4
Voor de verbouw van de voormalige "Hofwijck" de panden van het
café "de Sfinx" en de gecombineerde verbouw/nieuwbouw rondom de Bonifa-
tiuskerk zijn nog geen afgeronde studies ontvangen. Om deze reden zijn
deze initiatieven vooralsnog voor het contingent in 1990 gepland.
Gelet op de beperkte contingenten sociale huurwoningen, de kwali
teit van de geboden lokaties en de behoefte aan duurdere appartementen
(huur en koop) wordt gestreefd naar de inschakeling van beleggers. Dit
betekent, dat de gemeente acquisitie-initiatieven zal moeten nemen.
Mocht dit laatste niet tot resultaten leiden, dan zal met de corporaties
overleg plaats moeten vinden om ten laste van het beleggerscontingent te
bouwen. De belemmeringen op het gebied van de financiering zijn inmid
dels voor een belangrijk deel weggenomen.
Naar ons oordeel zullen de prijzen van de premiekoop-A-woningen
voor 50Z beneden de 130.000,-- v.o.n. moeten blijven. Hiervoor zal bij
de samenstelling van het jaarprogramma een toetsing vooraf worden toege
past. Bij de verdeling tussen premiehuur-beleggerswoningen en de premie
koop is een vrij grote mate van vrijheid in de uitwisselbaarheid ge
wenst. Bij de samenstelling van het jaarprogramma kan worden afgeweken
van de hierboven aangegeven verdeling naar subsidiecategorie zonder
nadelige gevolgen voor de bevrediging van de woningbehoefte, omdat in
alle gevallen dezelfde doelgroep wordt bediend. Het streven is tevens
gericht op de ondersteuning van initiatieven tot de realisatie van par
ticuliere woningbouw in de stadsvernieuwingsgebieden, onder meer door de
inzet van premie-C subsidie, dat thans in die gebieden f 12.000,- be
draagt
Woningverbetering
Zoals bekend is met ingang van 1 januari 1987 de nieuwe subsidiere
geling voor de verbetering van huurwoningen, de "Regeling geldelijke
steun voorzieningen aan huurwoningen 1987" in werking getreden. Kenmer
kend voor de nieuwe regeling is de bijdrage-ineensPer 1 januari 1988
is de regeling op een aantal punten gewijzigd. Ter zake hebben wij U
reeds uitvoerig geïnformeerd met onze raadsbrief van 17 maart 1988,
bijlage no.109, inzake het verlenen van geldelijke steun voor het tref
fen van voorzieningen aan huurwoningen in 1988.
Kort samengevat betreffen de belangrijkste wijzigingen: de integra
tie van de regeling voor sanering van geluidhinder in de onderhavige
regeling, het vervallen van het deelbudget voor energiebesparende maat
regelen en de verplichting voor corporaties en gemeentelijke woningbe
drijven om, in verband met het vervroegd aflossen van rijksleningen in
1985 en 1986, een deel van het verbeteringsprogramma voor 1988 en 1989
zonder rijkssubsidie uit te voeren (de zogenoemde nul-contingenten).
Evenals in voorgaande jaren moet ervan worden uitgegaan, dat de
contingenten voor woningverbetering, in het bijzonder in de categorie
naoorlogse woningen, zullen achterblijven bij de verbeterbehoefte. Omdat
over ca. 2 jaar de woningverbetering in de categorie vooroorlogse wo
ningwetwoningen nagenoeg zal zijn afgerond is het voor onze gemeente van
belang, dat het Rijk de mogelijkheid biedt om de vrijvallende contingen
ten in deze categorie toe te voegen aan de contingenten voor de noodza
kelijke verbetering van de naoorlogse woningen. Daarom is het gewenst,
dat de mogelijkheden, die de huidige regeling biedt m.b.t. het onderling
uitwisselen van contingenten, worden verruimd.
M.b.t. de verbetering van particuliere huurwoningen merken wij op,
dat het streven gericht blijft op een inventarisatie van de verbeterbe
5
hoefte binnen deze categorie woningen. Op de te volgen werkwijze zullen
wij ons nog nader beraden.
