bedragen, onder b. bovengenoemd bedoeld, over hetzelfde tijdvak. 3. indien het onder 1. bedoelde bedrag dat van onder 2. bedoelde over schrijdt, het bedrag van de overschrijding per leerling; dit wordt bepaald door het bedrag van de overschrijding te delen door het ge middeld aantal leerlingen, dat in dat vijfjarig tijdvak de scholen voor gewoon lager onderwijs heeft bezocht. De vaststellingen zijn van belang voor het bijzonder lager onder wijs; de vast te stellen bedragen vormen de basis voor het bepalen van de aan de schoolbesturen uit de gemeentekas toekomende exploitatiever goeding Met ingang van 1 augustus 1985 zijn de Lager-onderwi jswet 1920 en de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften niet meer van toepassing en treedt de Wet op het basisonderwijs in werking. Dientengevolge kan voor het vaststellen van de kostenbedragen over het jaar 1985 worden volstaan met de periode 1 januari 1985 tot en met 31 juli 1985. De vaststelling over het jaar 1985 kan thans plaatsvinden. Aan de hand van de cijfers van de voorlopige gemeenterekening over 1985 is een berekening van de werkelijke uitgaven en inkomsten opgezet. Voor een nadere specificatie verwijzen wij naar het voor U ter inzage liggende overzicht Na de sluiting van de rekening der gemeente door Gedeputeerde Sta ten stelt de Gemeenteraad de in het eerste en tweede lid van artikel 55 ter van eerdergenoemde wet de bedoelde bedragen definitief vast, indien de voorlopige vaststelling wijziging moet ondergaan. Is dit laatste niet het geval dan wordt door besluit van Gedeputeerde Staten de voorlopige vaststelling definitief.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 292