2
Om aan deze doelstellingen tegemoet te komen zal een korte besluitvormingsprocedure
noodzakelijk zijn. In het kader van de reorganisatie wordt hiertoe het middel van de versterkte
mandatering naar voren geschoven, gekoppeld aan een grotere zelfstandigheid van de diensten.
Daarnaast wordt het zg. contractmanagement ingevoerd.
Het beste resultaat hiervan mag slechts worden verwacht, indien ook de commissies zich
tot de grotere lijnen kunnen beperken. Voor de concretisering hiervan kan aansluiting worden
gezocht bij de methodiek van de rapporten "Mandaat op maat" en "Zelfbeheer en contractma
nagement". Uiteraard mag dat geen afbreuk doen aan de politieke en bestuurlijke verantwoor
delijkheden van de leden van de Raad en de commissies. Er zal evenwel meer dan tot dusverre
verantwoording achteraf gevraagd moeten worden in plaats van instemming vooraf te verlenen
aan soms gedetailleerde plannen. Voorts zal in overleg met de portefeuillehouder ruimte kunnen
worden geschapen voor de mogelijkheid om zg. meningsvormende commissievergaderingen te
houden.
Het commissiestelsel zal op het voorgaande moeten zijn afgestemd, zodat zorgvuldig in
het oog zal moeten worden gehouden, dat niet teveel commissies worden betrokken bij de
voorbereiding van het beleid. Dit sluit natuurlijk niet uit, dat gewichtige aangelegenheden wel
in twee in plaats van in één commissie aan de orde kunnen komen.
Terzijde zij nog opgemerkt, dat de hiervoor bedoelde "winst" ook naar de Raad
zichtbaar moet zijn in de vorm van (nog) beter voorbereide voorstellen. Als gevolg hiervan zou
het aantal raadsvergaderingen kunnen worden teruggebracht tot eenmaal in de maand, bijv. de
derde maandag in de maand, in plaats van eenmaal in de drie weken.
EIGEN KARAKTER.
Met uitzondering van de raadsadviescommissies en de Commissie Openbare Orde
(adviescommissie aan de Burgemeester) kan worden gesteld, dat de overige commissies (zie
bijlage 1) een eigen karakter in de commissiestructuur hebben, gelet op de rechtstreekse
inbreng die buitenstaanders (ook burgers) in die commissies hebben. Mede gelet op de
reorganisatie, zal in de positie van de commissies van advies en bijstand aan B W en van
de bestuurscommissies verandering optreden. Hierop wordt later teruggekomen.
GEMEENTELIJKE ORGANISATIE EN COMMISSIESTELSEL.
A. Algemeen.
De nieuwe gemeentelijke organisatie zal vijf "grote" diensten kennen, n.l.:
Dienst Bestuurszaken;
Dienst Stadsontwikkeling en Milieu;
Dienst Stadsbeheer;
Dienst Welzijn;
Dienst Economische en Sociale Zaken.
Hoewel de concrete invulling van de taakvelden van deze diensten nog niet geheel is
afgerond, is voldoende duidelijk hoe de taken globaal komen te liggen. In aansluiting op
voornoemde uitgangspunten wordt in principe voor het taakveld van elke dienst een raadsad-
viescommissie ingesteld. Dat aan dit principe, gelet op de alsdan onevenredig grote werklast
voor sommige commissies, niet geheel kan worden vastgehouden, zal hieronder blijken. Op de
na de reorganisatie overblijvende "kleine" diensten, n.l. Woningbedrijf, Dienst Sociale Werk
voorziening en Brandweer en evt. bijbehorende commissies zal eveneens worden ingegaan. Voor
de politie blijft de relatie met de Commissie Openbare Orde bestaan.
B. Structuur.
Ten aanzien van dit onderdeel is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de indeling
in diensten zoals die door de reorganisatie vorm krijgt. Vanzelfsprekend dient te worden
gestreefd naar een zo evenredig mogelijke verdeling van de werklast tussen de commissies,
hetgeen met zich meebrengt, dat enkele keren inbreuk wordt gepleegd op het principe van één
raadsadviescommissie per dienst.
3
RAADSADVIESCOMMISSIES.
