6
N. Klachten inzake overlast van de
Coöperatieve Verzorgingsflat
"Westeind" aan het Europaplein.
0. Brief van 17 maart 1989 van het
College van Burgemeester en
Wethouders van de gemeente
Breda, waarin gevraagd wordt
adhesie te betuigen aan een
motie van de Gemeenteraad be
treffende het gebruik van
stadsverwarming
P. Brief van 17 maart 1989 van het
Samenwerkingsverband van in
stellingen voor gezinsverzor
ging in de Regio Friesland-
Noord, waarin een aanvullend
voorstel wordt gedaan met be
trekking tot de indicatie-advi-
sering voor bejaardenoorden en
verpleeghuizen.
desbetreffende huisarts ervan
blijk heeft gegeven af te zien van
zijn voorgenomen beëindiging van
zijn praktijk.
Voorgesteld wordt de brief ter
afdoening in handen te stellen van
de Burgemeester. Inmiddels is de
politie om advies gevraagd. Kopie
van de antwoordbrief zal voor de
raadsleden ter inzage worden ge
legd.
In de betrokken motie spreekt de
Raad van de gemeente Breda als
zijn mening uit dat:
- het gebruik van stadsverwarming
niet uitsluitend afhankelijk mag
zijn van financieel-economische
marktfactoren, doch dat het mi
lieubelang een aanvullende finan
ciering rechtvaardigt;
- gezien het bovenlokale belang
een bijdrage op rijksniveau nood
zakelijk is.
Wij stellen U voor aan deze
raadsuitspraak adhesie te betui
gen.
Zoals bekend is de gemeentelijke
taak t.a.v. de indicatiestelling
voor opname in verzorgingshuizen
en (sinds januari 1989) in ver
pleeghuizen overgedragen aan de
Regio Noord-Friesland. De besluit
vorming over uitbreiding van de
taakstelling van de regionale
Indicatiecommissie en over de
daaruit voortvloeiende wijzigingen
in de samenstelling en werkwijze
van de commissie heeft inmiddels
in regionaal verband plaatsgevon
den.
De brief van het Samenwerkingsver
band van instellingen voor gezins
verzorging in de Regio Friesland-
Noord is behalve naar de betrokken
Gemeenteraden, verzonden naar de
Regio Noord-Friesland.
Een afschrift van het antwoord van
het Dagelijks Bestuur van de regio
aan het samenwerkingsverband heb
ben wij voor U ter inzage gelegd.
7
Q. Brief van Koninklijke Schip
persvereniging Schuttevaer te
Leeuwarden van 20 maart 1989
betreffende de mogelijke ver
plaatsing van het Scheepsrepa-
ratiebedrijf Friesland - gele
gen ten oosten van de Hermes-
brug - naar de westzijde van de
Hermesbrug te Leeuwarden.
Wegens het ontbreken van de ver
eiste milieuvergunningen is aan
Scheepsreparatiebedrijf "Fries
land" van provinciezijde als com
petent vergunningverlenend orgaan
de last verstrekt om het bedrijf
dat momenteel uitgeoefend wordt
langs een gedeelte van de kade aan
de Harlingertrekweg (ten oosten
van de Hermesbrug) buiten gebruik
te stellen. Het kernmotief is
hierbij, dat het bedrijf vanwege
de geproduceerde geluidhinder in
de directe omgeving niet voor
legalisering in aanmerking komt.
Dit gegeven is aanleiding geweest
om in overleg met de betrokken
partijen c.q. disciplines te be
zien op welke lokatie deze activi
teiten binnen de gemeente Leeuwar
den uit milieuhygiënisch oogpunt
wèl acceptabel zouden zijn. Uit
een ingesteld onderzoek is geble
ken dat er buiten de lokatie ten
westen van de Hermesbrug geen ge
schikt alternatief voorhanden is,
omdat hieraan beletselen van in
frastructurele en financieel-eco
nomische aard in de weg staan.
Voorshands moet het aannemelijk
worden geacht dat uitoefening van
de desbetreffende bedrijfsactivi
teiten op de lokatie ten westen
van de Hermesbrug onder het stel
len van beperkende voorschriften
uit milieuhygiënisch oogpunt niet
op onoverkomelijke problemen zal
stuiten. De scheepvaartbelangen
zullen niet in zodanige mate in
negatieve zin behoeven te worden
beïnvloed dat de aanwezigheid van
bedoeld bedrijf zich hiermee niet
zou verdragen. Gelet ook op het
belang tot een spoedige opheffing
van de illegale situatie moet het
reëel worden geacht dat van ge
meentewege de verplaatsing in
positieve zin wordt bevorderd,
temeer nu betrokkene zich in be
ginsel bereid heeft verklaard aan
de verplaatsing zijn medewerking
te verlenen.
Voor zoveel adressante zulks nodig
oordeelt, zal te zijner tijd in