12
De bovenstaande opzet leidt tot de volgende schematische structuur
i
l1 i1
I I I I
ii ii
alg. voortgezet ond.
i
l1 l1
I I I I
ii ii
lager (voorb.) beroeps-
ond
ii
~i i1 i1 i1 r
II II II II
II II II II
J JI II II L
basisvorming
De vorming van één scholengemeenschap betekent dat er sprake
dient te zijn van één directie en één personeelsformatie.
Wat betreft de directie kan gedacht worden aan een centrale
directie en aan afzonderlijke directies voor de "sectoren"
basisvorming, algemeen voortgezet en lager beroepsonderwijs;
daarnaast zullen voor de verschillende lokaties ook verant
woordelijke functionarissen moeten worden aangewezen. Sche
matisch
centrale directie
i1
sectordir
basisvor
ming
"T
T
rh rh rh rh rh
i i
sectordir
avo/vwo
i r
r
sectordir
lbo
H-n r-1-
J L
locatiedirecties
13
Centrale directie: stelt de grote lijnen van het beleid vast binnen
de wettelijke en door de Bestuurscommissie aan
gegeven kaders en is verantwoordelijk voor de
algemene uitvoering van het beleid.
Sectie-directies: zijn binnen de algemene kaders voor de vormge
ving en vaststelling van het sectiebeleid ver
antwoordelijk.
Lokatie-directieszijn verantwoordelijk voor de dagelijkse gang
van zaken binnen de lokaties en voor de uitvoe
ring van het beleid.
Uiteraard zal de verhouding tussen de verschillende directieniveaus
nader uitgewerkt moeten worden. Daarbij is het naar onze mening
wenselijk dat ook op lokatieniveau binnen zekere grenzen de moge
lijkheid gaat bestaan een eigen beleid te voeren: de lokaties moe
ten de mogelijkheid krijgen b.v. via didactische werkwijzen een
'eigen gezicht' te krijgen, overigens zonder daardoor de noodzake
lijke doorstromingsmogelijkheden te belemmeren. Bij de verdere
uitwerking van de plannen zal dit een belangrijk aspect zijn, waar
bij als uitgangspunt dient te gelden dat zoveel mogelijk bevoegdhe
den naar de locatiedirecties gedelegeerd worden.
cBestuur en administratie.
Bijzondere aandacht zal in de nieuwe opzet moeten worden besteed
aan de relatie bestuurscommissie-directie en het ondersteunend
apparaat (de administraties). Voorkomen moet worden dat er b.v.
tussen bestuur en directie een te grote afstand gaat ontstaan, een
argument dat wel eens tegen de openbare bestuursvorm wordt aange
voerd. Voor het openbaar onderwijs wordt thans een belangrijk aan
tal taken door of via de secretarie-afdeling Onderwijs uitgevoerd;
bij het bijzonder onderwijs gebeurt dat door de directies en
schooladministraties. De positie van de secretarie-afdeling Onder
wijs zal t.z.t. nader bekeken moeten worden; overigens is in dit
verband ook van belang de besluitvorming over de reorganisatie van
het gemeentelijk apparaat waartoe U besloten hebt.
8. Reacties op het structuurvoorstel
Zowel het ambtelijke voorstel als het concept-raadsvoorstel heeft zoals
was te voorzien tot (soms) heftige en in ieder geval zeer uiteenlopende
reacties aanleiding gegeven. In deze paragraaf willen wij kort ingaan op
enkele algemene elementen uit de ingekomen reacties op beide voorstel
len; de volledige reacties zijn voor U ter inzage gelegd.
aAllereerst de reacties op het ambtelijk voorstel.
Van diverse zijden is kritiek geuit op de korte termijn waarbinnen
gereageerd moest worden; een uitgebreide behandeling was vaak niet
mogelijk. Wij erkennen dat de reactietermijn erg kort was; gelet op
het feit dat het hier om een voorlopige en informele peiling van de
reacties ging, achten wij dit echter geen onoverkomenlijk bezwaar.
Uiteraard zal op het moment dat de formele inspraakprocedure
t.a.v. de concrete besluiten start voldoende tijd en ruimte voor
reacties beschikbaar moeten zijn, al zal de reactietermijn ook dan
zeker aan grenzen gebonden zijn.