2. Onverminderd het bepaalde in de volgende leden van dit artikel, treden de leden van het algemeen bestuur af op de dag waarop de zittingsperio de van de gemeenteraad afloopt; 3a.De in artikel 6 bedoelde gemeentebesturen benoemen bij de aanvang van elke zittingsperiode ten spoedigste, doch in elk geval binnen drie maan den, nieuwe leden van het algemeen bestuur; b.Aftredende leden kunnen opnieuw tot lid worden benoemd; 4. Zolang de gemeentebesturen niet hebben voldaan aan het in het vorige lid bepaalde, blijven de door hen benoemde leden van het algemeen bestuur, die hadden moeten aftreden, - en de hoedanigheid als bedoeld in artikel 6 niet hebben verloren - als zodanig fungeren totdat de nieuwe leden zijn benoemd; 5. Onverminderd het bepaalde in het vierde lid, houdt een lid van het al gemeen bestuur dat de hoedanigheid, genoemd in artikel 6, verliest, daarmee tevens op lid van het algemeen bestuur te zijn; 6. Indien tussentijds een plaats openvalt van een lid van het algemeen bestuur voorzien de gemeentebesturen van de gemeenten die gelegen zijn in de regio waaruit het betreffende lid afkomstig was ten spoedigste in de vakature op de in artikel 6 voorgeschreven wijze. Artikel 8 1. Elk lid van het algemeen bestuur heeft in de vergadering een stem. 2. Het algemeen bestuur kan deskundigen - niet leden - uitnodigen de vergadering op ad hoe basis bij te wonen voor het geven van informatie en advies. 3. Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn vergadering. Ingevolge artikel 22 van de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn de artikelen 46 tot en met 48, 52 tot en met 59 en 72, tweede, derde en vierde lid van de gemeentewet van toepassing op het houden en de orde van de vergaderingen. Deze bepalingen hebben betrekking op de verga derfrequentie, reglement van orde, agenda, onschendbaarheid, vergader quorum, vergaderorde, stemonthouding, stemmingsquorum, besluitquorum, wijze van stemmen, staken van stemmen. In de artikelen 22, 23 en 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn voorschriften met betrekking tot de openbaar- en geheimhouding, -4- alsmede met betrekking tot het instellen van commissies gegeven. Artikel 9 Alle bevoegdheden in het kader van deze regeling, die niet aan een ander orgaan zijn opgedragen, behoren aan het algemeen bestuur. Artikel 10 1Ee'n of meer leden van de raden van de gemeenten kunnen het algemeen bestuur inlichtingen vragen. 2. Eén of meer leden van de raden van de gemeenten kunnen hun vertegen woordigers in het algemeen bestuur inlichtingen vragen. 3. De inlichtingen worden schriftelijk gevraagd en in afschrift toegezonden aan de betrokken gemeenteraad en, in geval toepassing wordt gegeven aan het tweede lid, aan het algemeen bestuur. 4. De inlichtingen worden zo spoedig mogelijk, in schriftelijke vorm, verstrekt en eveneens in afschrift toegezonden aan in elk geval de betrokken gemeenteraad en, in geval toepassing wordt gegeven aan het tweede lid, aan het algemeen bestuur. In artikel 16, zesde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen is geregeld hoe gehandeld moet worden als de inlichtingen of de verant woording betrekking heeft op aangelegenheden waarvoor het bestuur een geheimhoudingsplicht heeft opgelegd. Artikel 11 1. Een lid van het algemeen bestuur kan door de gemeenteraad, die dat lid in het algemeen bestuur heeft aangewezen, ter verantwoording worden ge roepen voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid. 2. In geval toepassing wordt gegeven aan het eerste lid geeft het lid van het algemeen bestuur alle verlangde inlichtingen. 3. De verantwoording wordt mondeling afgelegd in een vergadering van de be trokken gemeenteraad. Vergaderingen* Bevoegdheden Inlichtingen* Verantwoording

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1988 | | pagina 393