De verordening biedt aan het college de mogelijkheid van
afwijkende toepassingen, mits de commissie daarmee instemt.
Naar onze mening kan instemming van de Raad met de hier
bedoeld afwijking daarvoor in de regeling in daarvoor in
aanmerking komende gevallen van "wonen boven winkels", in de
hierboven bedoelde gunstiger zin wordt toegepast. Wellicht
ten overvloede merken wij nog op dat daarnaast ook andere
subsidieregelingen van toepassing kunnen zijn. Deze worden
door het bovenstaande uiteraard geenszins uitgesloten.
Om pragmatische redenen is een proefgebied gekozen in het
noord-oostelijke deel van de binnenstad, in een gebied aan en
rond de Voorstreek. Hier wordt de grootste kans van slagen
verondersteld. Dit vindt zijn oorzaak in het feit dat de
wisseling van functies daar het grootst is en daar in ver
gelijking met andere winkelgebieden in de binnenstad enige
extra aandacht gerechtvaardigd lijkt.
Bovendien valt dit gebied voor een deel al samen met het
gebied waarbinnen een verscherpt aanschrijvingsgebied zal
verder zodanig worden uitgebreid dat ook de rest van het
proefgebied eronder komt te vallen.
Wellicht ten overvloede merken wij nog op dat het voren
staande geenszins tot gevolg mag en zal hebben dat eigenaren
van panden die buiten het bedoelde gebied zijn gelegen niet
voor deze stimuleringsmaatregelen in aanmerking komen. Des
gewenst zullen ook zij van deze actie gebruik kunnen maken.
Wij stellen u derhalve voor tot aanwijzing van het desbetref
fende actiegebied over te gaan.
Teneinde voldoende aandacht op het beleid te vestigen en om
de aantrekkelijkheid te vergroten zullen extra middelen nodig
zijn voor publiciteit en voor het uitvoeren van een aantal
haalbaarheidsonderzoeken. Voor 1990 gaat het hier om bedragen
van respectievelijk 15.000,- en 75.000,-. Het totaal ad.
90.000,- dient naar onze mening te worden gedekt ten laste
van het Stadsvernieuwingsfonds. Wij stellen u voor het to
taalbedrag van 90.000,- beschikbaar te stellen. Voor 1991
zal t.z.t. dekking moeten worden meegenomen binnen de stads
vernieuwingsmiddelen.
2
De Commissie Stadsontwikkeling heeft zich in haar vergadering
van 12 juni jl. met ons voorstel verenigd.
Onder vermelding dat de Overlegcommissie voor het Midden- en
Kleinbedrijf in haar vergadering van 25 juni 1990 over deze
aangelegenheid zal worden geïnformeerd, geven wij u in over
weging in te stemmen met de nota als wijze van aanpak van het
te voeren beleid en te besluiten overeenkomstig bijgevoegd
ontwerp.
Leeuwarden, 14 juni 1990
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester
mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris