IE P lp: IB IP, :R; s |T T: T T:< -i i j! Bestemming van de Westerkerk tot breed cultured podium. Bijlage nr. 99. Leeuwarden, 22 maart 1990. Aan de Gemeenteraad. VOORAF In het kader van de plannen ter versterking van de culturele infrastructuur in Leeuwarden en Friesland is het plan opgevat om te voorzien in de behoefte aan een kleinschalige theatervoorziening. Deze theatervoorziening zou, in aanvulling op de reeds bestaande podia in Leeuwarden, met name een functie kunnen vervullen voor de kunstuitingen en -vormen die niet of slechts in beperkte mate in de overige voorzieningen ten tonele worden gevoerd. Te denken valt aan (experimenteel) theater, dans, muziek alsook aan exposities op het gebied van beeldende kunst en architectuur. Daarnaast is het van belang een plek te creëren waar programmerende organisaties de ruimte krijgen om, in een eigen sfeer en ambiance en tegen betaalbare prijzen, een variëteit aan podiumactiviteiten aan het publiek te tonen ('open podium'). Ten slotte moet er ruimte komen voor workshops, waarin personen en groepen kennis kunnen maken met verschillende technieken en methodieken op het terrein van muziek, dans en theater. De niet meer in gebruik zijnde Westerkerk aan de Bagijnestraat kan met behulp van de daarvoor geldende subsidieregelingen als monument worden hersteld. Een nieuwe functie als breed cultureel podium verleent het gebouw een zinvolle bestemming die in overeenstemming is met het historische karakter van het pand en zijn interieur en die tevens hedendaagse gebruiksmogelijkheden biedt. GLOBALE PLANOPZET Aan de planontwikkeling ten behoeve van de verbetering van de culturele infrastructuur is een tijd lang nauw overleg gepleegd met het provinciaal bestuur. Nadat in goed overleg het besluit was genomen dat ieder zijns weegs zou gaan ten aanzien van de beleidsontwikkeling met betrekking tot de culturele voorzieningen, is vanuit de gemeente onder voorzitterschap van wethouder Kessler het initiatief genomen om nader overleg te voeren met een groep van deskundigen uit gemeentelijke kring en daarbuiten over het onderbrengen van een breed cultureel podium in de Westerkerk. De weerslag van dit overleg is vervat in de bijgaande rapportage, waarnaar wij U kortheidshalve verwijzen. Het plan voorziet in de restauratie van het casco voor een bedrag van ruim 1,6 miljoen, waarna het gebouw voor een symbolisch bedrag aan de gemeente zal kunnen worden overgedragen. Omtrent het beschikbaar stellen van het gemeentelijk aandeel in de restauratiebij dragen tot een bedrag van 260.000,— hebben de Raadscommissies voor Financiën en voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisves ting reeds in het vorig jaar geadviseerd daarmee in te stemmen. Wij verwijzen U in dit verband naar ons afzonderlijke voorstel. De kosten van de inrichting van een kleinschalig theater in de Westerkerk zouden naar ons oordeel niet meer dan maximaal 1,5 miljoen mogen bedragen. Bij de verdere detaillering van de plannen moet van dit taakstellende budget worden uitgegaan. Dekking voor deze uitgave kan worden gevonden door een bedrag van 1 miljoen ten laste te brengen van de daarvoor op de gemeentebegroting gereserveerde middelen (reservering accommodatieruimte Echo). De overige 500.000,-- kan worden gedekt t.b.v. de hogere rijksbijdrage die verkregen kan worden ter versterking van de culturele infrastructuur als gevolg van de bekostiging door het rijk van Het Princessehof (derde tranche). Het ligt in de bedoeling de planontwikkeling voor de Westerkerk onder leiding van de gemeentearchitect ter hand te nemen. Voor de restauratietechnische aspecten van het casco-herstel wordt als adviseur het architectenbureau Wiersma en Brugman te Leeuwarden aangetrokken. Met de keuze van deze architect heeft de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting reeds geadviseerd in te stemmen. Na voltooiing van de restauratie van het casco en de inrichting tot culturele voorziening zal de accommodatie in gebruik worden gegeven bij een rechtspersoon die zal zorgdragen voor het beheer en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 190