mm
Vaststelling van het bestemmingsplan "Hofplein/Perkswaltje"
Bijlage nr. 133. Leeuwarden, 25 mei 1989.
Aan de Gemeenteraad.
Hierbij bieden wij U ter vaststelling aan het bestemmingsplan
"Hofplein/Perkswaltje"Dit plan beoogt een planologische regeling te
geven voor de gronden en opstallen, gelegen binnen het gebied begrensd
door Groeneweg, Schoenmakersperk, Pijlsteeg, BeijerstraatSint Jacobs-
straat, AuckamastraatjeRaadhuisplein, Weerd, BagijnestraatSint An-
thonystraat, Grote Kerkstraat en Heer Ivostraatje.
In verband met de aanwijzing van de Leeuwarder binnenstad tot be
schermd stadsgezicht, waarvan bovenomschreven gebied deel uitmaakt, is
ter voldoening aan het bepaalde in artikel 37, achtste lid van de Wet op
de ruimtelijke ordening een specifiek daarop afgestemd bestemmingsplan
ontworpen, waarin de te beschermen waarden hun regeling hebben gevonden.
Voor de aan dit bestemmingsplan ten grondslag liggende ruimtelijke in
tenties en de resultaten van het op grond van artikel 10 van het Besluit
op de ruimtelijke ordening gevoerde overleg verwijzen wij U kortheids
halve naar de bij dit plan behorende toelichting.
Het ontwerp-bestemmingsplan heeft met ingang van 5 januari 1989
gedurende een maand voor een ieder ter inzage gelegen.
Bezwaren.
Tegen het ontwerp-bestemmingsplan is één bezwaarschrift ingediend, dat U
aantreft bij de ter inzage gelegde stukken. Aan de in de Wet op de ruim
telijke ordening gestelde eisen met betrekking tot de ontvankelijkheid
is voldaan. Hieronder vindt U de bezwaren weergegeven en door ons van
commentaar voorzien.
Bezwaarschrift van de Gereformeerde Kerk Leeuwarden te Leeuwarden.
Het bezwaarschrift richt zich in eerste instantie tegen het feit dat de
grond waarop de voormalige kosterswoning behorende bij de Noorderkerk op
het perceel Grote Kerkstraat 31a is gesitueerd, niet primair is bestemd
voor "Maatschappelijke doeleinden (M)" - zijnde de hoofdbestemming -
doch is bestemd voor "Bijbehorend erf, bijgebouwen toegestaan". Voorts
wordt bezwaar gemaakt tegen de maximale hoogte van dit gebouw, zoals
geregeld in artikel 6, vierde lid van de desbetreffende planvoorschrif
ten. Verzocht wordt deze hoogte bij recht minimaal vast te stellen op
6.50 meter, waarbij een platte afdekking eveneens bij recht wordt toege
staan.
Naar aanleiding van deze bezwaren merken wij het volgende op.
De desbetreffende voormalige kosterswoning maakt in functioneel opzicht
deel uit van het hoofdgebouw, zijnde de Noorderkerk. De grond waarop dit
hoofdgebouw is gesitueerd, is bestemd voor "Maatschappelijke doeleinden
(M)", terwijl de grond waarop de voormalige kosterswoning zich bevindt,
is bestemd voor "Bijbehorende erf, bijgebouwen toegestaan". Alhoewel dit
object in relatie tot de Noorderkerk qua omvang en afmetingen als een