Nr. 19308.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 21 december
1989 (bijlage nr. 5);
gelet op het bepaalde in de artikelen 170 en 228 van de Gemeente
wet;
gelet op de Woningwet;
BESLUIT:
I. gedurende het jaar 1990 ten hoogste tot een bedrag van 30 miljoen
vaste geldleningen aan te trekken ten behoeve van de financiering
voor de woningbouw t.b.v. de woningbouwcorporaties een en ander
conform het gestelde in het "Besluit leningsvoorwaarden lagere
overheid"
II. te bepalen dat voor het jaar 1990 vaste geldleningen mogen worden
verstrekt ten hoogste tot een bedrag van 30 miljoen aan de wo
ningbouwcorporaties voor de financiering van woningbouw en woning
verbetering;
III. te bepalen, dat van elk afzonderlijk door Burgemeester en Wethou
ders ter uitvoering van het gestelde onder I en II te nemen besluit
en van de daarop betrekking hebbende goedkeuring van Gedeputeerde
Staten van Friesland mededeling zal worden gedaan aan de Raad.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Archeologische Monumenten.
Bijlage nr. 6. Leeuwarden, 21 december 1989.
Aan de Gemeenteraad.
Een aantal percelen binnen de gemeente Leeuwarden staat op de lijst van beschermde
archeologische monumenten van de gemeente Leeuwarden door het Rijk ingeschreven per 25 mei 1973.
Bij een onlangs ondernomen toetsing door het Rijk bleek dat een tweetal aldus geregistreerde
terreinen niet de archeologische waarden bezit die bescherming rechtvaardigen. Bij brief van 11 juli 1989
stelde de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur dan ook voor om voor die terreinen die
bescherming op te heffen en ze uit het register van beschermde archeologische monumenten te
schrappen.
Het betreft:
Monument 8, een plaats onder Hempens, Zuiderburen, met de coördinaten WO 185.040,
ZN 576.260, kadastrale aanduiding gemeente Huizum, sectie H, nummer 209.
Monument 9, een plaats onder Lekkum, Miedweg, Bullepolder, met de coördinaten WO 185.040,
ZN 581.590, kadastrale aanduiding gemeente Leeuwarden, sectie H, nummers 387 en 909.
Nauwkeurige inspecties en grondboringen door de Oudheidkundige Dienst (het voormalige ROB) te
Amersfoort hebben geen sporen van vroege bewoning opgeleverd, terwijl ook de archeologische afdeling
van het Fries Museum geen enkele aanwijzing heeft dat het gaat om door mensen opgeworpen terpen.
Het moet hier gaan om natuurlijke verhevenheden, waardoor cultuurhistorische bescherming irrelevant
is.
Onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting U in
haar vergadering van 23 november 1989 geadviseerd heeft met ons voorstel in te stemmen, stellen wij
U voor de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur te adviseren om voor de genoemde
terreinen de bescherming op te heffen en ze uit de ter zake doende registers te schrappen.
Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mw. ir. JA. Lantermans, Secretaris.