8
N. Brief van september 1989 van de
organisatie Diergeneeskunde in
Ontwikkelingssamenwerking (DIO)
waarin het gemeentebestuur en
-raad verzocht wordt één of
meer bij DIO ingediende pro
jectaanvragen voor diergenees
kundige hulp in de ontwikke
lingslanden financieel te steu
nen.
besluit van het bestuur van de
Stichting FO goed te keuren en
genoemd bestuur van dit besluit
op de hoogte te stellen.
Het doel van de projecten in
aanmerking genomen, staan wij
zeker positief tegenover de dier
geneeskundige hulp zoals door DIO
in de ontwikkelingslanden wordt
nagestreefd.
In het gemeentelijk beleid met
betrekking tot ontwikkelingssa
menwerking is evenwel gekozen
voor de financiële ondersteuning
van projecten in Latijns-Amerika
waarbij met name de huisvestings
problematiek en de positie van
vrouwen in de Derde Wereld cen
traal staan.
Op grond van deze overwegingen
stellen wij voor niet op het
verzoek in te gaan en de organi
satie DIO overeenkomstig het
bovenstaande te berichten.
0. Brief van 21 september 1989 van
Begeleidingsgroep Slachtoffer
hulp Friesland waarin om een
subsidie wordt gevraagd in de
organisatiekosten van het Buro
Slachtofferhulp.
De Begeleidingsgroep Slachtoffer
hulp Friesland verzoekt om toe
kenning van een subsidie van
0,08 per inwoner in de organi
satiekosten van de in het werkge
bied van de Regio Noord-Friesland
in 1990 te verlenen slachtoffer
hulp. Deze hulp wordt geboden
vanuit een buro Slachtofferhulp,
bestaande uit een coördinator en
een aantal vrijwilligersstagiai
res. De personele kosten kunnen
worden gedekt uit het subsidie
van het Ministerie van Justitie.
Voor de organisatiekosten wordt
thans aan de betrokken gemeenten
een subsidie gevraagd. Zowel de
Vereniging van Friese Gemeenten
als het Dagelijks Bestuur van de
Regio Noord-Friesland hebben zich
op het standpunt gesteld, dat de
subsidiëring van slachtofferhulp
geen gemeentelijke verantwoorde
lijkheid is, maar een taak van
het Ministerie van Justitie.
9
Uit de omstandigheid dat dit
ministerie het leeuwedeel van de
kosten van slachtofferhulp voor
zijn rekening neemt, mag worden
afgeleid, dat het ministerie deze
visie deelt.
Wij zijn van mening dat de orga
nisatiekosten, die onlosmakelijk
verbonden zijn aan de slachtof
ferhulp, eveneens voor rekening
van het Ministerie van Justitie
dienen te worden genomen.
Aangezien het belang van de on
derhavige activiteiten onzes
inziens echter zodanig is, dat de
continuïteit van de slachtoffer
hulp niet in gevaar mag komen als
gevolg van de afwijzing van het
subsidieverzoek, hebben wij de
begeleidingsgroep van de projec
ten slachtofferhulp in overweging
gegeven - gelet op de korte ter
mijn waarbinnen een oplossing
moet worden gevonden voor de
onderhavige problematiek - voor
het jaar 1990 een beroep te doen
op plaatselijke fondsen zoals de
Stichting Fribourg.
Onzes inziens passen de activi
teiten van de begeleidingsgroep
goed binnen de doelstellingen van
laatstgenoemd fonds.
In de daarmee gecreëerde tussen
tijd kan in overleg met Justitie
aan een structurele oplossing
worden gewerkt.
Wij stellen U voor adressante
overeenkomstig het vorenstaande
te berichten.
P. Brief van 22 september 1989 van
de bewoners van de Tuinen en de
Oostergrachtswal inzake over
last door sociëteit aan de
Tuinen.
Voorgesteld wordt deze brief in
handen te stellen van Burgemees
ter en Wethouders ter afdoening.
Q. Bezwaarschrift van 7 oktober
1989 van de heer A. Visser,
namens de heer A.S. Faber tegen
het voorbereidingsbesluit d.d.
28 augustus 1989 t.b.v. i.v.m.
de voorbereiding een partiële
herziening van het geldende
bestemmingsplan t.b.v. de re
constructie van het wegvak
Leeuwarden-Stiens
Ingevolge artikel 2 van het Pro
cedurereglement voor de Raadsad
viescommissie voor de beroep- en
bezwaarschriften is het bezwaar
schrift om advies in handen ge
steld van de Raadsadviescommissie
voor de beroep- en bezwaarschrif
ten.