C. Invulling herwaarderingstaakstelling.
D. Samenvatting en financieel overzicht.
Niet-opvulling vacature D.M.F.
Bij het vaststellen van de herwaarderingstaakstelling werd verondersteld dat een ontstane
vacature niet behoefde te worden opgevuld. Dit zou een besparing kunnen opleveren van
55.000,welke gerealiseerd kan worden op het moment dat de 28 CPM's (Centrale
Parkeermeters), welke voor 1989 zijn geraamd, zijn geïnstalleerd. Voor het Beleidsplan
1989-1993 betekent dit dat ramingstechnisch kan worden uitgegaan van een besparing per
1 januari 1989. Overigens adviseert de werkgroep voor een vooralsnog gedeeltelijke invulling
van de reeds ontstane vacature een bedrag op te nemen van 9.000,en voor meerder
onderhoud een bedrag van 5.000,De netto-invulling van dit gedeelte van de taakstelling
wordt derhalve 41.000,
Tarieven.
Door een wijziging in de Legesverordening zijn de tarieven van abonnementen/vergunningen
en tarieven van ontheffingen met elkaar in evenwicht gebracht. Zoals hierboven vermeld, werd
aanvankelijk rekening gehouden met een extra opbrengst als gevolg van de verhoging van leges
voor parkeerontheffingen van 44.000,Dit bleek naderhand enigszins overschat. In de later
opgestelde begroting 1989 van de D.M.F. werd een bedrag van 42.000,geraamd. Verder
kan door het verlenen van meer ontheffingen een meeropbrengst worden verkregen van
f 20.000,—.
Een ander voorstel tot legesheffing van tot nu toe gratis verleende incidentele ontheffingen
levert eveneens een bate op. Een voorlopige schatting bedraagt 10.000,Het totale effect
voor wat betreft dit onderdeel is derhalve een bate van f 72.000,
Gewijzigde controle-opzet.
De huidige betalingsgraad is 70%. Deze betalingsgraad blijkt voorts door een gewijzigde
controle-opzet te kunnen worden verhoogd. Voorafgaand aan verdere conclusies en beslissin
gen zal eerst de gewenste betalingsgraad moeten worden bepaald. De werkgroep acht, gezien
de resultaten van een experiment in de Zuiderstraat, een betalingsgraad van gemiddeld 90%
praktisch haalbaar.
Deze procentuele stijging van 70 naar 90 komt overeen met een hogere opbrengst aan parkeer-
gelden van rond 350.000,
Deze hogere opbrengst is sterk gerelateerd aan een gewijzigde controle-opzet in combinatie met
het huidige aantal parkeercontroleurs. Vermindering van het aantal parkeercontroleurs zou naar
het gevoelen van de werkgroep een evenredige vermindering van de hogere opbrengst kunnen
betekenen. Uitgaande van de algemene uitgangspunten van het ruimtelijke ordeningsbeleid, de
opgedane ervaringen met de nieuwe apparatuur en een wijziging in de controle-opzet, verdient
het aanbeveling het huidige aantal parkeercontroleurs te handhaven.
Aanpassing van de dienstroosters kan ertoe bijdragen dat ook op de hierbovengenoemde
tijdstippen meer aandacht aan betaald parkeren kan worden besteed. De werkgroep beveelt aan
daartoe over te gaan. Bij het bovenstaande kunnen nog te volgende twee kanttekeningen
worden geplaatst.
1. Indien de taakstelling niet gehaald wordt, zal - mede gezien de oorspronkelijke invul
ling van de herwaarderingstaakstelling - enige terughoudendheid in acht genomen
moeten worden bij het invullen van ontstane vacatures bij de parkeercontroleurs.
2. De parkeercontroleurs zullen, evenals overige onderdelen van de politie, kwartaalgege-
vens opstellen. Deze gegevens kunnen in het periodieke parkeeroverleg besproken
worden en eventueel leiden tot voorstellen tot tussentijdse aanpassingen van het
uitgevoerde controlebeleid c.q. parkeerbeleid. Deze voorstellen zullen via de gebruikelij
ke route aan ons worden voorgelegd.
5
Verlaging onderhoudsbudgetten.
De onderhoudsbudgetten van parkeermeters en parkeerautomaten kunnen als gevolg van
vroegtijdige vervanging voor CPM's verlaagd worden met 20.000,
Vervallen van vervangingsinvesteringen.
In juli 1987 is de taakstelling van de werkgroep verhoogd met nog te dekken kapitaallasten in
verband met vervroegde vervanging van parkeerapparatuur ad 60.000,Het vervangings
schema van apparatuur is dientengevolge ook gewijzigd. Geraamde vervangingsinvesteringen
vervallen en kunnen worden gezien als een besparing c.q. invulling van de taakstelling. Dit is
cijfermatig tot uitdrukking gebracht op blz. 25 van het rapport.
In het kort weergegeven betekent dit het volgende:
1. besparing, direct realiseerbaar door
niet benutte onderhoudsbudgetten van parkeermeters en parkeerautomaten;
wijziging tarieven;
2. besparing, realiseerbaar door inkrimping parkeerdienst D.M.F.;
3. hogere opbrengst parkeergelden;
4. parkeerfonds (vooralsnog geen besparing);
5. besparing als gevolg van wijziging in vervangingsinvesteringen.