Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Woonwagenschap Friesland.
Bijlage nr. 362. Leeuwarden, 25 november 1988.
Aan de Gemeenteraad.
1. Algemeen.
Als gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet gemeenschappelijke
regelingen dient per 1 januari 1990 de Gemeenschappelijke Regeling Woon
wagenschap Friesland in overeenstemming te zijn gebracht met de voor
schriften van deze wet.
De nieuwe wet wijkt op verschillende punten af van de oude en introdu
ceert een aantal nieuwe elementen, nl
het bundelen en integreren van gemeenschappelijke regelingen binnen
door de provincies vast te stellen samenwerkingsverbanden;
het aanhalen van de bestuurlijke en financiële banden tussen de
deelnemers en de samenwerkingsverbanden;
een versterking van de rol van de provincie bij intergemeentelijke
samenwerking
nieuwe voorschriften m.b.t. de registratie en de verantwoordings
plicht en de plicht tot het geven van inlichtingen.
Wi jzigingsprocedure
Wijziging van de gemeenschappelijke regeling is een bevoegdheid van het
algemeen bestuur. Voor men hiertoe besluit moet er overleg plaatsvinden
met de raden van de deelnemende gemeenten.
De Raad is door het Woonwagenschap Friesland in eerste instantie in de
gelegenheid gesteld te reageren vóór 1 december 1988. Na overleg met het
dagelijks bestuur is echter komen vast te staan dat behandeling in de
raadsvergadering van 6 december 1988 geen problemen oplevert.
3. Wijzigingsvoorstel.
Onder het regime van de Wet gemeenschappelijke regelingen zouden de
regelingen gebundeld moeten worden binnen samenwerkingsverbanden, regio
nale eenheden, welke door het provinciaal bestuur moeten worden vastge
steld. Op basis van dit voorschrift zou Friesland worden opgedeeld in
drie van deze regionale eenheden en zou dus ook de gemeenschappelijke
regeling als zodanig moeten worden opgesplitst.
Er kan echter ontheffing van deze bundelingsplicht worden verkregen,
indien de aard van het te behartigen belang of de schaal waarop het
belang moet worden behartigd, dat nodig maakt.
Het Woonwagenplan Friesland is in nauw overleg met het Woonwagenschap
opgezet, met als uitgangspunt dat de realisatie plaats zal hebben binnen
één gemeenschappelijke regeling.
Voortzetting van de huidige gemeenschappelijke regeling is op basis van
het vorenstaande, met inachtneming van de wijzigingen die noodzakelijk
zijn op basis van de nieuwe wetgeving, gewenst.
Bovendien kan bij handhaving van de gemeenschappelijke regeling worden
beschikt over één bestuurlijk en ambtelijk apparaat, dat op professione
le wijze de zorg voor de woonwagenaangelegenheden kan behartigen. Tevens