In paragraaf 5 van de rapportage van de werkgroep is voor de ver
schillende varianten een indikatieve kostenopzet gegeven. Hierbij
zijn voor de in aanmerking komende opties tevens de besparingen
betrokken die als gevolg van gecombineerde huisvesting op het
gebied van "facility management" kunnen worden gerealiseerd. Het
gaat hierbij om besparingen op de kosten van een aantal interne,
ondersteunende funkties en gemeenschappelijke faciliteiten. Voor
de meest vergaande vorm van geconcentreerde huisvesting, dat wil
zeggen gecombineerde huisvesting voor de 5 in het onderzoek
betrokken diensten (optie I) zijn deze besparingen geraamd op
f 830.000,--. De verschillende financiële effekten zijn schema
tisch weergegeven op blz. 15 van het rapport.
Bij de inhoudelijke afweging van de onderscheiden huisvestings
varianten heeft de werkgroep zich laten leiden door de volgende
criteria:
1De mate waarin het nieuwe huisvestingsmodel bijdraagt aan een
optimale communicatie en werkefficiency binnen het gemeentelijk
apparaat.
2. De mate waarin het nieuwe huisvestingsmodel bijdraagt aan de
beoogde cliëntgerichtheid van de gemeentelijke organisatie.
3. De mate waarin het nieuwe huisvestingsmodel bijdraagt aan de
verbetering van de bereikbaarheid van de gemeentelijke dien
sten.
4. De mate waarin het nieuwe huisvestingsmodel bijdraagt aan het
wegnemen van de knelpunten die met betrekking tot de huisves
ting van enkele onderdelen van de organisatie thans kunnen
worden geconstateerd.
Op basis van deze afweging (paragraaf 6 van het rapport) is de
werkgroep tot de aanbeveling gekomen om de haalbaarheid van een
vergaande vorm van geconcentreerde huisvesting nader te onder
zoeken. In eerste instantie heeft de werkgroep zich daarbij uitge
sproken voor verdere uitwerking van optie 2 (afzonderlijke huis
vesting van de Dienst Bestuurszaken, gecombineerde huisvesting van
de overige 4 diensten). In een aanvullend advies heeft de werk
groep naderhand evenwel aanbevolen ook de Dienst Bestuurszaken,
zij het gedeeltelijk, in de centrale huisvesting te betrekken.
Nader gepreciseerd staat de werkgroep het volgende model voor:
- Handhaving van de panden Raadhuisplein 36 (stadhuis), Hofplein
38 ("achtergebouw" stadhuis) en Hofplein 29 ('t Hof) ten behoe
ve van enerzijds de daar thans aangegeven aanwendingen voor
niet-kantoordoeleinden (trouwerijen, Raadsvergaderingen, offi
ciële recepties, vergaderingen en dergelijke) en anderzijds het
onderbrengen van de kantoorruimten van het College en de ge
meentesecretaris, alsmede de daarmee direkt in verband staande
onderdelen van de Dienst Bestuurszaken (onder meer het be-
stuurssecretariaat en enkele andere direkt ondersteunende funk
ties
Gecombineerde huisvesting op een nieuwe lokatie voor het reste
rende deel van de Dienst Bestuurszaken en de overige vier dien
sten
- Overgaan tot verkoop c.q. huuropzegging met betrekking tot niet
langer te benutten kantoorpanden.
2.2. Werkplaatsen_en_overige_technische_ruimten
Naast de mogelijkheden ten aanzien van de huisvesting van de kan-
toorhoudende funkties, heeft de werkgroep tevens een verkennend
onderzoek verricht naar de haalbaarheid van concentratie van de
zogenaamde technische ruimten van de in het onderzoek betrokken
diensten. De werkgroep is tot de conclusie gekomen dat concen
tratie van de benodigde technische ruimten van de Dienst Stadsbe
heer (met uitzondering van de ruimten te gebruiken voor het groen
onderhoud in de recreatiegebieden) en de Dienst Stadsontwikkeling
en Milieu zeker haalbaar moet worden geacht. Als lokatie voor de
bovenbedoelde concentratie komt naar het oordeel van de werkgroep
zowel de huidige vestiging van de Dienst Reiniging (Jachthaven
laan) als de bedrijfslokatie van de D.S.O. (Gemeentewerfin aan
merking. De werkgroep stelt voor de mogelijkheden tot concentratie
van de technische funkties van de bovengenoemde twee diensten en
de keuze van de daarvoor in aanmerking komende lokatie aan een
meer diepgaand onderzoek te onderwerpen.
Wij hebben ons beraden op de door de Werkgroep Huisvesting uitge
brachte adviezen en zijn daarbij tot de volgende conclusies ge
komen
De door de werkgroep aangevoerde argumenten voor een huisvestings
model dat gekenmerkt wordt door een vergaande vorm van concentra
tie worden door ons onderschreven. De in paragraaf 6 van het
rapport van de werkgroep genoemde voordelen van geconcentreerde
huisvesting, te weten verhoging van de interne communicatie, ver
betering van de klantgerichtheid en bereikbaarheid van het appa
raat en het verbeteren van de werkomstandigheden van het gemeente
lijk personeel, achten wij van dermate belang dat een verdere uit
werking van een dergelijke vorm van huisvesting naar onze mening
gewenst is.
Wij hebben daarbij een sterke voorkeur voor het huisvestingsmodel
zoals dat is aangegeven in het aanvullende advies van de Werkgroep
Huisvesting, dat wil zeggen gecombineerde huisvesting voor de
Dienst Bestuurszaken (behoudens de gemeentesecretaris, het be-
stuurssecretariaat en enkele facilitaire funkties) en de overige
vier diensten. Met name het belang van een samenvoeging van de
publieksgerichte funkties op één lokatie ligt aan de keuze om ook
de Dienst Bestuurszaken in de centrale huisvesting te betrekken
ten grondslag. Voorts is de hechte funktionele relatie tussen de
Dienst Bestuurszaken en de vakdiensten in dit opzicht tevens van
belang. Deze keuze impliceert dat, met uitzondering van het
stadhuis (met -aangrenzende ruimten) en 't Hof, de panden rondom
het Raadhuisplein voor afstoting in aanmerking komen.
-3-
Modelkeuze