Fusie RSG Leeuwarden (havo/atheneum) en Perkschool (mavo).
Bijlage nr. 120. Leeuwarden, 12 april 1990.
Aan de Gemeenteraad.
Reeds vanaf 1985 werken de Perkschool voor mavo en de Rijksscholengemeenschap Leeuwar
den (RSG) samen op organisatorisch, onderwijskundig en materieel gebied. Deze samenwerking tussen
beide scholen is op 2 september 1987 geformaliseerd in een samenwerkingscontract, dat door het
Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en ons college is ondertekend.
Mede met het oog op de verwachting in 1986 dat de RSG op niet al te lange termijn aan
onze gemeente zou worden overgedragen, hebben de directies en het personeel van beide scholen zich
beraden op een nauwere vorm van samenwerking. Dit beraad heeft erin geresulteerd dat directie en
personeel van beide scholen het gewenst achtten om de mogelijkheid van een fusie tussen RSG en
Perkschool nader te onderzoeken. Het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen en ons college
hebben vervolgens een intentieverklaring betreffende een fusie tussen beide scholen ondertekend. Deze
verklaring alsmede de hieraan ten grondslag liggende nota "Fusie oriëntatie" zijn voor U ter inzage
gelegd. Op basis van de oriëntatie-rapportage zijn alle bij de beide scholen betrokkenen tot het oordeel
gekomen dat:
fusie tussen de RSG en de Perkschool gewenst is, gelet op het beleid van de gemeente om
te komen tot de vorming van brede scholengemeenschappen;
fusie een versterking oplevert van de onderwijskundige situatie; gedacht kan worden aan betere
doorstromingsmogelijkheden, uitstelmogelijkheid van keuzes en een breder en gevarieerder
onderwijsaanbod;
fusie de terugloop van leerlingen zal tegengaan.
Op grond van de door beide directies geformeerde procedure heeft de daartoe geïnstalleerde
Coördinatiecommissie fusie RSG-Perkschool op 1 september 1989 het eindadvies uitgebracht, dat voor
U ter inzage is gelegd. Zowel de Medezeggenschapsraad van de RSG als die van de Perkschool hebben
vervolgens een positief advies uitgebracht t.a.v. de hoofdlijnen van het eindadvies van de Coördinatie
commissie, zodat er geen wezenlijke belemmeringen meer zijn om tot fusie over te gaan per 1 augustus
1990. Wel is t.a.v. een aantal onderwerpen commentaar geleverd of zijn afwijkende standpunten
ingenomen. De belangrijkste daarvan zijn:
A. MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT
De MR van de RSG kent thans een instemmingsbevoegdheid t.a.v. overdracht en een adviesbe
voegdheid t.a.v. fusie. De MR van de Perkschool kent evenals de overige openbare scholen
voor voortgezet onderwijs in Leeuwarden voor beide onderwerpen een adviesbevoegdheid. Gelet
op de hieronder weergegeven motieven, zijn wij van oordeel dat de MR van de nieuwe
scholengemeenschap t.a.v overdracht een adviesbevoegdheid moet worden toegekend.
Het gemeentebestuur heeft naast de zorg voor iedere afzonderlijke school de taak te voldoen
aan de opdracht te zorgen voor voldoende openbaar onderwijs in een genoegzaam aantal
scholen. De uitvoering van deze algemene taak kan tot fricties leiden met de specifieke
belangen van een afzonderlijke school. Juist om te kunnen zorgen voor voldoende levenskrach
tig openbaar onderwijs kan de situatie zich voordoen dat de belangen van de individuele
school ondergeschikt gemaakt moeten worden aan die van het algemeen belang.
In de op 12 maart 1990 door Uw Raad vastgestelde overdrachtsovereenkomst RSG is in
artikel 23 opgenomen dat de school gedurende een periode van 4 jaar niet tegen de zin van
de MR in tot verdere fusie respectievelijk overdracht kan worden gedwongen. Aangezien de
overdrachtsakte een overeenkomst is tussen het (voormalig) bevoegd gezag van de RSG en
de gemeente Leeuwarden als (huidig) bevoegd gezag, kan de nieuwe scholengemeenschap zich
- buiten de inhoud van het MR-reglement om - beroepen op artikel 23 van genoemde over-