4 problematiek van vluchtelingen en een adequate benadering daarvan bepleiten; h. bij dit alles: helpen zo snel mogelijk in de dagelijkse praktijk Nederlands te leren spreken. Per eenheid (alleenstaande of gezin) wordt gezocht naar in principe één contactpersoon. Belangrijk is dat in de relatie tussen contactpersonen en vluchteling de bevordering van de zelfredzaamheid van de vluchteling voorop staat. Dat vraagt van de contactpersoon een helpende instelling, die aansluit bij de hulpbehoefte van de vluchteling/het vluchtelingenge zin en die de eigen verantwoordelijkheid van deze mensen respecteert. Met het werven van contactpersonen/vrijwilligers is inmiddels een begin gemaakt. Het is de bedoeling dat er een "normale" vrijwilligersorgani satie wordt opgezet, die zich tot een zelfstandige, non-professionele hulpverleningsorganisatie voor vluchtelingen kan ontwikkelen. Voor het opbouwen van een vrijwilligersorganisatie is het van belang dat de contactpersonen worden ondersteund en gestimuleerd bij de uitvoering van hun taak. Ook is het nodig dat er uitwisseling plaatsvindt van opge dane ervaringen. De projectcoördinator speelt een belangrijke rol bij het ontwikkelen en opbouwen van de vrijwilligersorganisatie. 4. Projectcoördinator in tijdelijke dienst. Voor de algehele leiding en organisatie van het opvangproject zal onzes inziens een projectcoördinator in tijdelijk dienstverband moeten worden aangesteld. Gelet op de beperkte middelen en mede rekening houdend met de omvang van de groep en gelet op de ervaringen met de groep Iraanse en Oosteuropese vluchtelingen menen wij dat vooralsnog met een aanstelling voor een jaar kan worden volstaan. Indien zou blijken dat na een jaar voortzetting van het dienstverband met enkele maanden wenselijk of nodig blijkt te zijn, dan is daarvoor in principe enige (financiële) ruimte beschikbaar. De taak van de projectcoördinator kan als volgt nader worden aangegeven: a. hij/zij is belast met de dagelijkse leiding en coördinatie van het opvangproject b. hij/zij vervult de vraagbaakfunctie voor de vluchteling en staat de contactpersonen/vrijwilligers met raad en daad terzijde; c. hij/zij stimuleert de totstandkoming van een vrijwilligersorganisa tie, zoals in het voorgaande omschreven; d. hij/zij signaleert problemen, die bij de uitvoering van het project rijzen en is óf zelf behulpzaam bij het zoeken van een oplossing daarvoor óf treedt activerend op naar andere organisaties om op de signalen in probleemoplossende zin te reageren; e. hij/zij onderhoudt de externe en interne contacten, die voor de uitvoering van het project van belang zijn; f. hij/zij rapporteert over de voortgang van het project; g. hij/zij verricht alle verdere werkzaamheden in het belang van het project, die niet aan anderen zijn of kunnen worden opgedragen. Gelet op het feit, dat de verantwoordelijkheid voor het gehele opvang pro ject bij de gemeente is gelegd, is er ook voor gekozen om de medewer ker in gemeentelijke dienst te nemen en onder te brengen bij de Gemeen telijke Sociale Dienst. Omdat de opvang van groepen vluchtelingen een geheel eigen problematiek 5 kent waarvoor deskundigheid bij de G.S.D. in huis is - ook de coördina tor opvang asielzoekers is aangehaakt bij de G.S.D. - hebben wij beslo ten de coördinator opvang Vietnamezen bij de G.S.D. aan te haken. Om een goede vervulling van de functie mogelijk te maken zal de functionaris overigens wel een ingang moeten hebben bij de instellingen voor het particulier initiatief. Tenslotte is het voor de hand liggend dat de functionaris in veelvuldig contact zal moeten staan met de vluchtelingen. Met het oog daarop zal zijn/haar "werkplaats" zich onzes inziens moeten bevinden op een plaats, die goed bereikbaar is voor de vluchtelingen. Voor wat betreft de "werkplaats" wordt onderzocht of ook een onderkomen gevonden kan worden in het pand van de Stichting Vluchtelingenwerk Leeu warden en de Stichting Huisvesting Asielzoekers. e 5. De tolk. Om het taalprobleem op te lossen is het noodzakelijk te beschikken over één of meer tolken. Omdat de tolkwerkzaamheden zich vooral in de eerste opvangfase zullen concentreren, lijkt een aanstelling voor de periode van 4 maanden gedurende 16 uur per week voldoende, aangevuld met eventu ele tolkuren op incidentele basis na afloop van de eerste 4 maanden. De werkplek van de tolk zal zo dicht mogelijk bij die van de opvangcoördi- nator dienen te zijn. 6. Overlegstructuur. Een van de elementen uit het opvangplan voor zowel de Iraanse als de Oosteuropese vluchtelingen was de instelling van een begeleidingscommis sie. Deze commissie had tot doel om een overlegplatform te zijn voor alle bij de opvang betrokken instellingen en instanties en zou vooral dan bijeen geroepen worden indien uit signalen o.m. van de projectco ördinator zou blijken dat er zich problemen bij de voortgang van het project zouden voordoen. In de praktijk van beide reeds uitgevoerde opvangprojecten is gebleken dat deze begeleidingscommissie nooit bijeen is geweest. Eventuele problemen werden opgelost in het zgn. werkoverleg waarin de dagelijkse werkzaamheden op elkaar werden afgestemd. In dit werkoverleg werd zitting genomen door de taaldocenten, de tolk(en), vertegenwoordigersvan de vrijwilligers en zo mogelijk ook de aan dachtsfunctionaris van de Maatschappelijke Dienstverlening, een verte genwoordiger van het G.A.B. alsmede de G.S.D. Gelet op het feit dat genoemd werkoverleg in beide voorgaande projecten goed heeft gefunctio neerd en in wezen ook als slagvaardiger moet worden beschouwd, kan ge concludeerd worden dat ook nu beter met dit werkoverleg volstaan kan worden. 7. Financiën. In het kader van de Welzijnswet worden door het Rijk middelen beschik baar gesteld aan de gemeenten voor de bekostiging van de opvang en maat schappelijke begeleiding van de groep vluchtelingen in de periode n& de uitplaatsing uit het (eerste) opvangcentrum. Het bedrag is genormeerd op basis van het aantal opgevangen vluchtelingen 5.000,-- per vluchte ling). Uitgaande van dit bedrag kan het beschikbaar te stellen budget voor 38 vluchtelingen worden berekend op 190.000,--. Voor de kosten van eventuele voortgezette maatschappelijke begeleiding nè de periode van eerste opvang in de gemeente is zonodig nog een rijksbijdrage van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 346