Verordening gemeentelijke scholen voor basis- en speciaal onderwijs Artikel 25 1. Voor de benoeming van een directeur stelt het bevoegd gezag een Benoemingsadviescommissie in, welke voor minstens de helft bestaat uit personen die de school vertegenwoordigen. In de Benoemingsadviescommissie zijn in ieder geval vertegen woordigd: het bevoegd gezag en de respectievelijke geledingen van de Medezeggenschapsraad. 2. De Benoemingsadviescommissie doet een voorstel aan het be voegd gezag. 3. Het bevoegd gezag benoemt de directeur, de Medezeggenschaps raad en de inspecteur gehoord. Artikel 26 1. Voor de benoeming van een adjunct-directeur stelt het bevoegd gezag een Benoemingsadviescommissie in. In de Benoemingscommissie is in ieder geval de Medezeggen schapsraad vertegenwoordigd. 2. Het bevoegd gezag benoemt op voorstel van de Benoemingscom missie de adjunct-directeur, de Medezeggenschapsraad gehoord. Artikel 27 Voor de benoeming van een leraar in vaste of tijdelijke dienst wordt een Benoemingsadviescommissie ingesteld. Op voorstel van de Benoemingscommissie benoemt het bevoegd gezag de leraar, de Medezeggenschapsraad gehoord. Artikel 28 Voor de benoeming van een lid van het onderwij s-onder steunend personeel in tijdelijke of vaste dienst wordt een Benoemingsad viescommissie ingesteld. Op voorstel van de Benoemingscommissie, benoemt het bevoegd gezag het lid van het onderwijs-ondersteunend personeel, de Medezeggen schapsraad gehoord. Artikel 29 Het bevoegd gezag ontslaat de directeur, de leraar, de adjunct directeur en het lid van het onderwijs-ondersteunend personeel overeenkomstig de geldende rechtspositionele bepalingen. xx 10 Verordening gemeentelijke scholen voor basis- en speciaal onderwijs Hoofdstuk IV DE LEERLINGEN Artikel 30 1. De toelating van leerlingen tot de basisschool is geregeld in het Toelatingsbesluit WBO. Kinderen, die de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt, worden zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing tot de basisschool toegelaten. 2. De toelating van leerlingen tot een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs is geregeld in de wet. De toelating geschiedt zo snel mogelijk na een besluit van de Commissie van Onderzoek dat plaatsing op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs gewenst is en na de toestem ming van de betrokken ouders of verzorgers. 3. Vanaf de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden kunnen kinderen in het kader van schoolgewenning gedurende ten hoogste 5 dagen tot een basisschool worden toegelaten. De directeur stelt hiervoor in overleg met de teamvergadering en Medezeg genschapsraad nadere regels op. Deze kinderen zijn geen leerlingen in de zin van de wet. Artikel 31 1. Met betrekking tot leerlingen die zich kenmerken door wange drag is de directeur van de school gehouden om in overleg met de ouders of verzorgers van de betrokken leerling en de be trokken leraar te bezien welke maatregelen gericht op verbe tering van het gedrag van de leerling kunnen worden getrof fen. 2. De directeur meldt aan het bevoegd gezag wanneer een leerling zich ondanks de in het eerste lid van dit artikel bedoelde maatregelen en in weerwil van herhaalde vermaningen blijft kenmerken door wangedrag. Het bevoegd gezag zal, gehoord de betrokken ouders of verzor gers en de directeur, hierop besluiten welke maatregelen vervolgens noodzakelijk zijn. 3. Het bevoegd gezag stelt de directeur en de desbetreffende ouders of verzorgers met opgaaf van redenen op de hoogte van hun besluit zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel. Artikel 32 Behoudens het gestelde in artikel 14 van de Leerplichtwet en het gestelde in hoofdstuk 4 van de verordening is het niet toegestaan leerlingen vrijaf te geven of van school te verwijderen zonder 11 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1990 | | pagina 229