2
gericht zijn op het veranderen van situaties waarin sprake
is van een ongerechtvaardigd verschil tussen heteroseksuelen
en homoseksuele mannen en lesbische vrouwen;
gericht zijn op verandering van de maatschappelijke structu
ren die belemmeringen en achterstanden voor homoseksuele
mannen en lesbische vrouwen veroorzaken;
kunnen leiden tot integratie van homoseksualiteit in de sa
menleving
2. Artikel 2 vervalt.
3. Artikel 3 vervalt.
4. Artikel 4 wordt vernummerd tot artikel 2.
5. Artikel 5 wordt vernummerd tot artikel 3.
Artikel III.
In paragraaf 6 (buurtactiviteiten) worden de volgende wijzigingen aan
gebracht
1. In artikel 2 wordt "in een van de paragrafen 9, 12, 13, 14 of 15
van dit hoofdstuk" vervangen door "in een van de paragrafen 7, 9,
10 of 11 van dit hoofdstuk"
2. Aan artikel 5 wordt een tweede lid toegevoegd luidende:
"Het bevoegd gezag kan een jaarlijks in het Programma nader te
bepalen deel van de afkoopsom in de subsidiabele kosten van organi
satie en activiteiten bestemmen voor sociaal-culturele activiteiten
ten behoeve van ouderen"
3. Artikel 6, sub 2, wordt gewijzigd en gelezen als volgt:
specifieke activiteiten en projecten die naar de mening van het
bevoegd gezag voor subsidiëring in aanmerking komen voor zover de
kosten daarvan niet geacht kunnen worden te zijn begrepen in de
subsidiabele kosten als bedoeld in art. 5 sub 2.
Artikel IV.
1. De paragrafen 7 (de ontwikkeling van plangebied-organisaties), 8
(vrijwillig bejaardenwerk)11 (sportieve recreatie-activiteiten)
en 15 (overig sociaal-cultureel werk) vervallen.
2. De paragrafen 9 (vrijwilligers jeugdwerk), 10 (instellingen voor
peuterspeelzaalwerk)12 (instellingen voor amateuristische kunst
beoefening), 13 (instellingen voor kunstzinnige vorming) en 14
(kinderdagverblijven en naschoolse opvangvoorzieningen) worden
vernummerd tot respectievelijk 7, 8, 9, 10 en 11.
Artikel V.
In de tot paragraaf 11 vernummerde paragraaf 14 (kinderdagverblijven en
naschoolse opvangvoorzieningen) worden de volgende wijzigingen aange
bracht
1. De titel van de paragraaf wordt gewijzigd in "paragraaf 11: Voor
zieningen voor Kinderopvang"
2. Aan artikel 1 wordt een sub c. toegevoegd luidende:
"c. Gastouderpro jecteen instelling gericht op het ontwikkelen en
bieden van mogelijkheden tot regelmatige opvang van kinderen door
middel van het inschakelen van gastouders."
3
3. In artikel 5, lid 1, wordt "subsidie wordt slechts toegekend" ver
vangen door "subsidie ten behoeve van kinderdagverblijven en na
schoolse opvangvoorzieningen wordt slechts toegekend"
4. Aan artikel 5 wordt een derde lid toegevoegd luidende:
"3. Subsidie ten behoeve van een gastouderproject wordt slechts
toegekend, indien de instelling aannemelijk maakt dat de activitei
ten zoveel mogelijk worden uitgevoerd in samenwerking met (andere)
instellingen werkzaam op het terrein van de kinderopvang"
5. In artikel 6, lid 2, wordt "zijn de kosten van voeding subsiabel"
vervangen door "zijn de kosten van voeding ten behoeve van kinder
dagverblijven en naschoolse opvangvoorzieningen subsidiabel".
Artikel VI.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1989.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.