Nr. 1487.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 8 februari 1990 (bijlage
nr. 51);
BESLUIT:
vast te stellen de Verordening, regelende het toekennen van een presentiegeld aan de leden
van de stembureaus voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, van de Provinciale Staten, van de Gemeenteraad, van het Europees Parlement
en van andere vertegenwoordigende lichamen.
Artikel 1.
Aan de leden en de plaatsvervangende leden van de stembureaus voor de verkiezing van de
leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de Provinciale Staten, van de
Gemeenteraad, van het Europees Parlement en van andere vertegenwoordigende lichamen wordt
een presentiegeld toegekend.
Artikel 2.
Het presentiegeld bedraagt voor elk lid en voor elk plaatsvervangend lid van een stembureau
75,per zitting.
Artikel 3.
Deze verordening treedt in werking op 1 maart 1990.
Op dat tijdstip vervalt de verordening, regelende de toekenning van een presentiegeld aan de
leden van de stembureaus voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, van de Provinciale Staten, van de Gemeenteraad en van andere
vertegenwoordigende lichamen, welke verordening is vastgesteld bij besluit van de Raad d.d.
30 januari 1967.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Onttrekken aan het openbaar verkeer van een westelijk gedeelte van de Einstein-
weg; verkoop van dit weggedeelte c.a. aan FIB Industriële Bedrijven BV,
gevestigd te Leeuwarden.
Bijlage no. 52 Leeuwarden, 8 februari 1990.
Aan de Gemeenteraad.
Wij hebben met FIB Industriële Bedrijven BV, gevestigd alhier,
overeenstemming bereikt over de verkoop aan haar van een westelijk gedeelte van
de Einsteinweg c.a. (gedeelte ten westen van de Archimedesweg)zulks ten einde
dit weggedeelte af te sluiten en bij haar aangrenzende eigendommen te voegen. De
BV denkt op deze wijze een beter overzicht te verkrijgen en diefstal en ver
nielingen te kunnen voorkomen.
Aangezien het bedoelde gedeelte van de Einsteinweg een openbaar karakter
heeft, zal dit weggedeelte, alvorens tot eigendomsoverdracht wordt overgegaan,
overeenkomstig de daarvoor in de Wegenwet omschreven procedure aan het openbaar
verkeer moeten worden onttrokken. Ons voornemen tot het doen van een voorstel
tot het onttrekken aan het openbaar verkeer van dit weggedeelte hebben wij op
12 januari 1990 door middel van opneming in een tweetal dagbladen en door
aanplakking op het gemeentelijk publikatiebord alsmede op/bij het weggedeelte,
aan belanghebbenden ter kennis gebracht. Daarbij is medegedeeld, dat bezwaren
tegen het opheffen van de openbaarheid tot uiterlijk 1 februari 1990 schrif
telijk bij U kunnen worden ingediend. Van deze gelegenheid is binnen de gestelde
termijn géén gebruik gemaakt, zodat mag worden aangenomen dat door de
onttrekking geen belangen van derden worden aangetast. In dit verband zij nog
opgemerkt, dat de bedrijven van de genoemde BV in feite de enige gebruikers van
het weggedeelte zijn.
Ten aanzien van de prijs waartegen en de voorwaarden waaronder de verkoop
kan plaatsvinden, mogen wij U kortheidshalve verwijzen naar het hierbijgevoegde
ontwerp-besluitHet aan het openbaar verkeer te onttrekken c.q. te verkopen
weggedeelte is op de ter inzage gelegde tekening met een rode omlijning indica
tief aangegeven.
Als gevolg van één en ander dient de tussen de gemeente en de NV Nederlandse
Spoorwegen op 26 mei 1970 gesloten overeenkomst met betrekking tot de stamlijn
naar en op het industriegebied "Schenkenschans" te worden gewijzigd. De langs
het bedoelde weggedeelte liggende stamlijn zal namelijk door de genoemde BV van
de NS worden overgenomen.
Het instemmende advies van de Commissie voor Openbare Werken en Milieu van
21 november 1988 is mede ter inzage gelegd.
Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging te besluiten
overeenkomstig de hierna afgedrukte ontwerp-besluiten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.