laten vallen omdat een dergelijke verlaging van de inkomensgrens in strijd
zou zijn met het voornemen om het beleid bij de verkoop van sociale huur
woningen te verruimen.
Om die reden zal de verlaagde maximum inkomensgrens van f 43.500,per
1 januari 1989 alleen gelden voor de woningwetwoningen met een huurprijs
lager dan f 450,per maand. Deze tot de goedkope huursector behorende
woningen mogen dus alleen aan de bewoners in de lagere inkomensgroepen wor
den verkocht.
Bij woningwetwoningen met een huurprijs van f 450,en hoger zal voor
potentiële kopers geen inkomensbeperking gelden. Verderop in deze
raadsbrief zal worden ingegaan op de wenselijkheid om als gemeente ter zake
een eigen beleid te voeren.
2. De prijs van de woning.
Tot 1 januari 1989 bepaalde de Rijksregeling, dat overdracht aan bewoners
slechts mocht plaatsvinden aan bewoners die de woning langer dan 5 jaar
hebben bewoond, tegen een prijs die maximaal gelijk is aan de getaxeerde
waarde in bewoonde staat. Dit komt overeen met 60% van de taxatiewaarde in
onbewoonde staat
Met ingang van 1 januari 1989 geldt de getaxeerde verkeerswaarde in
bewoonde staat als minimumverkoopprijs.
Het is dus voor partijen mogelijk een hogere verkoopprijs overeen te komen.
In afwachting van de definitieve vaststelling van het rijksbeleid voor de
jaren negentig worden per 1 januari 1989 nog geen verdere wijzigingen in de
regeling doorgevoerd.
Evaluatie verkopen.
1. Zoals hiervoor reeds is opgemerkt, is het contingent te verkopen
woningen inmiddels vrijwel uitgeput.
De verkoop van deze woningen heeft geleid tot een aanzienlijke ver
betering van het aanzien van dit deel van de wijk.
Zo is de troosteloze aanblik die leegstand op grote schaal met zich
meebrengt door het opnieuw bewonen van de woningen en het opknappen van
de tuinen voor een belangrijk deel verdwenen.
Voorts heeft de verkoop beide corporaties een batig saldo opgeleverd
(WLL f 209.000,— en Beter Wonen f 159.000,
Gesteld kan dan ook worden dat de verkoop van deze woningen zowel in
financi'éel opzicht (terugdringen leegstandsverliezen en boekwinst) als
in sociaal-maatschappelijk opzicht een succes kan worden genoemd.
2. Ten einde inzicht te verkrijgen in de motieven van de kopers van de
reeds verkochte woningen hebben wij aan een extern onderzoeksbureau
opdracht gegeven een enquête te houden.
De uitkomsten van dit onderzoek kunnen dienen als ondersteuning bij de
beoordeling van verzoeken tot verkoopacties in Aldlan-Oost en van de
verkoop van woningwetwoningen in het algemeen.
Onderstaand worden in het kort de conclusies weergegeven zoals deze in
het rapport van het onderzoeksbureau zijn neergelegd.
- De aangeboden woningen blijken met name aantrekkelijk voor huurders
van corporatiewoningen met een huurprijs vanaf f 500,en met een
inkomen vanaf modaal (ca. f 2.000,netto per maand).
Er is dus sprake van een verschuiving van de huur- naar de koopsec
tor
- 3 -
- De kopers zijn met name afkomstig uit de wijk zelf en directe
omgeving. Voor een aantal kopers van buiten Leeuwarden is het aanbod
reden geweest om zich in Leeuwarden te vestigen.
- Het aanbod van deze woningen is voor deze groep met name aantrekke
lijk door een lagere woonlast c.q. de gunstige
prijs/kwaliteitsverhouding
- Het verkoopprogramma levert een goed antwoord op de leegstandsproble-
matiek in deze wijk. De omzetting van huren naar kopen in combinatie
met de herkomst van de kopers betekent weliswaar voor een deel een
verplaatsing van het verhuurrisicomaar per saldo uiteindelijk een
vermindering ervan. Huren had voor betrokkenen immers niet (meer) de
voorkeur.
Het aanbod van deze woningen concurreert niet met de nieuwbouw in het
plangebied Camminghaburen.
Ook is er geen relatie met het aanbod van premie-A-woningen.
- Met betrekking tot de lokatie van koopwoningen gaat de voorkeur uit
naar de wijken ten westen en ten zuiden van de binnenstad.
Samenvattend komen de onderzoekers tot de volgende conclusie:
"Het verkoopprogramma is succesvol geweest en is met name interessant
voor huurders van gelijksoortige woningen.
Gezien de positieve waardering door de woningzoekenden - ook van buiten
Leeuwarden - draagt het verkoopprogramma bij aan het streven om woningen
met een scheve huurprijs/kwaliteitsverhouding buiten de sociale huursec
tor aan te bieden. Ook de vermindering van het leegstandsrisico is met
het verkoopprogramma gediend."
Ondanks het gunstige verloop van de verkoopacties is de leegstand als
gevolg van voortschrijdende leegstand onder de resterende huurwoningen
echter nog steeds niet voldoende teruggedrongen.
Per 1 januari van dit jaar stonden nog 35 woningen leeg, dit is 8% van het
aantal huurwoningen, dat niet is betrokken in het huidige verkoopprogramma.
IV. Verzoek corporaties tot voortzetting verkoopacties.
De thans nog aanwezige leegstand is voor de beide corporaties, die overi
gens per 1 januari 1989 samenwerken onder de naam "Beheerstichting Beter
Wonen in Leeuwarden en Leeuwarderadeel"reden geweest het gemeentebestuur
te verzoeken het verkoopprogramma voort te mogen zetten. Verderop in deze
raadsbrief zullen wij nader ingaan op de voorgestelde lokaties en aan
tallen.
Onderstaand wordt nader ingegaan op een aantal argumenten, die pleiten voor
voortzetting van verkoop van woningwetwoningen in deze wijk.
Zoals hiervoor is aangegeven zijn de verkoopacties tot nu toe een succes.
De uitkomsten van het onderzoek wijzen duidelijk in de richting van voort
zetting van het programma.
Met de verkoop van de leegstaande woningen nemen de exploitatieverliezen
van de corporaties aanzienlijk af.
Een verdere "upgrading" van de wijk achten wij uit sociaal-maatschappelijk
oogpunt van belang.
De ervaringen welke op dit punt zijn opgedaan zijn positief.