2
verzoek gemotiveerd af, of U geeft opdracht
aan de Stichting Adviesbureau Onroerende
Zaken te Rotterdam advies uit te brengen over
het verzoekschrift. Ten einde na te gaan of het
verzoek eventueel direct kan worden afgewezen
c.q. aan genoemde stichting opdracht moet
worden gegeven ter zake van het verzoekschrift
advies uit te brengen, achten wij het gewenst
genoemde termijn met ten hoogste twee maan
den te verlengen. Wij stellen U voor dienover
eenkomstig te besluiten.
Voor de raadsleden ter inzage gelegd:
Brief van 26 augustus 1990 van de heer H. Riezebos inzake onroerend-goedbelastingen 1990 en het
antwoord van Burgemeester en Wethouders hierop.
Brief van 28 augustus 1990 van mevrouw M. van der Bij-van Ingen inzake onroerend-goedbelastingen
1990 en het antwoord van Burgemeester en Wethouders hierop.
Brief van 21 september 1990 van het Koördinatiepunt Kollectief Wonen betreffende de onroerend-
goedbelasting voor het feitelijk gebruik van collectieve woongebouwen en het antwoord van Burgemeester
en Wethouders hierop.
Brief van 11 september 1990 van de Diaconie van de Gereformeerde Kerk van Leeuwarden-Huizum met
betrekking tot de bereikbaarheid per openbaar vervoer van het dienstencentrum Dirk Boutsstraat,
alsmede het antwoord van Burgemeester en Wethouders hierop.
Brief van 23 oktober 1990 van ouders van leerlingen van o.b.s. "Hoogfenne" inzake de formatiepro-
blematiek van deze nieuw gefuseerde basisschool, alsmede het antwoord van Burgemeester en Wethou
ders hierop.
Brief van 12 april 1990 van diverse verenigingen en organisaties met het verzoek om informatie over
de verontreiniging van de Potmarge. Naar aanleiding van deze brief heeft de directeur Volkshuisves
ting, Ruimtelijke Ordening en Milieu bij brief van 2 juli 1990 inmiddels gereageerd. Door een misver
stand is destijds geen kopie van deze reactie voor Uw Raad ter inzage gelegd. Dit verzuim wordt
hiermee rechtgezet.
Brief van 24 september 1990 van de heer H. Bosma, waarin hij namens buurtgenoten het college vraagt
zich te verzetten tegen een mogelijke heropening van de Leeuwarder vuilverbranding. Het is in eerste
instantie niet opgemerkt dat de brief ook in afschrift aan de Raad is gericht. De brief is na overleg met
wethouder Heere door de algemeen directeur Dienst Stadsbeheer beantwoord.
