verslagen van deze vergaderingen liggen eveneens voor U bij de
stukken ter inzage. Ons besluit van 15 mei 1990 (en de hieraan
ten grondslag liggende stukken) is voorts aan de orde geweest
tijdens de op 12 juni 1990 gehouden vergadering van de Commis
sie voor Stadsontwikkeling. Tijdens deze vergadering is door
verschillende bewoners (in enkele gevallen namens een vereni
ging van dorpsbelang) van Lekkum, Snakkerburen, Hempens en
Ritsumazijl, alsmede namens de bewonersvertegenwoordiging Bis
schopsrak het woord gevoerd.
Na een uitvoerige gedachtenwisseling heeft de commissie er op
aangedrongen, dat er alsnog bestuurlijk overleg zou worden ge
pleegd met het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visse
rij, met als inzet dat een (aanmerkelijk) aantal ligplaatsen in
de Jelsumervaart kan worden gerealiseerd en waarbij een ant
woord zou moeten worden gegeven op de vraag of de situering van
ligplaatsen in de Jelsumervaart inderdaad gevolgen zal hebben
voor de bijdrage die vanwege het rijk kan worden gegeven in de
benodigde investeringen voor het bos of de mogelijke bereidheid
van het rijk om gedurende een substantiële periode de lasten
van het beheer en onderhoud te dragen. Ook wanneer dit het ge
val mocht zijn, dan is desondanks een meerderheid van de com
missie van mening dat in het uiterste geval gekozen zou moeten
worden voor het hiervoor genoemde spreidingsmodel, waarbij een
restant van de ligplaatsen in de Jelsumervaart zou moeten wor
den gesitueerd. Voorop stond evenwel dat er bestuurlijk overleg
diende plaats te vinden. Tegelijkertijd bleek de commissie in
principe in te stemmen met de lokatie bij de Nauwe Greuns ten
zuiden van Hempens (max. 6 ligplaatsen; deze lokatie is met na
me bedoeld voor woonschepen waarmee 's zomers gevaren wordt),
terwijl evenmin overwegende bezwaren bleken te bestaan tegen de
lokatie Ritsumazijl (max. 5 ligplaatsen), met dien verstande
dat hierover op korte termijn overleg dient te worden gepleegd
met het gemeentebestuur van Menaldumadeel en daarna (in samen
werking met dit gemeentebestuur) met de bewoners van Ritsuma
zijl. Daarnaast dient over deze lokatie nog overleg plaats te
vinden met de woonschepenbewoners.
De discussie tijdens genoemde commissie-vergadering heeft zich
derhalve toegespitst op de lokaties bij Lekkum en Jelsumer
vaart, zowel op zichzelf als in relatie tot elkaar.
Bedoeld bestuurlijk overleg heeft plaatsgevonden op 18 juni
j.l. met de directeur Landbouw, Natuur en Openluchtrecreatie in
de provincie Friesland (die namens de minister bestuurlijk
overleg mag voeren)Bij dit overleg waren tevens aanwezig de
consulent bos- en landschapsbouw in de provincie Friesland (van
het ministerie), twee ambtenaren van de provincie (die wat be
treft de ontwikkelingen in dit opzicht intensief contact hebben
gehad met leden van Gedeputeerde Staten) en twee vertegenwoor
digers van de Grontmij. In het kort komt het resultaat van het
bestuurlijk overleg hierop neer, dat, ervan uitgaande dat de
gemeente alles in het werk stelt om elders een oplossing te
vinden en dat wanneer ook alle (andere) mogelijkheden voor het
2
realiseren van ligplaatsen in Lekkum zijn uitgeput, met als ge
volg dat er nog 8 a 9 woonschepen overblijven, deze in de Jel
sumervaart kunnen worden afgemeerd, mits de oorspronkelijke be
doeling van het bos geen geweld wordt aangedaan en er overleg
plaatsvindt over waar de ligplaatsen zullen worden aangelegd.
Wat dit laatste betreft geeft men van de kant van het ministe
rie de voorkeur aan de westkant van de Dokkumer Ee boven de
Jelsumervaart. Afgesproken is dat hierover nader overleg zal
plaatsvinden en dat voorshands zal worden uitgegaan van de lo
katie Jelsumervaart/westkant Dokkumer Ee ("in of bij het bos").
Van de kant van ons college is voorts naar voren gebracht,
dat - mede gelet op de standpuntbepaling van de Commissie voor
Stadsontwikkeling - een capaciteit van 16 ligplaatsen bij Lek
kum niet haalbaar moet worden geacht en dat derhalve gestreefd
moet worden naar spreiding van de ligplaatsen over beide loka
ties (Lekkum 8 a 9 en Jelsumervaart/westkant Dokkumer Ee 8 a
9). Alle aanwezigen bij het bestuurlijk overleg hebben zich
hierin kunnen vinden. Overigens geldt ook voor de andere loka
ties dat deze in overleg met de woonschepenbewoners, de Gront
mij en de bewoners van de dorpen nog nader moeten worden uitge
werkt. Dit geldt met name ook voor Lekkum, aangezien tijdens de
vergadering van de Commissie voor Stadsontwikkeling een variant
is genoemd, die eventueel voor uitvoering in aanmerking komt.
In het algemeen geldt dat varianten bespreekbaar zijn. Uit
gangspunt is om tot acceptabele oplossingen te komen. Gelet op
het vorenstaande, dient naar onze mening inderdaad van het
spreidingsmodel te worden uitgegaan, te weten:
Ritsumazijl (max. 5 ligplaatsen), de Mientjesvaart bij Lekkum
(max. 8 a 9 ligplaatsen), de Jelsumervaart/westkant Dokkumer Ee
(max. 8 a 9 ligplaatsen) en de Nauwe Greuns bij Hempens (max. 6
ligplaatsen), steeds met een marge van 1.
De mogelijkheid om, op nadrukkelijke wens van betrokkenen, een
aantal woonschepen te handhaven in het Bisschopsrak wordt niet
uitgesloten, hetgeen uiteraard van invloed kan zijn op de aan
tallen ligplaatsen die elders moeten worden gerealiseerd. Ove
rigens zullen wij de bewoners van de woonschepen nadrukkelijk
adviseren om het Bisschopsrak te verlaten. Op korte termijn
zullen wij U voorstellen om voor de betrokken lokaties voorbe-
reidingsbesluiten te nemen.
Volledigheidshalve merken wij nog op, dat voor U bij de stukken
ter inzage ligt een brief van de Vereniging voor Dorpsbelangen
Lekkum, Miedum en Snakkerburen inzake de lokatie Lekkum en een
brief van Dorpsbelang Hempens/Teerns inzake de lokatie Hempens.
Voorgesteld wordt deze brieven bij de behandeling van dit voor
stel te betrekken.
3