gang naar het systeem van aangifteheffing voordelen heeft. Het belang rijkste voordeel is de mogelijkheid over te gaan tot een naheffingsaan slag inclusief een verhoging met 100Z van de te weinig geheven belasting indien bij aangifte te weinig is opgegeven en betaald. Door de omkering van de bewijslast is deze wijze van heffen een geducht middel tot beta ling en tot handhaving van een correct bestand van hondenbezitters-hou ders. Om de omgekeerde bewijslast te bereiken moet de verordening gaan bepalen, dat de houder van een hond verplicht is binnen één maand na het ontstaan van de belastingschuld, aangifte te doen en tegelijkertijd te betalen. Wordt binnen die termijn niet betaald, dan volgt een nahef fingsaanslag, eventueel verhoogd met 100Z van de te laat betaalde belas ting. Daarbij is een nieuw feit, zoals bij de aanslagheffing, niet ver eist. Zoals duidelijk zal zijn, betekent dit een aanmerkelijke verlichting van de bewijslast ten opzichte van de navorderingsaanslagen bij aanslagbe lastingen. Belastingen, waarbij het systeem van aangifteheffing van toepassing is kenmerken zich dus door het feit, dat het initiatief tot een juiste vaststelling van de belastingschuld bij de belastingplichtige ligt. Dekking kosten. De extra kosten voor de hondepenning dienen naar onze mening te worden opgebracht door de hondebezitterHet tarief moet dan éénmalig extra worden verhoogd met f 27750-- 5,per hond. 5580 honden Deze verhoging komt bovenop de jaarlijkse verhoging met 5,-- (tot 1992) In Uw vergadering van 1 december 1986 heeft U besloten gedurende de beleidsperiode de hondenbelasting elk jaar extra te verhogen met 5,-- voor het houden van een hond, met 7,50 voor een tweede hond en met 10,-- voor een derde en meer honden alsmede voor een kennel. Deze meeropbrengst zal worden aangewend voor het treffen van een aantal mi lieu-technische maatregelen. Ten einde de verhoogde tarieven per 1 januari 1989 te zamen met de bo venvermelde extra verhoging van 5,-- te realiseren is thans besluit vorming gewenst. De tarieven kunnen per 1 januari 1989 als volgt worden bepaald: a. voor één hond 80,-- (was 70,--); b. voor een tweede hond 117,50 (was 105,--); c. voor een derde en volgende hond 155,-- (was 140,--); d. voor een kennel 155,-- (was 140,--). Samenvatting De hondepenning is te beschouwen als een extra controlemiddel. Aan de invoering zijn extra kosten verbonden in verband met materiaal- en admi nistratiekosten. De kosten worden door middel van de hondenbelasting bij de hondenbezitters in rekening gebracht. Bij de hondenbelasting wordt het systeem van heffing op aanslag vervangen door een systeem van hef fing bij voldoening op aangifte. 3 Onder mededeling, dat de Commissie voor de Financiën in haar verga dering van 8 september 1988 met dit voorstel heeft ingestemd, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het hierbijgevoegde ontwerp-be- sluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 328