36 bedrijfsleven heeft daarop ingespeeld met nieuwe winkelformules en met grootschaliger concepten. De kleine supermarkten in wijk- /buurtwinkelcentra kwamen en komen daardoor onder spanning te staan en de druk op het creëren van perifere detailhandelsmogelijk heden is sterk toegenomen. Ons streven is erop gericht een zo goed mogelijk gespreide voorzie ningenstructuur in de dagelijkse goederensector te hebben. Op basis van dit streven en rekening houdend met diverse ontwikkelingen, zullen bij de actualisering van de distributie-planologische beleidslijn meer expliciete keuzen moeten worden gemaakt ten aanzien van de instandhouding/stimulering van winkelcentra, dan in de vigerende beleidslijn is gedaan. Op het terrein van de perifere vestigingen wordt er vanuit de aanbodzijde grote druk op de lokale overheden uitgeoefend ruime winkelformules toe te laten. In de vigerende beleidslijn is de mogelijkheid tot vestiging in de periferie aanwezig voor branches met een volumineus assortiment. Verbreding van het assortiment in de periferie past niet in de beleidslijn, hetgeen aan de hand van concrete aanvragen door U het afgelopen jaar nog eens is onderstreept. Wij zijn niet voornemens om deze beleidslijn inhoudelijk te wijzigen. Wel zal nader onder de loep moeten worden genomen de omvang waarin en de lokaties waarop het volumineus pakket kan worden toegestaan. Dit begint meer en meer te spelen vanwege de voorkeur die Leeuwarden bij de ondernemers heeft voor de lokatie van grootschalige vestigingen binnen de provincie. Zowel het draagvlak dat Leeuwarden zelf biedt als de evidente centrumpositie voor de regio maakt Leeuwarden aantrekkelijk als plaats voor detailhandel. Bij "verruiming van het perifere beleid" is het van wezenlijk belang de invloed op de bestaande winkelgebieden in te calculeren. De werkgroep zal naar verwachting nog in 1991 de actualisering van de distributie-planologische beleidslijn kunnen afronden. Zo spoedig mogelijk daarna zullen wij onze voorstellen aan U voorleggen. Functie 320. Uitgifte bedrijfsterreinen Ook in de afgelopen periode (mei 1989 - mei 1990) heeft de uitgifte van het bedrijventerrein "Hemrik" zich verder voortgezet. In deze periode zijn diverse bouwterreinen verkocht met een oppervlakte van in totaal 0.74 ha. Met een viertal gegadigden voor de vestiging op het bedrijventerrein aan de Newtonweg, gelegen naast de Tijdelijke Opslagplaats voor vervuilde grond (TOP), is het overleg in een gevorderd stadium. Indien al deze transacties worden geëffectueerd, is het terrein voor het grootste gedeelte uitgegeven. 330.02 NV Frigem Begin 1990 is een samenwerkingsverband tot stand gekomen tussen Beleidsplan 1991-1994 2. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie 37 enerzijds de twee dochters van de NV Frigem, te weten de NV Frigem Noord-West en de NV Frigem Zuid-Oost, en anderzijds de NV Gasbedrijf Noord-Oost Friesland en de NV Gasbedrijf Westergo. Dit samenwerkingsverband heeft de vorm gekregen van een naamloze vennootschap, met als naam 'Energie Samenwerking Friesland (NV ESF)'. Met de oprichting van deze vennootschap wordt gestalte gegeven aan de wens van de deelnemende bedrijven om de zelfstandigheid van de thans in Friesland opererende intercommunale energie-distributiebedrijven te continueren en te bevorderen. De NV ESF heeft geen bemoeienis met de operationele uitvoering van taken op het gebied van aanleg/onderhoud van distributienetten en de levering van energie, maar beperkt zijn activiteiten tot beleidsafstemming, gezamenlijke ontwikkeling van nieuwe activiteiten en gezamenlijke ondersteuning van de door de vier deelnemende bedrijven uit te voeren taken. De winstuitkering van de NV Frigem (Noord-West) zal naar verwachting ook in de komende beleidsperiode een positieve ontwikkeling tonen. Verklarende faktoren hierbij zijn onder meer een verwachte toename van het aantal afnemers, de nieuwe inkoop prijsregeling voor gas en elektriciteit, een stringenter investeringsbe leid (beperking groei kapitaallasten) en de vanaf 1990 toegepaste extra afschrijving op de voor de overname van het GEB-Leeuwar- den betaalde goodwill. Overigens is bij de winstraming uitgegaan van het voor 1990 geldende tariefsniveau. Wijzigingen in de tariefstelling - voorbehouden aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders - kunnen uiteraard consequenties hebben voor de thans opgenomen winstprognoses. Mede in relatie tot de toekomstige winstontwikkeling van de NV Frigem is voorts nog van belang dat door de in de NV ESF verenigde bedrijven, aangevuld met de NV PEB, thans plannen worden ontwikkeld voor de wijze waarop de gezamenlijke energie distributiebedrijven in Friesland uitvoering kunnen geven aan de op energiegebied liggende voornemens van het Nationaal Milieu Beleidsplan. Deze samenwerking moet leiden tot een gezamenlijk plan van aanpak gericht op de verwezenlijking van de in het Nationaal Milieu Beleidsplan genoemde milieudoelstellingen voorzo ver deze liggen binnen de invloedssfeer van de Friese energiedistri butiebedrijven. De implementatie van deze aanpak zal naar verwach ting gepaard gaan met aanzienlijke financiële offers die gezamenlijk zullen moeten worden opgebracht door het Rijk (subsidies Ministerie van Economische Zaken), afnemers (opslag op tarieven) en de deelnemende energiebedrijven. Gelet hierop zal bij de uitvoering van de bovenbedoelde plannen, die overigens nog in een pril stadium verkeren, rekening gehouden moeten worden met een vermindering van de toekomstige winstcapaciteit van de Friese energiebedrijven, waaronder de NV Frigem. Dit winstdrukkende effect is nog niet in de in dit beleidsplan opgenomen meerjarenramingen verwerkt. 1991-1994 2. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 30