Uiteindelijk zijn de budgetten en niet de formatieplaatsen maat
gevend voor de beoordeling of aan de taakstelling is voldaan.
De reorganisatie-reserve van 1°4 komt overeen met een bedrag van
f 0,5 miljoen. Dit bedrag is bedoeld voor het oplossen van knel
punten in het reorganisatieproces tussen nu en 1 maart 1990. Die
knelpunten kunnen ontstaan doordat bijvoorbeeld het gemiddelde
salarisbedrag waarmee gerekend is bij de vaststelling van de
theoretische formaties hoger blijkt te zijn (ten gevolge van
bredere funkties, verdergaande mandatering, etc.). Ook kan het
zijn dat de afstemming van werktijden van in te passen personen
op de geraamde formaties tot een aantal onder- en overschrij
dingen leidt, waarvoor deze reserve een oplossing kan bieden.
De budgetten die de CDR thans heeft vastgesteld en waaraan alle
algemeen direkteuren zich hebben gecommitteerd, zijn qua totaal
in overeenstemming met de begroting 1990 minus de reorganisatie
taakstelling en -reserve van 1V In onderstaand staatje zijn
bovendien de in de voorstellen opgenomen formaties vermeld. Deze
blijven, zij het met geringe overschrijdingen bij de dienst
Stadsbeheer en de dienst Welzijn en met kleine onderschrijdingen
bij de dienst Stadsontwikkeling en Milieu en de dienst Econo
mische en Sociale Zaken, binnen de grenzen van de theoretische
formatie van 930 formatieplaatsen.
Dienst
Budget x
f 1.000,—
Formatie
Bestuurszaken
7.566
123.30
Stadsontwikkeling en Milieu
11.603
183.15
Stadsbeheer
11 .110
230.61
Economische en Sociale Zaken
9 .899
165.50
Welzijn
12.496
226.00
Totaal
52.665
928.56
4De organisatie-criteria en de funktievorming
In het kader van de door Van Dien Co georganiseerde werkcon
ferentie ten behoeve van de DWGn en de COG op 4 en 5 september
j1zijn als concretisering van een aantal reorganisatiedoel
stellingen onder andere criteria geformuleerd waaraan het orga
nisatie-ontwerp en de funktievorming zouden moeten voldoen.
4.1. Organisatie-criteria
Met name de volgende criteria hebben een rol gespeeld:
a. in principe niet meer dan 3 leidinggevende niveaus;
b. een leidinggevende geeft in beginsel aan tenminste 5 en ten
hoogste 15 personen leiding. Bij een organisatie-onderdeel van
minder dan 5 personen is dus geen aparte leidinggevende nodig;
c. een manager geeft in beginsel aan niet meer dan 5 organisatie
onderdelen leiding.
Deze criteria hebben vooral tot doel om de organisatie overzich
telijk en flexibel te maken en te houden en voorkomen bureau
cratische trekjes die inherent zijn aan veel schijven waarover
informatie en/of besluiten moeten lopen. De begrenzing ligt in de
beheersbaarheid
Aan het criterium van een platte organisatie wordt in de voor
stellen doorgaans voldaan. Uitzondering hierop vormen:
1de afdeling Financiën en Informatie bij de dienst Stadsont
wikkeling en Milieu waar 2 bureaus zijn gevormd;
2. de afdelingen Interne Zaken, Weg- en Waterbouw, Reiniging c.a.
en Plantsoenen bij de dienst Stadsbeheer. De omvang van de
formatie en de dislokatie hebben hierbij een rol gespeeld;
3. de afdelingen PrincessehofBinnensport, Buitensport en Fries
landhal bij de dienst Welzijn, waar respektievelijk 2, 3, 1 en
2 bureaus zijn gevormd. Ook hier gelden de motieven van for
matie-omvang en dislokatie; alsmede de grote span of control
van de vakdirekteur Cultuur, Sport en Recreatie.
De dienst Bestuurszaken en de dienst Economische en Sociale Zaken
voldoen volledig aan het criterium van een platte organisatie.
Ook aan het criterium van de span of control (5 - 15) wordt door
gaans voldaan. De gemiddelden zien er als volgt uit:
dienst Bestuurszaken
dienst Stadsontwikkeling en Milieu
dienst Stadsbeheer
dienst Economische en Sociale Zaken
dienst Welzijn
13
8
13
12
10
Het leidinggeven aan in beginsel niet meer dan 5 organisatie
onderdelen heeft betrekking op leidinggevenden die leiding geven
aan andere leidinggevenden (de chef van de chef).
Bij de dienst Stadsontwikkeling en Milieu wordt deze grens over
schreden door de algemeen direkteur en (voorlopig) de vakdirek
teur Produktie.
Bij de dienst Economische en Sociale Zaken door de algemeen
direkteur en de vakdirekteur Sociale Zaken.
Bij de dienst Welzijn is dat het geval bij de vakdirekteur Cul
tuur, Sport en Recreatie.
De dienst Bestuurszaken en de dienst Stadsbeheer voldoen volledig
aan dit criterium.
4.2. De funktievorming
Aan de funktievorming zijn onder andere de volgende eisen ge
steld
- invloed op werkwijze en resultaat kunnen uitoefenen;
- meer dan één handeling in het bewerkingsproces;
- zoveel mogelijk complete produkten;