Legesverordening
VERGUNNINGEN/ONTHEFFINGEN o.g.v.
DE ALGEMENE POLITIEVERORDENING
LEEUWARDEN (APV)
Artikel 27.
De leges bedragen voor het afgeven van:
a. een ontheffing tot het dempen of afdammen van
een bermsloot, als bedoeld in artikel C 10, lid 1
van de APV 109,
b. een vergunning voor het hebben van een uitrit
naar de weg of te maken of te wijzigen, als
bedoeld in artikel C 10, lid 4, sub b van de APV 55,
c. een vergunning voor het gebruik van de weg, als
bedoeld in artikel C 11, lid 1 sub a en b:
1. voor de plaatsing van terrasmeubilair 55,
2. voor de plaatsing van een of meer containers 156,
d. een vergunning voor het uitsteken, aanbrengen of
hebben van voorwerpen boven een weg, alsmede
voor het spannen van kabels, touw, kettingen of
draden boven de weg, als bedoeld in artikel
C 12, lid 1, sub a en b van de APV 16,
e. een vergunning voor het uitvoeren van bagger-
werken, als bedoeld in artikel C 44 van de APV 109,
f. een ventvergunning als bedoeld in artikel C 50
van de APV, met een geldigheidsduur van:
1. drie maanden 18,
2. zes maanden 38,
3. een jaar 47,
g. een reclamevergunning, als bedoeld in artikel
H 1 van de APV:
1. indien de aanvraag betreft reclame-objecten
kleiner of gelijk aan 2 m2, per reclame
object 78,
met een maximum per aanvraag van 235,
2. indien de aanvraag betreft reclame-objecten
groter dan 2 m2, per reclame-object 156,
met een maximum per aanvraag van 468,
h. een vergunning voor het vellen van een van de
weg af zichtbare houtopstand (kapvergunning)
als bedoeld in artikel H 6 van de APV 16,
22
Legesverordening
LIGPLAATSENVERORDENING FRIESLAND
Artikel 27a.
1. De leges bedragen voor het in behandeling nemen
van een verzoek, tot het verlenen van een
ontheffing/vergunning, als bedoeld in de Ligplaat
senverordening Friesland 127,
2. Indien tijdens de behandeling van een verzoek,
bedoeld in lid 1, de aanvraag wordt ingetrokken,
dan wel de gevraagde ontheffing of vergunning
niet wordt verleend, bestaat aanspraak op terug
gaaf van 50% van de verschuldigde leges.
VRIJSTELLINGEN.
Artikel 28.
De in deze verordening genoemde leges worden, voorzover daar in
niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien,
niet geheven voor:
a. het afgeven van stukken en het verstrekken van inlichtingen,
die ten behoeve van onvermogenden in hun persoonlijk belang op
bewijs van onvermogen worden afgegeven of verstrekt, met inbe
grip van de bewijzen van onvermogen zelf;
b. het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioe
nen, lijfrenten, wachtgelden, loon, bezoldiging of riddersol-
dij
c. het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaar
schriften terzake van plaatselijke belastingen;
d. het aan belanghebbenden uitreiken van beschikkingen of af
schriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevorde
ring, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toe
lage, dan wel verhoging hiervan, betrekking hebbende op enige
gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;
e. het aan belanghebbenden uitreiken van beschikkingen of af
schriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om sub
sidie uit de gemeentekas;
f. het afgeven van beschikkingen of afschriften van beschikkingen
op verzoeken terzake van bijstand ingevolge de Algemene Bij
standswet en andere uitkeringen in het persoonlijk belang van
de uitkeringsgerechtigden.
23