Huisvesting gemeentelijk apparaat
Bijlage no. 110
Aan de Gemeenteraad,
Leeuwarden, 22 maart 1990
1Inleiding
In ons voorstel van april 1989 omtrent de gemeentelijke reorgani
satie hebben wij reeds een onderzoek aangekondigd naar de conse
quenties van de reorganisatie voor de huisvesting van het ambte
lijk apparaat. De voor dit onderzoek ingestelde werkgroep heeft
inmiddels haar werkzaamheden voltooid. Het hierop betrekking
hebbende rapport is voor u ter inzage gelegd.
In het vervolg van deze Raadsbrief zullen wij op basis van de
bevindingen van de bovenbedoelde werkgroep onze zienswijze met
betrekking tot het toekomstige huisvestingsmodel uiteenzetten.
2Rapport werkgroep huisvesting
2.1. Kantoorhoudende funkties
Ten aanzien van de kantoorhoudende funkties van de vijf nieuw te
formeren diensten, te weten de diensten Bestuurszaken, Stadsont
wikkeling en Milieu, Economische en Sociale Zaken, Stadsbeheer en
Welzijn, is in het rapport "Huisvesting Gemeentelijk Apparaat" een
zestal huisvestingsscenario's uitgewerkt. Daarbij zijn de onder
delen van deze diensten die thans reeds over zelfstandige huis
vesting beschikken, zoals onder meer het Gemeente-archief, het
Gemeentelijk Muziekinstituut en het Centrum voor Beroepsoriëntatie
en Beroepsoefening, niet in het onderzoek betrokken.
De door de werkgroep onderzochte huisvestingsmodellen worden ge
kenmerkt door een afnemende graad van gecombineerde huisvesting
voor meerdere diensten, waarbij voor de varianten 1 t/m 4 voor een
deel in de nieuwe huisvesting wordt voorzien door het ingebruik
nemen van een nieuwe lokatie, terwijl bij de varianten 5 en 6
alleen het huidige gebouwenbestand wordt benut.
Voor een volledige beschrijving van de onderzochte modellen wordt
verwezen naar paragraaf 3 van het rapport.