2
Artikel 2
Met inachtneming van hetgeen overigens in deze verordening is bepaald:
a. zijn de Verplaatsingskostenverordening, de Spaarverordening 1969, de Dienstreizenvergoedingsre-
geling en het Uitvoeringsvoorschrift, als bedoeld in artikel 12 van de Verordening studiefacilitei
ten, zoals deze op de datum van inwerkingtreding van deze verordening luiden en in de
toekomst zullen luiden op de ambtenaar en de werknemer van toepassing;
b. is de Arbeidsovereenkomstenverordening, hoofdstuk A t/m I, zoals deze op de datum van
inwerkingtreding van deze verordening luidt en in de toekomst zal luiden op de werknemer van
toepassing, met inachtneming van de volgende wijzigingen:
1. artikel A5 wordt gelezen: "De artikelen A2, A4, A5 en A6 van het Algemeen Reglement
voor Ambtenaren werkzaam bij instellingen voor kunstzinnige vorming zijn van overeen
komstige toepassing.";
2. in artikel BI onder a, vervallen de woorden "van een dienst of bedrijf';
3. artikel B7 wordt gelezen: "De artikelen B2 en B3 van het Algemeen Reglement voor
Ambtenaren werkzaam bij instellingen voor kunstzinnige, vorming zijn van overeenkomsti
ge toepassing.";
4. artikel C4 wordt gelezen: "De artikelen C2 tot en met CIO en Cll tot en met C16 van
het Algemeen Reglement voor Ambtenaren werkzaam bij instellingen voor kunstzinnige,
vorming zijn van overeenkomstige toepassing";
5. artikel Dl wordt gelezen: "Hoofdstuk D van het Algemeen Reglement voor Ambtenaren
werkzaam bij instellingen voor kunstzinnige vorming is van overeenkomstige toepassing.";
6. artikel El wordt gelezen: "De artikelen Al tot en met E23 en E26 tot en met E31 van
het Algemeen Reglement voor Ambtenaren werkzaam bij instellingen voor kunstzinnige
vorming zijn van overeenkomstige toepassing.";
7. artikel F1 wordt gelezen: "Hoofdstuk F van het Algemeen Reglement voor Ambtenaren
werkzaam bij instellingen voor kunstzinnige vorming is van overeenkomstige toepassing.";
8. artikel G1 wordt gelezen: "Hoofdstuk G van het Algemeen Reglement voor Ambtenaren
werkzaam bij instellingen voor kunstzinnige vorming is van overeenkomstige toepassing.";
9. de artikelen G2 en G3 worden geschrapt;
10. in artikel H2 wordt het vijfde lid geschrapt;
11. artikel H5 wordt gelezen: "De artikelen H14a, eerste, derde en vierde lid, H17 en H18
van het Algemeen Reglement voor Ambtenaren werkzaam bij instellingen voor
kunstzinnige vorming zijn van overeenkomstige toepassing.".
Hoofdstuk III
Overgangs- en Slotbepalingen
Artikel 3
Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening, houdende
het Rechtspositiereglement voor het onderwijzend personeel, verbonden aan het Gemeentelijk Muziekin
stituut Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 september 1982.
Artikel 4
Deze verordening kan worden aangehaald als "Rechtspositiebesluit voor het personeel van het Gemeente
lijk Muziekinstituut Leeuwarden".
3
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking met ingang van heden, met dien verstande dat het Reglement
garantie terugwerkt tot en met 1 september 1989.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.