Rekening houdend met de uitgangspunten en de taakvelden van genoemde diensten
ontstaat het volgende beeld:
Commissie voor Algemene Zaken.
Daarin worden naast de algemene beleidszaken en de zaken van de Dienst Bestuurszaken ook
de regiozaken en de brandweer behandeld. Behandeling van zaken van de brandweer als
"bedrijf" in deze commissie sluit aan bij de taakstelling van de brandweer in regioverband en
bij de (bij voorkeur te handhaven) personele unie van deze commissie met de Commissie voor
Openbare Orde, alwaar, naast de zaken m.b.t. de openbare orde en de politie, ook de brand-
weertaak en de verantwoordelijkheid daarvoor van de burgemeester in het kader van de
Gemeentewet en de Rampenwet kunnen worden behandeld. Tot op heden was dit laatste aspect
buiten de aandacht gebleven.
De burgemeester kan zich hiermee verenigen.
Een combinatie van beide commissies lijkt voor de hand te liggen, omdat de samenstelling van
de beide commissies exact gelijk is. Daar staat tegenover, dat de Commissie voor Algemene
Zaken is ingesteld door de Raad en de Commissie voor Openbare Orde door de Burgemeester
om hem te adviseren bij de uitoefening van zijn taak als gemeentelijk bestuursorgaan. Een
gescheiden verantwoordelijkheid derhalve. Verhoging van de efficiency wordt bereikt door een
verbetering van de afstemming van de vergaderingen van deze commissies.
Emancipatie is als facetbeleid bij de Dienst Bestuurszaken ondergebracht. Overwogen zou
kunnen worden om de emancipatie onder te brengen bij de Commissie voor Algemene Zaken.
Aangezien het emancipatiebeleid echter nog niet voor alle beleidsterreinen ontwikkeld is en nog
te weinig verankerd is in het denken en handelen van het gemeentelijk apparaat als geheel,
kiezen wij voor handhaving van de Commissie voor Emancipatieaangelegenheden tijdens de
volgende raadsperiode als afzonderlijke raadsadviescommissie.
Wij stellen U voor terzake conform ons standpunt te besluiten.
Commissie voor de Middelen.
Deze commissie zal de middelen van de Dienst Bestuurszaken behandelen en op concernniveau
zorgdragen voor de coördinatie van de middelenfuncties van de overige diensten. Onder
middelenfuncties worden verstaan: financiën en organisatie, personeels- en informatiezaken.
De middelenfuncties van elke afzonderlijke dienst worden door de bij die dienst behorende
commissie zelf behandeld.
Commissie voor Stadsontwikkeling.
Gelet op de indeling van de milieutaak bij de Dienst Stadsontwikkeling en Milieu, zou volgens
de uitgangspunten laatstgenoemde taak ook door genoemde commissie moeten worden behan
deld. De huidige Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting (die in de nieuwe
commissie zal opgaan) heeft echter al een uitgebreide en zware taak. Toevoeging van de
milieutaak aan deze nieuwe commissie zal leiden tot een onevenredige werklast voor deze
commissie. Mede gelet op de toenemende aandacht voor en het toenemende belang van de
milieuproblematiek, dient ervoor te worden gezorgd, dat dit beleidsonderwerp niet versnipperd
wordt over verschillende commissies.
Derhalve pleiten wij voor een combinatie van de milieutaak met de Commissie voor Stadsbe
heer. Deze mogelijkheid sluit aan bij de in de Raad gehoorde wens om het milieu en het
groenonderhoud te koppelen. Wij stellen U derhalve voor de milieutaak onder te brengen bij
de Commissie voor Stadsbeheer en de naamgeving van die commissie overeenkomstig aan te
passen.
Commissie voor Milieu en Stadsbeheer.
Op het onderbrengen van de milieutaak bij deze commissie is hierboven reeds ingegaan. In
deze commissie zal voorts, naast de andere bij de commissie behorende taakvelden, het markt
en havenwezen worden behandeld, nu nog een taak van de Commissie voor het Marktwezen
en de Frieslandhal. De inbreng van externe leden in de bestaande commissie t.a.v. het markt
en havenwezen is echter waardevol. Voorgesteld wordt die inbreng te handhaven en wel in een