50 van de sociale vernieuwing zijn gereserveerd, een extra uitgave geraamd in het kader van het 1000-banenplan. Project Werving Additionele Plaatsen In het kader van de Banenpool en de Jeugd Werk Garantiewet moeten ruim 800 addi tionele banen worden gevonden bij de overheid en de gepremieerde en gesubsidieerde sector. Er zal een intensieve werving noodzakelijk zijn om alle potentiële plaatsen ook beschikbaar te krijgen voor het 1000-banenplan. Naar verwachting zal het niet haalbaar zijn om alle plaatsen te vinden binnen bestaande instellingen. Daarom moeten er in aan vulling op de actieve werving speciale additionele werkgelegenheidsprojecten worden ontwikkeld bij de gemeente en andere instellingen. Deze activiteiten zullen een zodanige inspanning vragen dat de inzet van extra forma tie noodzakelijk is. Daarnaast zal de ontwikkeling van additionele werkgelegenheids projecten een extra inzet van middelen vragen. Wij stellen voor hiertoe een project wer ving additionele plaatsen te starten. De uitgaven hiervoor zijn opgenomen in het 1000-banenplan. Jeugd Werk Garantiewet Op 1 januari 1992 treedt de Jeugd Werk Garantiewet in werking. Deze wet legt gemeenten de verplichting op om jongeren die er niet in slagen werk te vinden, na een half jaar werkloosheid een werkervaringsplaats aan te bieden. Jongeren zijn verplicht een garantiebaan die hun wordt aangeboden te aanvaarden, waarbij weigering na drie keer kan leiden tot verlies van uitkering. De wet wordt gefaseerd ingevoerd. Bij aanvang van de invoering bestaat de doelgroep uit jongeren van 16 en 17 jaar, alsmede schoolverlaters beneden de 21 jaar, die een half jaar of langer werkloos zijn. De leeftijdscategorie zal elk jaar worden verhoogd, zodat in 1998 alle jongeren beneden de 27 jaar zijn bereikt. De uitvoering van de JWG wordt ondergebracht bij de Stichting Banenpool. Voor het creëren van voldoende garantieplaatsen moeten projecten worden opgezet. In 1995 zul len naar verwachting 500 jongeren een plaats vinden in de JWG. Daar het door het Rijk te ontvangen "koppengeld" niet toereikend is voor de uitvoe ringskosten, zijn in het kader van het 1000-banenplan, middelen gereserveerd als aan vulling op de uitvoeringskosten. Met ingang van 1994 zal de vergoeding van het koppengeld komen te vervallen. Stichting Banenpool Leeuwarden In december 1990 is de Banenpool van start gegaan, met als doel langdurig werklozen betere perspectieven op de arbeidsmarkt te bieden door het opdoen van (betaalde) werk ervaring. Op 1 januari 1992 moeten 175 werklozen zijn geplaatst, oplopend tot 300 op 1 januari 1993. Werkervaringsplaatsen worden gezocht in de collectieve en gesubsidieerde en gepremieerde sector. Verwacht mag worden dat uiteindelijk 100 van de 300 plaatsen bij gemeentelijke diensten gerealiseerd zullen worden. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie 51 Werkgelegenheidsfonds, onderdeel Banenplannen Het onderdeel Banenplannen dient voor het opzetten van projecten voor niet-actieven gericht op de toeleiding naar de arbeidsmarkt. Wij hebben het voornemen om de beschikbare middelen in te zetten voor verlenging van enkele werkervaringsprojecten en voor het opzetten van nieuwe werkervaringsprojecten. Ook zullen wij experimenten in het kader van werkvemieuwing en doelgroepenbeleid stimuleren. Werkgelegenheidsfonds, onderdeel marktsector Het Werkgelegenheidsfonds, onderdeel marktsector, is een effectief instrument om als gemeente activerend en waar nodig ondersteunend te kunnen optreden ten aanzien van de verschillende segmenten van de marktsector. In combinatie met de uitbreiding van de derde fase van het Bedrijvencentrum Leeuwarden en de invulling daarvan en de uitvoering van het zogenaamde Peetproject door het Bedrijvencentrum, zullen naar verwachting de aanvragen voor ondersteuning vanuit dit fonds toenemen. Dit is nu reeds merkbaar. Twee gegadigden voor de derde fase hebben inmiddels vanuit het fonds ondersteuning gekregen in de vorm van een lening c.q. een garantie. Onlangs is een recent onderzoek van Adviesbureau PNO inzake het opzetten, begeleiden en ondersteunen van jonge innovatieve bedrijven afgerond. Een algemene conclusie is dat dergelijke bedrijven de randvoorwaarden geboden moeten worden, zowel in de management- als in de financiële sfeer, om niet alleen de eerste periode door te komen, maar ook om betere kansen te krijgen op daadwerkelijke conti nuering van het bedrijf. De gemeente zal hieraan samen met het Bedrijvencentrum en andere instanties (NOM, provincie) invulling moeten geven. Het Werkgelegen heidsfonds is daarvoor een geëigend instrument. Promotie en acquisitie Het beleid op het gebied van economische promotie en acquisitie is binnen het totale gemeentelijke beleid stevig verankerd en wordt verder ontwikkeld in combinatie met de uitvoering van het Investeringsplan Economische Voorzieningen en de uitwerking van de Knooppuntstatus. Met de provincie en de grotere Friese gemeenten wordt sinds begin 1991 samengewerkt bij het bezoeken van grootschalige (internationale beurzen. Deze samenwerking zal het komende jaar worden voortgezet. Tevens wordt de versterking van de band met het bestaande bedrijfsleven krachtig ter hand genomen, onder meer door een uitbreiding van bedrijfsbezoeken. Met de verschil lende ondernemersverenigingen en vertegenwoordigende instanties vindt geregeld over leg plaats. Stichting Bedrijfsgebouwen Leeuwarden (SBL) De SBL heeft de eerste hal volgens het door haar ontwikkelde tum-key-concept ver huurd aan het Leeuwarder bedrijf Thomassen Drijver-Verblifa. Deze activiteiten zul len in 1992 verder ontwikkeld worden. Ook voor wat betreft andere activiteiten in het kader van de werkgelegenheidsbevordering is de SBL aanspreekbaar. Het afgelopen jaar Beleidsvoornemens per hoofdfunctie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 113