Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing 1989.
Bijlage no. 44. Leeuwarden, 2 februari 1989
Aan de Gemeenteraad.
I. Inleiding.
Op 17 februari 1986 hebt U de Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing
1986 vastgesteld. Bij de vaststelling van het Verdeelbesluit 1988 is aangekon
digd dat de regeling voor particuliere woningverbetering zou worden bezien in
het licht van de opgedane ervaringen.
Een en ander heeft zijn neerslag gevonden in de Evaluatie van die subsidieveror
dening, waarbij tevens gebruik is gemaakt van de gelegenheid om een aantal
oneffenheden in andere onderdelen van de verordening glad te strijken»
De in de evaluatie geformuleerde voorstellen tot wijziging zijn verwerkt in het
bijgevoegde ontwerp van een nieuwe Subsidieverordening stads- en dorpsver
nieuwing
Ter wille van de leesbaarheid hebben wij gekozen voor het vaststellen van een
geheel nieuwe verordening in plaats van voor een wijziging van de verschillende
onderdelen c.q. artikelen.
In verband daarmee zal de oude verordening door U moeten worden ingetrokken.
Voorts is een ontwerp-aanwijzingsbesluit ontworpen, zulks in verband met de
concretisering van het nieuwe artikel 1.8 in de subsidieverordening.
(Mogelijkheid tot gebiedsaanwijzing
De wijzigingsvoorstellen alsmede het ontwerp-gebiedsaanwijzingsbesluit hebben
gedurende het tijdvak 5 december 1988 tot en met 4 januari 1989 ter inzage gele
gen en zijn voorts conform het bepaalde in de interim-inspraakverordening toege
zonden aan de bij het stadsvernieuwingsproces betrokken organisaties en
instellingen.
Ter zake is een aantal reacties ontvangen waar verder in dit voorstel op zal
worden ingegaan.
De voorstellen tot wijziging van de subsidieverordening alsmede het ontwerp
gebiedsaanwijzingsbesluit zijn aan de orde gesteld in de op 20 december 1988 en
30 januari 1989 gehouden vergaderingen van de Raadsadviescommissie voor de Ruim
telijke Ordening en Volkshuisvesting. Een aantal belanghebbenden heeft over deze
aangelegenheid het woord gevoerd. Wij verwijzen U hiervoor naar het verslag van
de desbetreffende vergadering dat voor U bij de stukken ter inzage is gelegd.
De voorstellen hebben betrekking op de navolgende onderdelen van de verordening,
in de volgorde zoals zij zijn genoemd in de evaluatienota:
1. De subsidieverordening wordt zo aangepast dat uitsluitend nog subsidie voor
particuliere woningverbetering wordt verleend voor vóóroorlogse woningen,
ten einde te bereiken dat de subsidiestroom wordt gericht op de categorie
woningen waar de verbeterbehoefte het grootst is.
2. De mogelijkheid wordt opgenomen dat U de werkingssfeer van de verordening
naar tijd en plaats kunt beperken. Op deze wijze kan worden bereikt dat met
name de gelden voor particuliere woningverbetering meer gericht kunnen wor
den ingezet. Dit kan geschieden doordat U bij besluit aangeeft voor welke
gebieden de verordening van toepassing is. Vooruitlopend op de opname van
deze mogelijkheid in de verordening is een ontwerp-gebiedsaanwijzing gefor
muleerd strekkende tot beperking van de toepassing van de hoofdstukken 2,
particuliere woningverbetering, en 4 midden- en kleinbedrijf. Alleen de
beperking voor hoofdstuk 2 is nieuw. Hoofdstuk 4 kende al een soortgelijke
beperking. Een beperking van de werkingssfeer naar tijd is vooralsnog niet
nodig.