4 Belanghebbenden-parkeren Uit het voorgaande is al duidelijk geworden, dat er de laatste jaren een toenemende vraag is naar parkeermogelijkheden voor bewoners en bedrijven in de binnenstad. Bovendien worden degenen die een abonnement hebben voor parkeermeterplaatsen steeds vaker geconfronteerd met straten die volledig bezet zijn. Over deze problematiek zal een afzonderlijke noti tie worden opgesteld door de Dienst Stadsontwikkeling, welke hieromtrent overleg zal plegen met de D.M.F. en de gemeentepolitie. Deze notitie zal ten dele een evaluerend karakter dragen. Afhankelijk van de hierin op te nemen conclusies, zal worden beoordeeld of al dan niet tot een tariefs verhoging voor het belanghebbenden-parkeren zal moeten worden overge gaan. In het kader van deze Nota Parkeertarieven wordt tevens voorgesteld een uitbreiding van de regeling voor het belanghebbenden-parkeren in begin sel mogelijk te maken door de toepassingsmogelijkheden van deze regeling in de nieuwe situatie uit te breiden tot een gebied dat de zones 1 t/m 5 omvat. Dat betekent dat het bereik van deze regeling zich uitstrekt tot het gebied, dat begrensd wordt door de rondweg. Op dit moment vallen uitsluitend de (nieuwe) zones 1 t/m 3 onder deze regeling. Wij stellen U voor, voor de zones 4 en 5 bij de verdere uitwerking van de voorstel len geen tarief op te nemen. De argumenten hiervoor zijn: de parkeerplaatsen in de desbetreffende woonbuurten zijn primair aangelegd ten behoeve van de bewoners en de kosten hiervan zijn veelal in de grondprijs verwerkt; de parkeerproblemen worden meestal veroorzaakt door maatregelen die voor andere gebieden genomen worden. Ook hiervoor geldt dat de wenselijkheid van invoering van het systeem van belanghebbenden-parkeren per gebied bekeken moet worden. Een derge lijke regeling zal overigens uitsluitend overdag kunnen gelden, in ver band met de noodgedwongen lage controle-intensiteit in de avonduren en om geen problemen te krijgen met het oog op parkerende bezoekers. Het voorstel is derhalve om eerst dan tot invoering over te gaan, als de noodzaak daartoe vaststaat. Onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting U in haar op 11 oktober 1988 gehouden vergadering heeft geadviseerd met de Nota Parkeertarieven en met het vorenstaande in te stemmen, met dien verstande dat ter zake van het vast te stellen tarief voor de parkeergarage Klanderij geen eenduidig standpunt is ingenomen, (een deel van de commissie acht een hoger tarief dan 2,50 gewenst, een ander deel een lager), stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, ir. G.A. Kessler loco-Burgemeester. drs. A.J. Mewe loco-Secretaris. Nr. 18605. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 3 november 1988 (bijlage nr. 323); BESLUIT I. in te stemmen met hetgeen in het hierbovengenoemde voorstel en de bij dit besluit behorende Nota Parkeertarieven is verwoord met betrekking tot de gewenste parkeerregulering en de hierin vermelde opzet voor een gewijzigde zone-indeling en structuur c.q. -hoogte van de parkeertarieven; II. Burgemeester en Wethouders opdracht te verlenen een dienovereenkom stige wijziging van de Parkeer- en parkeergeldverordening voor te bereiden. -»Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 373