Zoals opgemerkt is de desbetreffende huurovereenkomst reeds op 1 december 1988 beëindigd, voordat het bestemmingsplan "Oude Veemarkt" rechtskracht verkreeg. Voorzover er al schade wordt geleden, is dit derhalve niet het gevolg van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Reeds hierom kan het verzoek om schadevergoeding op grond van dit wetsartikel niet voor inwilliging in aanmerking komen. Wij stellen U dan ook voor het ver zoek af te wijzen conform bijgevoegd concept-besluit. Onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting U in haar vergadering van 20 maart 1990 heeft geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij U voor het verzoek af te wijzen con form het bijgevoegde concept-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mw.ir. J.A. Lantermans Secretaris. Nr. 4069 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Beschikkende op het verzoek van mr. W. Sleijfer namens de heer B. van Dijk te Leeuwarden om schadevergoeding als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; dat hij onder overneming van de motivering zoals is weergegeven in het hierna omschreven voorstel van Burgemeester en Wethouders van oordeel is, dat het verzoek moet worden afgewezen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 12 april 1990 bijlage nr. 97 gelet op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; BESLUIT: onder overneming van de motivering zoals vervat in het hierboven vermelde voor stel van Burgemeester en Wethouders het verzoek van mr. W. Sleijfer namens de heer B. van Dijk te Leeuwarden om schadevergoeding op de voet van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening af te wijzen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 187