5. herwaardering van de bestuurlijke mogelijkheden op lokaal niveau ontkokering, deregulering en decentralisatie zullen moeten bijdragen aan een grotere slagkracht van het lokale bestuur; effectiviteit van handelen is daar het grootst door de nauwe voeling met zich voordoende problemen; nadere studie zal worden verricht naar het instellen van een consultatief referendum en het raad plegen van burgers middels een gemeentepanel. 5. WERKWIJZE 5.1. Gezamenlijke krachtsinspanning In de door de rijksoverheid gekozen optiek vervult de gemeente een centrale rol in het beleid met betrekking tot de sociale vernieuwing. Dit beleid kan echter alleen een kans van slagen hebben wanneer de gemeente over de benodigde middelen voor sociale vernieuwing beschikt. Naast de inzet van eigen gemeentelijke budgetten, zal daarbij een beroep worden gedaan op middelen op de rijksbegroting. Organisatie en uitvoering van het vernieuwingsbeleid zal niet kunnen zonder participatie van maat schappelijke organisaties. Daarom zal het beleid in eerste instantie gericht zijn op het organiseren van een netwerk van gemeente en betrokken maatschappelijke organisaties. Dit zal er tevens toe kunnen leiden dat met nader te onderscheiden werksoorten op plaatselijk niveau convenanten worden afgesloten (schoolbesturen voor bijzonder onderwijs, regionaal bestuur arbeidsvoorziening, steunfunctie-organisaties). 5.2. Gedifferentieerde benadering 5-2.1. Plan van Aanpak vanuit verschillende invalshoeken Uitgangspunt bij het sociale vernieuwingsbeleid in Leeuwarden is, dat binnen de bestaande beleids kaders en organisatiemodellen aan het vernieuwen van sociale en culturele structuren gewerkt wordt. Naast korte termijn actieplannen en projecten die ter hand worden genomen, zal het beleid met een meerjaren-perspectief neergelegd worden in een Plan van Aanpak Sociale Vernieuwing en een daaraan gekoppeld Uitvoerings-programma. 5.2.1. Meer-sporen beleid Bij deze planontwikkkeling kan afhankelijk van de zich voordoende problematiek voor een ter ritoriale of een categoriale benadering gekozen worden. Waar mogelijk wordt een decentrale werkuitvoering gehanteerd. Dit sluit niet uit dat voor bepaalde problemen b.v. om redenen van efficiency of effectiviteit aan een stedelijke invalshoek de voorkeur wordt gegeven. Een categoriale invalshoek is van belang daar waar doelgroepen die in het gemeentelijke beleid prioriteit hebben gekregen (vrouwen, etnische groepen, jongeren, ouderen, gehandicapten) bij zondere aandacht verdienen. Het beleid is en blijft er op gericht aan algemene voorzieningen de voorkeur te geven boven speci fieke voorzieningen. 5 5-2.2- Wijkplannen Een integrale en specifieke benadering vraagt om ruimte voor een eigen wijk- en buurtgebonden en samenhangende aanpak. Naast een convenant met het rijk kunnen afspraken worden vastgelegd tussen gemeente, particulier initiatief, bedrijven, arbeidsvoorziening, scholen, welzijnsvoorzieningen, politie en bewonersorganisaties. Afhankelijk van doel, middel en omstandigheden zullen er coalities gevormd worden voor kortere en langere tijd. Dit geheel vindt zijn vertaling in wijkplannen. Bij de totstandkoming van bedoelde wijkplannen zal prioriteit worden gegeven aan gebieden waarin zich naar verhouding de meeste achterstand voordoet, zoals blijkend uit een cumulatie van proble men. 5.3. Communicatie Het begrip sociale vernieuwing richt zich op het tot stand brengen van een nieuwe sociale dyna miek in de samenleving. Een dergelijk politiek concept laat zich niet zondermeer in voor iedereen aanspreekbare termen vertalen. Dit roept op tot waakzaamheid voor hooggespannen verwachtingen. Nochtans zijn optimisme en enthousiasme absolute voorwaarden voor succes bij het sociale ver nieuwingsbeleid. Alle betrokken participanten zullen van het begin af aan intensief betrokken moeten worden bij de ontwikkelingen waarop zij op reele wijze invloed uit kunnen oefenen. De Vertaling' van deze processen naar het publiek in de vorm van een weloverwogen voorlichtingsbeleid is daarbij van groot belang. 6. BELEIDSVOORNEMENS GEMEENTE LEEUWARDEN 6.1. Arbeid, scholing en inkomen 1. De kern van een programma voor sociale vernieuwing moet bestaan uit het vergroten van toe gang tot de arbeidsmarkt voor kansarmen. In het regeerakkoord is dit aangeduid als activerend arbeidsmarktbeleid. Het gaat daarbij om de volgende twee elementen: - intensivering van de herorientatiegesprekken met de langdurig werklozen door versterkte inzet van de nieuwe arbeidsvoorziening - introductie van de gemeentelijke arbeidspools Dit zal op lokaal niveau gestalte krijgen in samenspraak tussen sociale dienst, arbeidsvoorziening en welzijns- en onderwijsinstellingen. Ten aanzien van de uitgangspunten en werkwijze van de banenpools in Leeuwarden bestaat reeds een uitgewerkte planopzet, waarover u middels een afzonderlijk stuk bent geïnformeerd. 2. Het in gang gezette gemeentelijke minimabeleid (project overkreditering, Noodfonds, kwijtschel- dingsbeleid) zal tot een verbetering van de inkomenssituatie van de minima moeten leiden. 3. In de komende beleidsperiode zal onderzocht worden op welke wijze een begin gemaakt kan worden met "contract compliance", waarbij voorwaarden aan bedrijven worden gesteld ten aan zien van hun bijdrage aan de bestrijding van de werkloosheid. 4. In het onderwijs (inclusief volwasseneneducatie) zal nadrukkelijk aandacht worden geschonken aan de verkleining van de onderwijsachterstand van allochtonen, volwassenen en kinderen van ouders met een geringe opleiding en aan meisjes, vrouwen en gehandicapten. 5. In het onderwijs (inclusief volwasseneneducatie) zal de relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt worden verbeterd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 111