Nr. 16751.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
overwegende, dat de heer H. Dubbelboer per 1 oktober 1988 is afge
treden als lid van de Raad van de gemeente Leeuwarden;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 13 oktober
1988 (bijlage nr. 293);
BESLUIT:
1. in de plaats van de heer H. Dubbelboer te benoemen in de Commissie
voor Algemene Zaken, de heer J. de Beer;
2. in de plaats van de heer J. de Beer te benoemen in de Commissie
voor het Onderwijs, mevrouw F.J. van Ulzen-Hakker
3. in de plaats van de heer J. de Beer te benoemen in de Commissie
voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, mevrouw F.J. van Ul
zen-Hakker
4. in de plaats van de heer J. de Beer te benoemen in de Bestuurscom
missie voor het Centrum voor Beroepsoriëntatie en Beroepsoefening,
mevrouw F.J. van Ulzen-Hakker.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Vaststellen van een voorbereidingsbesluit voor een deel van het parkeer
terrein gelegen ten noorden van de woningen Canadezenlaan 196 t/m 388 en
een deel van het parkeerterrein gelegen ten oosten van de woningen
Dragoonsplein 169 t/m 349 te Leeuwarden.
Bijlage nr. 294. Leeuwarden, 13 oktober 1988.
Aan de Gemeenteraad.
De woningstichting Stichting Woningbouw Sint Joseph te Leeuwarden
heeft bij ons een bouwaanvraag ingediend voor het realiseren van 20
garageboxen op bovenvermeld perceel aan de Canadezenlaan en van 20 gara
geboxen op bovengenoemd perceel aan het Dragoonsplein te Leeuwarden. Dit
bouwplan conflicteert met de bestemming "weg" respectievelijk "openbaar
groen" welke ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Lekku-
merend-Oost" op de desbetreffende gronden rust. Het bouwplan beoogt ten
behoeve van de bewoners van de desbetreffende woningen een overdekte
stallingsruimte te creëren. Gelet op de aard, omvang en situering van de
bouwwerken menen wij, dat het uit stedebouwkundig oogpunt aanvaardbaar
is medewerking aan het bouwplan te verlenen.
Ter opheffing van de in het geldende bestemmingsplan gelegen blok
kade om zonder meer medewerking aan het bouwplan te kunnen verlenen, is
het noodzakelijk dat voor de desbetreffende percelen een voorbereidings
besluit wordt genomen. Een dergelijk besluit biedt de grondslag om vrij
stelling van de voorschriften van het van kracht zijnde bestemmingsplan
te verlenen. Na ontvangst van een daartoe vereiste verklaring van geen
bezwaar van Gedeputeerde Staten kan metterdaad vrijstelling van de gel
dende bestemmingsplanvoorschriften worden verleend en tot vergunningver
lening worden besloten.
Onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting U in haar op 11 oktober 1988 gehouden vergadering heeft
geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij U voor te
besluiten conform bijgevoegd concept-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.