verlening van ontslag van de overeenkomstige artikelen
2, 3, 4, 4a respectievelijk 4b bepaalde volgorde worden
afgeweken, met.dien verstande dat, indien de omvang van
de voorgenomen afvloeiing daartoe aanleiding geeft, deze
geschiedt naar een bepaald vooraf vastgesteld en aan be
langhebbenden kenbaar gemaakt plan.
2. Aan het bepaalde in het vorige lid wordt voor zover het
omvangrijke afwijkingen betreft slechts uitvoering gege
ven na overleg met belanghebbenden en na de daarvoor in
aanmerking komende organisaties van onderwijzend perso
neel en de Medezeggenschapsraad dan wel gemeenschappe
lijke Medezeggenschapsraad te hebben gehoord.
3. Indien er sprake van fusie van scholen is, kan het be
voegd gezag na overleg met belanghebbenden en na de
daarvoor in aanmerking komende organisaties van onder
wijzend personeel en de Medezeggenschapsraad dan wel ge
meenschappelijke Medezeggenschapsraad te hebben gehoord
afwijken van het in artikel 4a. derde lid, onder c. be
paalde
Artikel 6 Overgangsbepaling
1. Voor de belanghebbende die op 31 juli 1990 en op 1 au
gustus 1990 aan de school is aangesteld wordt, als tot
op dat moment opgebouwde diensttijd, alleen die dienst
tijd in aanmerking genomen welke reeds bij het bevoegd
gezag bekend is, alsmede de diensttijd welke alsnog bij
het bevoegd gezag wordt opgegeven binnen drie maanden na
de uitnodiging daartoe door het bevoegd gezag.
Artikel 7 Wijziging verordening
Burgemeester en Wethouders leggen elk wijzigingsvoorstel van
deze verordening voor overleg voor aan de daarvoor in aanmer
king komende organisaties van onderwijzend personeel en ter
kennisneming aan de betrokken Medezeggenschapsraad dan wel ge
meenschappelijke Medezeggenschapsraad, alvorens zij dit voor
stel ter vaststelling aan de Gemeenteraad voorleggen.
Artikel 8 Slotbepaling
1. Deze verordening kan worden aangehaald als "afvloeiings
regeling openbaar basis-, speciaal en voortgezet speci
aal onderwijs" en treedt in werking op 1 augustus 1990.
2. Een exemplaar van deze verordening, alsmede een exem
plaar van het eventueel van toepassing zijnde protocol
voor de desbetreffende school, worden aan belanghebben
den uitgereikt. Aan personeelsleden die in dienst treden
worden deze exemplaren tegelijk met het aanstellingsbe
sluit uitgereikt.
10
3. Burgemeester en Wethouders dragen er zorg voor dat een
exemplaar van deze verordening in elke openbare school
voor basis-, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs
steeds op een voor belanghebbenden toegankelijke plaats
ter inzage ligt. Tevens dragen Burgemeester en Wethou
ders er zorg voor dat een exemplaar van het eventueel
van toepassing zijnde protocol voor de desbetreffende
school steeds op een voor belanghebbenden toegankelijke
plaats ter inzage ligt.
II
1. In te trekken de "Verordening betreffende de volgorde
van afvloeiing van het onderwijzend personeel van de
openbare scholen voor basisonderwijs", vastgesteld op
22 september 1985 en laatstelijk gewijzigd op
18 april 1988.
2. In te trekken de "Verordening betreffende de afvloeiing
van het onderwijzend personeel van de openbare scholen
voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs", vastge
steld op 24 juni 1985.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.