6 van de gemeente, waar de politieschool is gevestigd met dien ver stande dat wanneer in die regelingen wordt gesproken van "de Raad" wordt gelezen "het dagelijks bestuur" en van "Burgemeester en Wet houders" wordt gelezen "het dagelijks bestuur". Par. VIII TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING Artikel 25 Ingeval voor een gemeente toetreding wordt overwogen, stelt het alge meen bestuur vast of die gemeente tot de regeling kan worden toegelaten en zo ja, onder welke voorwaarden. Voor de toetreding is daarna vereist een besluit van de Burgemeester dier gemeente na verkregen verklaring van geen bezwaar van de Raad. De toetreding gaat in op de dag door het algemeen bestuur te bepalen. Artikel 26 1. Een gemeente kan slechts uittreden bij een besluit van de Burge meester na verkregen verklaring van geen bezwaar van de Raad. Uit treden kan geschieden per 1 januari van enig jaar, met dien ver stande, dat het daartoe genomen besluit ten minste één jaar tevoren aan het algemeen bestuur is medegedeeld. 2. De uittredende gemeente blijft aansprakelijk voor alle schulden en de overige verplichtingen van de politieschool op het tijdstip van uittreding, zulks in verhouding van het aantal werkelijk in dienst zijnde korpsleden van de uittredende gemeente tot het totale aantal van zodanige korpsleden der op het tijdstip van uittreding deelne mende gemeenten naar de toestand op 1 januari van het jaar van uittreding. 3. De financiële gevolgen voor de uittredende gemeente worden op voor stel van het algemeen bestuur door het College van Gedeputeerde Staten van Groningen bindend vastgesteld. Indien het een uittreding betreft van een gemeente, gelegen in een van de provincies Fries land, Drenthe, Overijssel of Gelderland, horen Gedeputeerde Staten van Groningen tevoren overeenkomstige colleges van de andere pro vincies Artikel 27 Deze regeling kan op initiatief van het algemeen bestuur dan wel op initiatief van één of meer van de Burgemeesters der deelnemende gemeen ten worden gewijzigd, indien de Burgemeesters van 2/3 der deelnemende gemeenten, na verkregen verklaring van geen bezwaar van de Raden, daar toe besluiten. Artikel 28 Deze regeling kan op initiatief van het algemeen bestuur dan wel op initiatief van één of meer van de Burgemeesters der deelnemende gemeen ten worden opgeheven, indien de Burgemeesters van 2/3 der deelnemende gemeenten, na verkregen verklaring van geen bezwaar van de Raden, daar toe besluiten. Het algemeen bestuur stelt de regeling vast ter vereffe ning van de op het tijdstip van opheffing ten laste der deelnemende gemeenten blijvende kosten. 7 Par. IX SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN Artikel 29 Deze regeling, haar wijziging en opheffing, toetreding tot of uittreding uit deze regeling worden ter kennis gebracht van de Burgemeesters der deelnemende gemeenten, alsmede van de Gedeputeerde Staten van Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Gelderland en de Commissarissen der Koningin van deze provincies, nadat zij zijn opgenomen in de registers als bedoeld in artikel 27, van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Artikel 30 Deze gewijzigde regeling treedt in werking met ingang van de dag, vol gend op die, waarop zij na de vereiste goedkeuring, is opgenomen in de registers als bedoeld in artikel 27, lid 1 en 2 van de Wet gemeenschap pelijke regelingen. Artikel 31 Algemene voorschriften, reglementen, instructies of regelingen die van kracht werden voor aanpassing van de gemeenschappelijke regeling blijven van kracht, totdat zij door andere zijn vervangen. Aldus vastgesteld

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 105