Verordening geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen Leeuwarden 1990 Artikel 3. Subsidietoekenning. 3.1. Burgemeester en Wethouders kennen de bijdrage uit 's Rijks kas toe onder gelijke voorwaarden en bepalingen als genoemd in de rijksregeling, met inachtneming van het door de Raad vastgestelde beleid. 3.2. Burgemeester en Wethouders kennen de bijdrage slechts toe voor zover er op grond van artikel 2.1. voldoende budget beschikbaar is. Artikel 4. Indiening aanvraag. 4.1. De aanvraag om toekenning voor een bijdrage wordt op een door Burgemeester en Wethouders beschikbaar te stellen for mulier ingediend met overlegging van door Burgemeester en Wethouders nader aan te geven stukken. 4.2. Aanvragen van particuliere verhuurders voor een bijdrage worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld. 4.3. Burgemeester en Wethouders verklaren de indiener van een aanvraag welke niet aan de krachtens lid 1 gestelde voor waarden voldoet niet-ontvankelijk. 4.4. De aanvraag dient uiterlijk op een door Burgemeester en Wet houders nader te bepalen datum te worden ingediend. 4.5. De aanvrager ontvangt uiterlijk binnen twee maanden bericht of hij al dan niet voor subsidie in aanmerking komt. Artikel 5. Subsidie-uitsluiting. De bijdrage wordt niet toegekend indien: 5.1. de voorzieningen niet sober of doelmatig worden uitgevoerd; 5.2. de geraamde kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden in een redelijke verhouding te staan tot het te be reiken resultaat; 5.3. met het treffen van voorzieningen wordt begonnen voordat: - de aanvrager een bericht van toekenning heeft ontvangen; en het plan van uitvoering is goedgekeurd; 5.4. met bewoners geen overleg is gevoerd over het verbeterplan en de gevolgen voor de huurprijs; 5.5. naast het ingediende plan een andere subsidie-aanvraag met betrekking tot dezelfde woning is ingediend en Burgemeester en Wethouders geen toestemming voor stapeling van de subsi dies hebben verleend; 5.6. met het treffen van de voorzieningen het belang van de volkshuisvesting niet of niet in voldoende mate wordt ge diend 2 Verordening geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen Leeuwarden 1990 5.7. de aanvrager op andere wijze niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in de rijksregeling, deze verordening en de uitvoe- ringsregels, vastgesteld op grond van artikel 9 van deze verordening. Artikel 6. Subsidie-terugvordering. 6.1. Ingeval het verlenen van financiële steun betrekking heeft op particuliere huurwoningen zijn de volgende aanvullende voorschriften van toepassing: a. de woning (bij meerdere woningen wordt voor woning gele zen: woningen) zal niet dan na toestemming van Burge meester en Wethouders worden gesloopt, anders worden gebruikt dan als huurwoning of in haar geheel in kamers worden verhuurd; b. de woning zal niet dan na toestemming van Burgemeester en Wethouders worden gesplitst in appartementsrechten als bedoeld in artikel 875a van het Burgerlijk Wetboek; c. de huurprijs van de woning zal na het treffen van de voorzieningen niet dan na toestemming van Burgemeester en Wethouders verhoogd worden, anders dan met de jaar lijkse trendmatige huurverhoging of, indien van toepas sing, de jaarlijkse huurharmonisatie d. de woning zal naar genoegen van Burgemeester en Wethou ders worden onderhouden; e. bij overtreding van het bepaalde in sub a, b en c alsme de van de voorwaarden als bedoeld in sub d zullen Burge meester en Wethouders bevoegd zijn de verleende gelde lijke steun terug te vorderen, met dien verstande dat in het eerste jaar na de uitbetaling van de geldelijke steun 50% van de verleende geldelijke steun teruggevor derd zal worden; daarna wordt een jaarlijkse verminde ring volgens onderstaande tabel toegepast: Terugvordering in procenten in het eerste jaar 50 in het tweede jaar 45 in het derde jaar 40 in het vierde jaar 35 in het vijfde jaar 30 in het zesde jaar 25 in het zevende jaar 20 in het achtste jaar 15 in het negende jaar 10 in het tiende jaar 5 xx 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 95