A. Uitgangspunten.
4. Om de flexibiliteit in de programmering te bevorderen zal het instellingen worden toegestaan, dat
zij een reserve("buffer") opbouwen (maximaal 25% van het laatstgenoten subsidie), waardoor tegen
vallers in het ene jaar kunnen worden gecompenseerd met meevallers (reserves) uit het andere jaar;
5. Ten einde de continuïteit van de activiteiten tot op een zekere hoogte te garanderen zal het
subsidie in enig jaar aan een instelling die zich op structurele wijze bezighoudt met de program
mering van activiteiten nooit minder zijn dan 75% van het toegekende subsidie in het daaraan
voorafgaande jaar, ervan uitgaande dat deze instelling aangeeft dat zij haar programma van activitei
ten op minimaal het huidige niveau wil voortzetten.
B. Ingediende subsidieverzoeken.
Nr. 761.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 januari 1990 (bijlage nr.
38);
BESLUIT:
voor de partiële aanpassing van het schoolgebouw van de Leeuwarder Schoolvereniging,
Jelsumerstraat 10 in verband met de opheffing van de dislokatie Valkstraat 34 een krediet van
137.000,beschikbaar te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Vaststellen Verdeelbesluit Fonds podiumkunst 1990.
Bijlage nr. 39.
Leeuwarden, 18 januari 1990.
Aan de Gemeenteraad.
Overeenkomstig het gestelde in de Notitie Podiumkunst dienen jaarlijks door middel van een
verdeelbesluit de in het Fonds podiumkunst beschikbare middelen aan de diverse instellingen op het
terrein van de podiumkunst te worden toegekend.
Met uitzondering van de vaste huisvestingslasten van enkele instellingen en het exploitatietekort van
de Stichting Cultureel Centrum "De Harmonie" worden in principe alle subsidies bestemd voor de
uitvoering van podiumactiviteiten ten laste van voornoemd fonds gebracht.
Voorafgaand aan ons voorstel voor het Verdeelbesluit 1990 zal onderstaand worden ingegaan op
de uitgangspunten die gehanteerd zijn voor de toekenning van subsidies ten laste van het Fonds podium
kunst (A), de subsidie-aanvragen (B) en het voorstel voor de toekenning van subsidies (C).
Bij de verdeling van het subsidiebudget zijn de volgende in de Notitie Podiumkunst vervatte uitgangspun
ten gehanteerd:
1. Subsidiëring zal mede afhankelijk zijn van de mate waarin de activiteiten pluriformiteit en spreiding
van het aanbod van podiumkunst in Leeuwarden bewerkstelligen;
2. Ten aanzien van de produktie van niet-traditionele podiumkunst komen slechts kleinschalige,
lokaalgebonden produkties voor subsidiëring in aanmerking.
Gelet op de beperkte gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de produktie van podiumkunst
bedragen de subsidies hiervoor maximaal 10% van het totale jaarbudget van het Fonds podiumkunst
en bedraagt het subsidie per produktie maximaal 3.500,—;
3. Met uitzondering van de openluchtactiviteiten wordt voor de programmering van (een reeks van
minimaal zes) voorstellingen, concerten e.d. een subsidie van maximaal 50% van de begrote kosten
verleend;
Ten aanzien van de beschikbare middelen in het Fonds podiumkunst merken wij op dat ten gevolge
van het in het kader van de Herwaardering 1989-1993 genomen besluit om gefaseerd een bedrag
van 25.000,-- in mindering te brengen op de jaarlijkse storting, thans een bedrag van
239.140,-- beschikbaar is (storting 1990 237.090,-- huidige reserve 2.050,--).
Dit bedrag is in principe toereikend om de bijdragen over 1990 in vergelijking tot 1989 op
nagenoeg hetzelfde niveau te handhaven.
Omdat wij van mening zijn dat een, zij het bescheiden, honorering van twee "nieuwe" initiatieven
mogelijk moet zijn (zie C.3.) hebben wij ervoor gekozen een generale korting van 1% (ten opzichte
van het subsidieniveau 1989) op alle subsidies door te voeren.
Met betrekking tot de subsidiëring van activiteiten in 1990 zijn de diverse instellingen verzocht om