Nr. 399. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 januari 1990 (bijlage nr. 27); BESLUIT: de parkeergarage Klanderij in beheer onder te brengen bij de Stichting ten behoeve van de Bouw en Exploitatie van Parkeergarages in Leeuwarden, overeenkomstig de bij dit besluit behorende overeen komst. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Vaststelling van de Nota Woningbouwbeleid. Bijlage nr. 28. Leeuwarden, 18 januari 1990. Aan de Gemeenteraad. In september 1989 heeft ons college het ontwerp van de Nota Woningbouwbeleid gepresenteerd. Deze nota is de nadere uitwerking van de eerdere ontwerpnota deel I, die in 1988 is uitgebracht. Deze eerste ontwerpnota bevatte de beschrijving van de beleidsmatige keuzen inzake het nieuwbouwbeleid, in het bijzonder de nieuwbouwproduktie als uitgangssituatie voor de jaren negentig. Doel van het uitbrengen van de nota in deze vorm, was het op gang brengen van de discussie met de provincie Friesland over het te voeren woningbouwbeleid in het komend decennium. Deel I is behandeld in de Raadscommissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting op 22 november 1988. Naar aanleiding van die behandelingen zijn de gemaakte opmerkingen en de naderhand ontvangen schriftelijke reacties verwerkt. Tevens zijn naar aanleiding van het overleg met de provincie (zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau) een aantal wijzigingen in de nota aangebracht. De thans voorliggende nota omvat naast de beschrijving van de kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van het geactualiseerde nieuwbouwbeleid een beschrijving van een aantal deelterreinen van het volkshuisvestingsbeleid (doelgroepen en aandachtsvelden). In de nota wordt mede naar aanleiding van gevoerde overleg thans voorwaardelijk gekozen voor de provinciale taakstelling op het terrein van de bevolkingsontwikkeling. Hierop is de bouwtaakstelling gebaseerd. Deze taakstelling is gericht op een gelijkmatige ontwikkeling van het bouwen tussen 1990 en het jaar 2000. In de nota wordt ook vrij ruim aandacht geschonken aan de wijze waarop het beleid in de praktijk uitvoering zal worden gegeven. Een belangrijke wijziging van de aanpak binnen de volkshuis vesting is, dat de beleidsmatige sturing niet langer op een totaal van een jaarprogramma is gericht, maar op individuele projecten, waarin een beleidsmatig streven bijzondere aandacht heeft gekregen. Derhalve zijn voor de uitwerking van het beleid op verschillende deelterreinen beleidsmatige initiatieven beschre ven, die in concrete bouw- of renovatieprojecten tot uitvoering moeten worden gebracht. Ook het aspect van politieke sturing richt zich daarbij meer op het niveau van het individuele project. Deze gewijzigde aanpak past ook goed bij het nog nader in een nota te verwoorden voorraad- beleid. In het Woonconsumentenoverleg Leeuwarden van 11 september 1989 is het ontwerp van de Nota Woningbouwbeleid besproken. Hierbij is met name aandacht gevraagd voor de betaalbaarheid van de nieuwbouw. Tevens is aandacht gevraagd voor de aspecten die samenhangen met het woningvoorraadbe- leid. Het beleid verwoord door staatssecretaris Heerma in de Nota Volkshuisvesting in de jaren negentig, gaat uit van een verminderde subsidiëring en dus een hogere eigen bijdrage aan het wonen. Ons college deelt daarom de zorg omtrent de betaalbaarheid en zal overeenkomstig zijn doelstellingen in het bijzonder blijven letten op de positie van de laagste inkomens en de woonlastenproblematiek, hetgeen naar onze mening ook in de thans voorliggende nota tot uitdrukking wordt gebracht. Echter de ruimte voor een woonlastenbeleid voor de nieuwbouw is maar klein. De woonlastenproblematiek is onderwerp in het voorraadbeleid. Onder meer in het kader van het woonruimteverdelingsbeleid zal hierop nader worden teruggekomen. Het ontwerp van de Nota Woningbouwbeleid is verspreid onder de in Leeuwarden werkzame instellingen op het terrein van de volkshuisvesting voor het verkrijgen van reacties en commentaren. De verzamelde reacties en de door het college geformuleerde commentaren zijn gebundeld en verwerkt in een reactienota, die thans als bijlage in de nota is opgenomen en hiervan derhalve integraal onderdeel uitmaakt. Voorts is de nota besproken in het bestuurlijk overleg met de Federatie van Leeuwarder Woningcorporaties en met de Leeuwarder Makelaars NVM. De hierbij ontvangen reacties zijn tevens in de reactienota verwerkt. De Nota Woningbouwbeleid en de reactienota zijn tevens besproken in het Overlegplatform

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 46