Vestiging asielzoekerscentrum in Leeuwarden.
Bijlage nr. 59. Leeuwarden, 8 februari 1990.
Aan de Gemeenteraad.
1. INLEIDING.
Sinds de enorme toename van het aantal asielzoekers in Nederland vanaf 1987 zag de rijksoverheid
zich genoodzaakt deze toestroom en met name de opvang te reguleren. Resultaat daarvan was de
Rijksregeling Opvang Asielzoekers, die voorzag in centrale eerste opvang door het Rijk in zgn. asiel
zoekerscentra en vervolgens decentrale opvang in gemeenten. Op dit moment is het aantal asielzoekers
dermate toegenomen dat de bestaande capaciteit in de eerste opvangcentra niet meer toereikend is.
Reden voor het Ministerie van WVC, verantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers, om het aantal
asielzoekerscentra uit te breiden. Voor de vestiging van dergelijke centra is een beroep op de medewer
king van de gemeenten gedaan.
Een asielzoekerscentrum heeft doorgaans een capaciteit van 325 personen (gemiddelde bezetting 275
personen). De asielzoekers verblijven in principe maximaal 9 weken in een centrum waarna uitplaatsing
naar gemeenten volgt. Het reilen en zeilen van een asielzoekerscentrum valt geheel onder verant
woordelijkheid van het Ministerie van WVC.
Medio oktober 1989 hebben wij ons, naar aanleiding van opmerkingen in de Commissie voor Volks
huisvesting, in principe bereid verklaard een asielzoekerscentrum in Leeuwarden te vestigen en besloten
om de mogelijkheden daarvoor in Leeuwarden te onderzoeken. De Dienst Stadsontwikkeling heeft
daartoe een aantal lokaties (gebouwen en grond) onderzocht en een advies voorgelegd omtrent enkele
in aanmerking komende bouwterreinen. Wij zijn op basis van de volgende criteria tot een nadere
afweging gekomen:
1. het bouwterrein dient voldoende groot te zijn;
2. in verband met de snelheid van de besluitvormingsprocedure bestaat voorkeur voor een terrein
dat gemeente-eigendom is;
3. het terrein moet op korte termijn beschikbaar zijn;
4. de benodigde infrastructuur dient reeds aanwezig te zijn;
5. in de nabijheid van het terrein moet ontsluiting per openbaar vervoer (bus) aanwezig en/of
mogelijk zijn;
6. factoren die conflicterend zijn met een woonbestemming, zoals geluidsoverlast stankoverlast,
zonering dienen vermeden te worden;
7. voor het terrein zouden bij voorkeur geen concrete plannen moeten bestaan voor het realiseren
binnen 5 jaar van b.v. woningbouw, scholenbouw, bedrijventerrein;
8. het terrein moet bij voorkeur bij een bewoond gebied gesitueerd zijn.
Met toepassing van deze criteria hebben wij besloten om in de onderhandelingen met WVC de volgende
lokaties aan te bieden:
avoor een korte periode het Burmaniahuis;
b. voor een lange periode, in volgorde van voorkeur, de lokatie Lekkumerend-Oost en de lokatie
Vrijheidsplein.
Op 8 december 1989 alsmede op 21 december 1989 hebben onderhandelingen met WVC plaatsgevon
den. Op de uitkomsten daarvan wordt in onderstaande nader ingegaan.
Naar aanleiding van de door ons genomen principe-besluiten is er met name in de wijk Lekkumerend-
Oost enige ongerustheid ontstaan over een aldaar te vestigen asielzoekerscentrum. Reden voor ons om
een excursie voor een delegatie uit de wijk te organiseren naar het asielzoekerscentrum in Luttelgeest.
Deze excursie vond plaats op vrijdag 19 januari 1990. Doel van de excursie was het verschaffen van
inzicht in het functioneren van een asielzoekerscentrum. Deze excursie werd op dinsdag 23 januari 1990
gevolgd door een voorlichtingsavond, door ons georganiseerd in samenwerking met Wijk- en Recreatie
vereniging De Blokkendoos, ten einde wijkbewoners nader te informeren over de besluitvormingsproced
ure) inzake de vestiging van een asielzoekerscentrum in Lekkumerend-Oost alsmede inzake het
functioneren van een asielzoekerscentrum. Medewerking aan de avond werd verleend door vertegenwoor
digers van de Ministeries van WVC en Justitie. De bijeenkomst werd bijgewoond door ruim 100