64 Water Bij het verstrekken van lozingsvergunningen ligt de nadruk op vermindering van de verontreiniging en op de bescherming van het rioolstelsel. Ten einde een beter inzicht in de kwaliteit van de riolering te krijgen, is het noodzake lijk dat de basis-rioleringsplannen worden geactualiseerd (wettelijke verplichting). Daarnaast zal in deze beleidsperiode een aanvang worden gemaakt met de uitvoering van dit plan, onder andere door een vergroting van de overpompcapaciteit en van de bergingsmogelijkheid en het aanleggen van verbeterde gemengde, c.q. gescheiden riool stelsels. Lucht In het algemeen is de invloed van het gemeentelijk milieubeleid op de luchtkwaliteit gering. De luchtkwaliteit wordt primair veroorzaakt door emissies op bovengemeente- lijk niveau. Lokaal zijn stationaire bronnen, zoals emissies van stookinstallaties en bedrijven, alsmede de uitstoot van stoffen door het wegverkeer van belang. Het beleid is erop gericht inzicht te verkrijgen in de luchtkwaliteit op lokaal niveau. Ten einde de emissies naar de lucht te verminderen, zal een actief energie-besparingsbeleid gevoerd moeten worden. Bij vergunningverlening zullen eisen gesteld worden ten aanzien van stankoverlast. De landelijk geldende emissies voor koolwaterstoffen zullen direct gevolgd worden. Tevens zal alleen overdekte drijfmestopslag geaccepteerd worden. Externe veiligheid Ten gevolge van de produktie, het vervoer en de (tijdelijke) opslag van explosieve, brandbare, giftige of radio-actieve stoffen, kan door het ongewenst vrijkomen van grote hoeveelheden van deze stoffen een acute veiligheidsdreiging voor de omgeving ont staan. Een dergelijk risico kan zich zowel voordoen bij stationaire als mobiele bronnen. Ten aanzien van stationaire bronnen zal onderzocht worden, welke bedrijven risico's kunnen veroorzaken. Bij de mobiele bronnen moet met name gedacht worden aan het transport van gevaarlijke stoffen. In deze beleidsperiode zal onderzoek verricht worden naar de vervoerstroom van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en het water. Tevens zal het landelijk beleid bij bluswerkzaamheden gevolgd worden. Afvalstoffen Aan het terugdringen en hergebruik van afval wordt de hoogste prioriteit gegeven. In het kader van de Milieunota is een aantal voorstellen gedaan om het afvalstoffenbeleid te intensiveren. Milieuvoorlichting Om het gemeentelijk milieubeleid naar buiten toe gestalte te kunnen geven, is voor lichting onontbeerlijk. In 1991 is een milieuvoorlichtingsplan opgesteld. Tevens wordt onderzocht of het wenselijk is een centraal klachten- en informatiepunt op te richten. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie 65 Het plan is gericht op het verkrijgen van een structurele en planmatige aanpak van milieuvoorlichting en levert een bijdrage tot het verbreden van het draagvlak voor het gemeentelijk milieubeleid. Bovendien zal aandacht worden besteed aan de relatie tussen milieuvoorlichting en milieu-educatie. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 120