I CN I CD TJ c co co to T-) C •H O Li Jh PL bO CD P CD CD O Li CD PL CD P c co CD CD O CD U 4-3 CD P CL CO rH 4-> CD U P CD PL C PL CO O bO e <D •H rH CO T-I U •H rH 4-1 Ju CD Cd P <D CO O O TO co U CO E <D P O CL *4 CD PL O P CD TO c co CO CD U TO c Su cd Cl c p cd T3 C co e co co a: u l l I I l l I I l I •V vO CN O 00 vO <r 00 m m CN in 00 00 Oh CN in r^ CO co r*- vO Oh m O vO CN co i—4 i—4 »—4 *4-4 <4H <4U <4-4 <4-4 <4-1 <4-4 <4-4 <4-1 4-3 1—H 00 CO Oh r—1 VO CO rH i—4 rH Ju 4-) r-H 00 u 4-) u CO CN 4-3 4-3 CO 4-3 co 4-> CO CO CO CO u CO 4-) p <0- co u u 4-3 co CO O <r *4 CO CD CO Ju <r co 4-3 5 •H u 4-> u •H bo CO TJ e CD CO C 4-) CD CD U CD CL u co CO u 5 TD CD N •n CD CO rH CD U CO B CD •H B rH <D n 4-3 a O U a 4J 4-3 CD <D CO bO B c rH u U PO 4-3 O 4-3 U O TO O co CO <D CO u •H CL 5 CO CD p C/D p PL PO rH co co co co o cj cj u 00 cn vo H N cm N co co co co co CJ O CJ O O CO o <0* cn <f I/o Oh co «—I o rH 1—I CN i— 1 1 bO c 1 c u •H CD O <r u 4-3 t—4 in CD 4-3 Oh T3 •H 00 in CO N bO ^4 U O <4-4 <4-4 CD O CD *4 CO P vO CN e rH CN CD CL 4-3 4-3 O CO co CO CO CD U U TO 4-3 4-) CO CO c 4-3 c •H P CD CJ rH T3 CD a rH CL CD CD co 4J CO CD bO 4-3 CO CO CO CJ TO c co CO rH co CJ O o oo rH 00 CN rH rH in m OV O rH C^ O O Ob vO i—4 in vO VO vO in <r n* O CN <r m CN O in co O in vO r—1 CN CN co oo rH CN co vO O O P po p PX4 O p P w pIL TO TO B T3 TO "O B TO TO 'O 5 5 N s N 5 S HJ HJ •J S3 P 33 P P P Ov 00 1—4 4J 4-3 CO 4-3 i—4 co vO co CO rH co i—4 14 co 4-> rH 00 Ju 4-3 u co CN 4-3 4-) CO 4-) CO 4-3 CO CO CO co L4 CO 4-3 P co 14 u 4-3 co CO CJ <r u co CD CO u <r CO T-> 4-) 5 •H J-l 4-3 U •H bO co p C CD CO C3 4-) CD CD Li CD CL *4 co CO u T2 CD N TO CD CO 11 CD u CO B <D •H E rH CD a 4-3 3 O L4 3 4-3 4-3 CD CD CO bO B c rH Ju F4 PO 4-) O 4-3 u O TO O CO CO CD co Sn •H CL 5 CO CD P s: CO PL PO co 1 CO CJ co 1 bO co C CD CO CJ C CO u CO O co 4-3 CO p •H CO Ju co CD 4-) <D E CO co P co CO co TO co u Ju H •H B •H <4H 4-3 4-3 O P CO Q) O CO CO CO CO B Ju O Sn CO CL CL C E Ju 4J P Ju Sn CO M co CD 23 CO CJ CD C1) P 33 P CJ 00 H O C3 P O CO Fn C CL B P PO PL E f—H CN oo in vO OO vO CN rH CN 4-3 4J co co co co u u 4-) 4-3 CO CO c CD p cj cd d cl cd 00 d co Ju CD T3 C O N! SZ W Ju co 4-> CD U O CD OO Nota Erfpacht 1989. Bijlage no. 149 Leeuwarden, 25 mei 1989. Aan de Gemeenteraad. Naar aanleiding van ons voorstel van 5 januari 1989, bijlage nr. 16, hebt U op 16 januari 1989 besloten voor de erfpachtsrechten waarvan de einddatum is bepaald op 31 december 1990, de termijn waarbinnen door de erfpachter kan worden overgegaan tot aankoop van de blote eigendom van de erfpachtsgrond te verlengen tot 30 juni 1989. In bedoeld voorstel hebben wij de verwachting uitgesproken, dat aan U in het eerste kwartaal van dit jaar een nota zou kunnen worden voorge legd, waarin onder meer nadere voorstellen worden gedaan over de wijze waarop er na genoemde einddatum met de desbetreffende erfpachtsrechten zal moeten worden gehandeld. Inmiddels is de "Nota Erfpacht 1989" gereed. De in deze nota gedane aanbevelingen behelzen onder meer: het uitdrukkelijk verlengen ex artikel 779 Burgerlijk Wetboek van de boven bedoelde erfpachtsrechten. Dit houdt in dat de bestaande rechten blijven voortbestaan, doch dat zowel de gemeente als ook de erfpachters gerechtigd zijn door opzegging een einde te maken aan deze rechten; het door middel van een onherroepelijke eenzijdige verklaring beperken van de uit vorenbedoelde verlenging voortvloeiende mogelijkheid van de gemeente Leeuwarden, om door opzegging een einde te maken aan de ex artikel 779 Burgerlijk Wetboek te verlengen erfpachtsrechten tot die gevallen waarbij zich omstandigheden voordoen welke vóór deze verlenging tot een te niet gaan van het erfpachtsrecht door beëindiging op gronden van algemeen nut of door vervallenverklaring aanleiding zouden hebben gegeven. Met betrekking tot het (met name in de binnenstad) te voeren grondbeleid merken wij nog het volgende op. Bij aan U gerichte brief van 4 februari 1989 hebben de CDA-gemeenteraadsfractie en de PvdA-gemeenteraadsfractie medegedeeld te hebben besloten dat In het vigerend collegeprogram (pagina 41, onder "X. Grondpolitiek") de zin "De Nota Erfpacht (1980) is in beginsel de leidraad voor het grondbeleid" is vervangen door de volgende tekst: "Voor het grondbeleid gelden de volgende uitgangspunten: a. grond wordt door de gemeente Leeuwarden in principe overal verkocht; b. erfpacht moet in principe binnen de gehele gemeente afkoopbaar zijn; c. uitgifte in erfpacht blijft mogelijk; d. verkoop van erfpachtspercelen in de binnenstad wordt gekoppeld aan het bestaan van een rechtsgeldig bestemmingsplan." Wij hebben tegen deze beleidswijziging geen bezwaren en stellen U derhalve voor in het vervolg dienovereenkomstig te handelen. Voor het overige verwijzen wij U kortheidshalve naar de reeds in Uw bezit zijnde "Nota Erfpacht 1989". Onder mededeling dat de Commissie voor Openbare Werken en Milieu in haar vergadering van 22 mei 1989 heeft geadviseerd met bedoelde nota in te stemmen, geven wij U in overweging te besluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester, mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1989 | | pagina 273