- 2 - Artikelen 4 en 4a. Naast het recht voor de "uitgifte" van een graf ingevolge de artikelen 4 en 4a moet jaarlijks een bedrag voor het onderhouden van de begraafplaats worden betaald (thans f 56,80 voor de Noorderbegraafplaats en f 32,15 voor de begraafplaats Huizum). Het recht kan worden afgekocht. De afkoopsommen voor 20 jaren respectievelijk 40 jaren bedraagt f 738,en f 1.045,(Noorderbegraafplaats). Voor de begraafplaats te Huizum gelden in bepaalde mate andere regels dan voor Noorderbegraafplaats, op grond van het feit dat eerstgenoemde begraafplaats is overgenomen van de Kerkvoogdij der Nederlands Hervormde Gemeente te Huizum. De verordening op de begrafenisrechten is bij raadsbesluit van 26 september 1977 van toepassing verklaard op de begraafplaats te Huizum voor zover zulks niet in strijd is met de reeds verkregen rechten op grond van het "Reglement op de inrichting en het gebruik van de Begraafplaats der Nederlands Hervormde Gemeente te Huizum, alsmede op de heffing van Begrafenisrechten". De gemeente als rechtsopvolgster onder bijzondere titel van de Nederlands Her vormde Gemeente moet bij de heffing van begrafenisrechten met genoemd reglement rekening houden. Gezien de lagere onderhoudskosten van de begraafplaats te Huizum gelden hiervoor lagere tarieven voor het onderhoudsrecht dan voor de Noorderbegraafplaats. Voor de begraafplaats te Huizum worden geen nieuwe graven uitgegeven. Op grond van het bovenstaande achten wij een aanpassing van de tarieven van de rechten, voor zover het de begraafplaats Huizum betreft, niet opportuun. Voor de vaststelling van de huidige verordening in 1973 was er géén splitsing tussen een recht voor het onderhoud en een recht voor de huur van een graf. Er werd een eenmalig recht geheven. Destijds is er een drastische tariefsverhoging doorgevoerd. Naar aanleiding hiervan is besloten de mogelijkheid te bieden het recht van onderhoud in jaarlijkse termijnen (die wel jaarlijks kunnen stijgen in verband met de stijging van het prijsniveau) te betalen. De ontwikkeling in de loop der jaren laat zien, dat steeds meer wordt overgegaan tot afkoop van het recht van onderhoud (nu in 75% van de gevallen). Het jaarlijks innen van het recht van onderhoud heeft administratief gezien het nadeel van hoge perceptiekosten. Vaak is het problematisch de belastingplichtige op te sporen, bijvoorbeeld als er sprake is van overlijden van de belasting plichtige en een andere nabestaande de belastingplicht moet overnemen. Dit laatste vergt vaak het nodige tijdrovende recherchewerk. In verband hiermee stellen wij voor de mogelijkheid om de onderhoudskosten in jaarlijkse termijnen te betalen voor nieuw uit te geven graven te doen ver vallen. Indien de betaling ineens van het uitgiftebedrag, inclusief het gekapitali seerd onderhoudsbedrag afkoopsom), tot problemen leidt, kan in voorkomende gevallen een betalingsregeling worden getroffen. Artikel 5. (Begraafrecht) De huidige tarieven zijn niet kostendekkend. De werkzaamheden, zoals het delven van het graf, het voorlopen, het begraven en de nazorg vergen minimaal vijf tot zes uren werk bij het begraven van een persoon van 12 jaar of ouder. Uitgaande van loonkosten van plm. f 50,per uur bedragen de kosten plm. f 300, Een verhoging als voorgesteld draagt bij tot een kostendekkende opzet. - 3 - Artikel 6.1. (Plaatsen van keldertjes, bijzetten van asbussen). Het plaatsen van keldertjes voor het bijzetten van asbussen kost zo'n vijf kwartier werk; een verhoging van het tarief tot f 55,zorgt voor een kosten dekkende opzet (was f 29,05). Artikel 7. (Uitstrooien van as). Het uitstrooien van een asbus vraagt zo'n drie kwartier werk; de voorgestelde verhoging is een aanpassing aan de gestegen kosten (loonkosten en overige kosten) Artikel 8.1. (Opgraven van een lijk, herbegraven van een lijk, ruimen van het graf). Het opgraven van een lijk kost 2 personen elk 4 uur; bovendien geldt het dubbele loontarief vanwege de inconveniëntentoelage Volledig kostendekkend is een bedrag van 8 x f 100, f 800, Terwille van het vermijden van een te grote sprong in het tarief is gekozen voor het in rekening brengen van nagenoeg de volledige kosten. Artikel 8.3. Hier stellen wij eenzelfde tarief voor als voor het begraven van een lijk, omdat er, gezien de omvang van de kosten geen reden is een afwijkend tarief te han teren. Artikel 8.5. Het ruimen van een graf kost tussen de 4§ en 5 uur werk aan twee mensen; ook hiervoor geldt een dubbeltarief (inconveniëntentoelage). Net als bij 8.1. hebben wij hier een te grote sprong in het tarief willen ver mijden. Het verschil tussen het ruimen van graven uitgegeven krachtens artikel 3 en gra ven uitgegeven voor onbepaalde tijd achten wij onjuist, want de werkzaamheden zijn in beide gevallen gelijk. Artikel 9.2. (Plaatsen grafkelder, gedenkteken of aanbrengen beplanting). De vergunning voor een plaatsingsrecht van een monument enz. betekent op enig moment het maken van kosten voor het verwijderen ervan. De kosten daarvan bedra gen f 51, Rekening houdende met administratiekosten stellen wij U voor het tarief te ver dubbelen waardoor het tarief meer kostendekkend wordt. Artikel 10. (Afnemen en wederplaatsen gedenkteken of aanbrengen beplanting). Voor het afnemen van gedenkteken of beplanting geldt een manuurtarief. Wij stellen voor dit aan te passen en tevens rekening te houden met administra tiekosten, wat leidt tot een kostendekkend tarief. Het tarief wordt dan f 85, Artikel 12. (Omzetbelasting). Het artikel wordt geschrapt nu de gemeente niet als ondernemer optreedt in het geval van begrafenisrechten. Op grond hiervan bestaat er geen noodzaak een artikel over omzetbelasting te handhaven. De wijzigingen in de overige gevallen zijn van redactionele aard.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 385