8
Heffing op andere wijze
Hoewel de schriftelijke kennisgeving van een heffing op andere
wijze, zoals i.e. geschiedt bij de afvalstoffenheffing in Leeuwarden,
aan minder vereisten behoeft te voldoen dan een aanslagbiljet, blijft
een aantal minimumeisen gelden. De schriftelijke kennisgeving dient een
kennisgeving van het gevorderde bedrag te zijn. Uit de voorschotnota's
van de Frigem is niet op te maken welk bedrag aan afvalstoffenheffing in
rekening wordt gebracht. Dit betekent dat op deze voorschotnota's voort
aan het maandelijkse bedrag te betalen voor de afvalstoffenheffing wel
moet worden vermeld, zolang de voorschotnota's nog gelden als definitie
ve kennisgeving van het gevorderde (zie artikel 297 Gemeentewet).
Een oplossing is de voorschotnota's te beschouwen als voorlopige
kennisgevingen van het gevorderde bedrag en de afrekeningsnota als de
definitieve kennisgeving. Het belasting tijdvak wordt dan één jaar (is
de verbruikersperiode).
Wie verzendt de kennisgeving?
Uit het tweede lid van artikel 297 Gemeentewet kan gelezen worden
dat in de verordening moet staan wie belast wordt met het verzenden van
de kennisgevingen van de gevorderde bedragen (bijvoorbeeld de directeur
van het nutsbedrijf). In de huidige verordening is sprake van verzending
door het Gemeentelijk Energiebedrijf of door de Dienst Reiniging. Nu het
GEB onderdeel is geworden van de NV Frigem zal de verordening in die
zin moeten worden aangepast, dat verzending geschiedt door de directeur
van de NV Frigem, daartoe benoemd tot ambtenaar van de gemeentelijke
belastingen (in onbezoldigde dienst).
Vermelden van mogelijkheid van bezwaar en beroep
Bij de heffing op andere wijze is niet dwingend voorgeschreven
informatie over de mogelijkheid van bezwaar en de daarbij in acht te
nemen termijn op enigerlei wijze aan de belastingplichtige bekend te
maken.
Uit het oogpunt van een behoorlijk bestuur en een verantwoorde
belastingheffing verdient het wel aanbeveling daar zorg voor te dragen
d.m.v. een bijsluiter bij c.q. mededeling op de afrekeningnota van de
NV Frigem.
Meelifttechnieken
De huidige techniek die wordt gehanteerd is dat iedere voorschot
nota van het nutsbedrijf als een kennisgeving is aan te merken. Het
belastingtijdvak komt overeen met de periode waarop de voorschotnota
betrekking heeft. Deze periodieke kennisgeving is te beschouwen als een
definitieve aanslag. Elke keer kan een belastingplichtige bezwaar aan
tekenen tegen de kennisgeving.
Door de wijziging van artikel 14 van de Algemene Wet inzake Rijks
belastingen van 8 november 1984 is het nu ook mogelijk voor heffingen
als afvalstoffenheffing (nl. heffingen waarbij van te voren bekend is
hoe hoog het te betalen bedrag is) voorlopige aanslagen op te leggen
c.q. voorlopige kennisgevingen van het gevorderde bedrag te verzenden.
Het is noodzakelijk bovengenoemde verordening aan te passen. Wij
verwijzen hiervoor naar bijgaand concept-besluit. Wij menen dat deze
oplossing de voorkeur verdient, omdat bij dit systeem de jaarlijkse
9
afrekening wordt beschouwd als de kennisgeving van het te verekenen
bedrag. Alleen tegen deze kennisgeving kan bezwaar en beroep worden
aangetekend, niet tegen de voorheffingen.
Met betrekking tot de verzoeken om kwijtschelding wordt al enige
tijd de gedragslijn gevolgd, dat op het moment van afrekening (als de
betaalschuld vaststaat) een verzoek tot kwijtschelding kan worden gedaan
(zie ontwerp-bijsluiter
De Commissie voor de Financiën heeft in de vergadering van 17 no
vember over dit voorstel gesproken. Het quorum was daarbij niet aanwe
zig. De Commissie voor Economische Zaken en Bedrijven is schriftelijk
gehoord.
Wij stellen U voor te besluiten conform de bijgevoegde ontwerpbe
sluiten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.