2
met de (binnenkort) uit te brengen Nota Volkshuisvesting in de
jaren negentig van Staatssecretaris Heerma worden belangrijke be
leidswijzigingen van rijkswege verwacht. Het lijkt ons juist diens
zienswijze t.z.t. bij de nadere standpuntbepaling inzake het wo
ningbouwbeleid te betrekken.
Bij het berekenen van de woningbehoefte bij de invulling van de
planningslij sten is derhalve uitgegaan van de voorlopige verwerking van
de taakstelling tot woningbouwproduktieDe raadsbrief omtrent de plan-
ningslijsten uit 1987, die voor U ter inzage is gelegd, bevat reeds de
toelichting op de achtergronden van de invulling. Hier zal derhalve
kunnen worden volstaan met de weergave van de essenties.
Kwantitatieve behoefte.
Op basis van de ontwikkeling van de contingenten verwachten wij een
aanzienlijke neerwaartse bijstelling van de nieuwbouw in de komende
jaren. De omvang van de contingenten blijft daardoor achter bij de be
hoefte onder de taakstelling.
Dat dit in het bijzonder op de langere termijn op gespannen voet
staat met het beleid inzake de ruimtelijke ontwikkeling en de bevol
kingstaakstelling mag duidelijk zijn.
In de Nota Woningbouwbeleid wordt aan dit aspect de nodige aandacht
geschonken.
Hieronder is een overzicht van de toegewezen en de te verwachten
contingenten opgenomen.
jaar
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
contingent (in aantallen woningen)
675
659
688
708
635
746
361
296
334
363
Voor de periode 1989-1993 is in het navolgende de gewenste uitbrei
ding van de woningvoorraad en de daarbij behorende omvang van de con
tingenten bepaald. Door de hoge produktie in 1987 van 746 gesubsidieerde
woningen (in 1988 gecompenseerd door een lagere produktie van naar ver
wachting 361 excl. de vrije sector) is t.o.v. de planningsperiode
1988-1992 een neerwaartse bijstelling van 150 woningen gerekend over de
gehele planperiode noodzakelijk. Er wordt rekening gehouden met
50 vrije-sectorwoningen per jaar.
3
jaar toename woningvoorraad contingenten (verw.
1989 425 375 (296)
1990 425 375 (334)
1991 425 375 (363)
1992 425 375
1993 425 375
Op deze plaats moet worden opgemerkt, dat de planningslijsten on
voldoende rekening houden met het werkelijke aanbod aan woonruimten door
een beperkte definitie van het begrip woningvoorraad. Hierdoor is meer
woonruimte voorhanden dan de planningslijsten suggereren. Als gevolg
hiervan achten wij een verdere neerwaartse bijstelling in de komende
jaren niet uitgesloten.
Kwalitatieve woningbehoefte naar subsidiecategorie.
Op basis van de uitkomsten van het kwalitatief woningbehoefte-on
derzoek uit 1984 is in 1986 en 1987 een verdeling naar subsidiecategorie
gemaakt. Er zijn geen aanleidingen om deze verdeling te herzien, behou
dens het vervallen van de premie-B-subsidie.
Z
abs
sociale huursector
60 Z
225
premiehuur beleggers
15 Z
55
premie-A
13 Z
50
premie-C
12 Z
45
vrije sector
-
50
Evenals in 1987 wordt het premiehuur-beleggerscontingent niet over
de gemeenten verdeeld. Om het gemeentelijk aandeel veilig te stellen is
een ruim planaanbod in deze sector van belang. In verband met de huidige
relatief lage rentestand mag nog steeds worden gerekend op een ruime
belangstelling voor koopwoningen. Derhalve is een hogere toewijzing van
het contingent voor premie A- en premie C-woningen gewenst. Indien nodig
zou uitwisseling tussen premiehuur-beleggerswoningen en premie A-wonin-
gen moeten kunnen plaatsvinden.
Prioriteiten nieuwbouw.
Uitgaande van de gewenste contingenten voor de komende jaren zijn
de prioriteiten voor 1989 en de daaropvolgende jaren vastgesteld. Dat de
prioriteit voor de stadsvernieuwing gehandhaafd is, moge duidelijk zijn.
In de sociale huursector wordt voorrang gegeven aan de bebouwing op
het Frigasterrein. In verband met de aangetoonde behoefte aan kleinere
eengezinswoningen is een start van de bouw van laagbouwwoningen in Cam-
minghaburen wenselijk. Op deze wijze wordt voor de jaren 1990 en 1991 op
een groot deel van het contingent voor de sociale huursector reeds be
slag gelegd.
Voor de bouw van 18 bejaardenwoningen in Wijtgaard is inmiddels een
afgerond haalbaarheidsonderzoek met een positieve uitslag ontvangen.
Voor het project Sonnenborgh is dit nog niet het geval. Hierdoor is het
laatste "plan" voorlopig als reserve aangemerkt. Beide plannen zullen
worden voorgedragen voor het provinciale knelpuntcontingent bedoeld voor
de bouw van specifieke bejaardenwoningen.