Voorstel tot het wijzigen van de Verordening onroerend-goedbelastingen
reinigingsheffingen en rioolrechten met ingang van 1 januari 1989.
Bijlage nr. 351. Leeuwarden, 25 november 1988.
Aan de Gemeenteraad.
I. Inleiding.
Tarievenbeleid
Met betrekking tot toe te passen tariefaanpassingen voor leges en
rechten voeren wij in 't algemeen een beleid waarbij de toe te passen
tariefstijgingen zijn gerelateerd aan de gemiddelde prijsstijging over
heidsconsumptie (salarissen en materiële uitgaven). De als "belastin
gen" aan te merken heffingen worden gerelateerd aan de gemiddelde
prijsstijging Nationale Bestedingen in het voorgaande jaar. In het kader
van dit voorstel betekent dit, dat de tarieven voor leges en rechten
voor 1989 niet behoeven te worden verhoogd, doch dat de onroerend-goed
belastingen dienen te worden verhoogd met IX.
Voorts zijn enkele tariefaanpassingen een gevolg van eerder door U
genomen besluiten, zoals bv. het kostprijsdekkend maken van enkele ta
rieven (overige reinigingsrechten).
Mede van belang is Uw besluit, genomen in het kader van de aanvul
lende herwaarderingsvoorstellen Beleidsplan 1987-1991, tot het in drie
jaarlijkse fasen kostprijsdekkend maken van het tarief van de afvalstof
fenheffing. Voor 1989 is hiermee een bedrag gemoeid van 472.000,--.
Als een bijzonder probleem moeten wij U helaas wederom confronteren met
de zgn. "limietenproblematiek onroerend-goedbelastingen". Het is U be
kend, dat de opbrengsten van de 0GB gedurende de afgelopen jaren zijn
gebaseerd op de maximum toegestane opbrengsten (limieten). Deze omstan
digheid heeft echter tot gevolg, dat geraamde (meer)opbrengsten in ver
band met de toename van het aantal te belasten objecten (nieuwbouw
enz.), alsmede afgesproken tariefstijgingen, niet kunnen worden gereali
seerd. De regering heeft deze problematiek inmiddels wel onderkend en
heeft bij de Tweede Kamer een voorstel ingediend tot verruiming van de
limieten onroerend-goedbelastingen. Het ziet er evenwel niet naar uit,
dat dit wetsvoorstel voor 1 januari 1989 zijn beslag zal vinden (net als
in de voorgaande jaren voor de toen aangekondigde data).
In dit verband verwijzen wij U tevens naar het ontwerp-beleidsplan
1989-1993 (blz. 101 functie 920 onroerend-goedbelastingen). Hierin heb
ben wij al aangekondigd, dat het verlies wegens het niet kunnen verrui
men van de limieten voor 1989 is berekend op 739.000,-- (met inbegrip
van een 12 tariefstijging
Evenals dit in de voorgaande jaren het geval is geweest, stellen
wij U opnieuw voor dit verlies te compenseren bij andere heffingen.
Zoals opgemerkt speelde de limietenproblematiek ook al in voorgaan-