Prioriteiten.
In onze eerdergenoemde raadsbrief van 17 maart 1988 hebben wij een
overzicht verstrekt van de plannen, die in 1989 voor uitvoering in aan
merking komen. In de meeste gevallen gaat het hier om zogenoemde deel-
plannen van complexen waarvan het eerste deel ten laste van het budget
voor 1988 is gebracht. Als gevolg hiervan ligt ook de besteding van het
budget voor 1989 daarmee in grote lijnen vast.
Op dit moment bestaat er geen aanleiding tot het ingrijpend wijzi
gen van de planningslijsten voor de woningverbetering t.o.v. die van het
vorige jaar. Slechts een aantal plannen schuift als gevolg van een te- e
kort aan contingent in 1988 door naar een volgend jaar. Het ligt in de
rede, dat in het kader van een integrale aanpak van de Meenthe-problema-
tiek prioriteit wordt toegekend aan het treffen van voorzieningen aan
zowel de hoog- als laagbouwwoningen in deze wijk. Voor 1990 biedt het
reguliere contingent hiervoor evenwel geen ruimte. Omdat het in het
belang van de voortgang van de stadsvernieuwing niet gewenst is, dat de
Meenthe vanaf 1990 een te groot beslag zal moeten leggen op de verbete
ringsbudgetten voor naoorlogse woningen, zal worden nagegaan of het
Rijk, gelet op de specifieke problematiek van deze wijk, bereid is tot
een extra financiële handreiking buiten de reguliere budgetten om. In
zijn algemeenheid geldt dat de daadwerkelijke uitvoering van de plannen
wordt bepaald door de omvang van de contingenten, de hoogte van de in
vestering en de mogelijkheid tot het compenseren van dure door goedkope
re plannen.
Hoewel het afzonderlijke deelbudget voor energiebesparende maatre
gelen thans is vervallen, hechten wij er aan, dat de corporaties en het
Woningbedrijf (met het oogmerk woonlastenverlaging) zoveel als mogelijk
groot onderhouds- en/of verbeteringsplannen ontwikkelen, waarvan ook
energiebesparende maatregelen deel uit maken. Als onderdeel van een
verbeteringsplan zijn deze voorzieningen namelijk nog wel subsidiabel.
Niettemin achten wij het mogelijk, dat ook energiebesparende voorzie
ningen zonder subsidie worden getroffen. Met name als het gaat om een
combinatie van isolerende voorzieningen en het vervangen van collectieve
verwarming door individueel gestookte installaties zijn forse besparin
gen op de energie-uitgaven te realiseren, die uitgaan boven een eventu
eel hiervoor verschuldigde huurverhoging. In het kader van een op te
stellen subsidieverordening voor de woningverbetering, zal worden nage
gaan op welke wijze aan dit beleidsvoornemen concreet gestalte kan wor
den gegeven.
Met ingang van 1 januari 1988 is de regeling voor sanering van
geluidhinder in de regeling voor woningverbetering geïntegreerd. Ten
behoeve van bedoelde voorzieningen wordt een afzonderlijk deelbudget ter
beschikking gesteld. In navolging van eerdere jaren zijn wij voornemens
prioriteit toe te kennen aan verbeteringsplannen welke tevens voorzien
in het treffen van geluidwerende voorzieningen. Dit geldt in het bijzon
der voor plannen voor complexen welke aan de rondweg zijn gelegen. De
deelbudgetten voor 1988 en (in principe) voor 1989 zullen worden aange
wend ten behoeve van het groot onderhoudsplan 176 woningen Prof.
mr. P.S. Gerbrandyweg van de Woningstichting Patrimonium.
Zoals bekend hebben wij de Werkgroep 2000 onlangs opdracht gegeven
onderzoek te verrichten naar de kwaliteit van 6 naoorlogse stadswijken.
Wellicht zal bij de prioriteitsstelling voor de jaren na 1989, voor