39 HOOFDFUNCTIE 4. ONDERWIJS Algemeen Op het terrein van het onderwijs is het beleid van de rijksoverheid de laatste jaren in toenemende mate gericht op schaalvergroting, zowel op het bestuurlijke niveau als op het niveau van de scholen. Daarnaast streeft de rijksoverheid naar deregulering en autonomie- vergroting. De schoolbesturen, waaronder de gemeenten, zullen zich daardoor in de komende jaren geconfronteerd zien met een verande ring en uitbreiding van hun taken. In het kader van de verzelfstan diging van scholen voor primair en voortgezet onderwijs is de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen voornemens tot invoering van het zogenaamde Formatie-budgetsysteem (FBS) alsme de tot een systeem van lump sum-bekostiging over te gaan. Invoering van het FBS per 1 augustus 1990, zoals aanvankelijk voorzien, is niet mogelijk gebleken. Operationalisering van het FBS en het nieuwe bekostigingssysteem wordt thans voorzien in het schooljaar 1991-1992. In afwachting van de invoering van het FBS is het aanvankelijk door ons nagestreefde overleg met de vakorganisaties over de vraag of het thans bestaande informele overleg dient te worden geformaliseerd tot een georganiseerd overleg opgeschort. Wij zullen U via de Raadscommissie voor Onderwijs en Samenle vingszaken op de hoogte houden van de ontwikkelingen ter zake. De procedures met betrekking tot de huisvesting zijn wettelijk geregeld en kennen alle één belangrijk aspect, namelijk planning. De rijksoverheid tracht de huisvesting van alle scholen planmatiger dan voorheen te regelen door middel van de Regeling Optimalisering Gebruik Onderwijsgebouwen (ROGO). Deze regeling moet - na onder meer het overzicht Vermeerdering Huisvesting bij het basis- en het speciaal onderwijs en het Schoolhuisvestingsplan (SHP) bij het voortgezet onderwijs - als sluitstuk in de wetgeving ter zake van de huisvesting van scholen worden beschouwd. Kernpunt van ROGO is, dat met inachtneming van de verschillende procedures de diverse soorten onderwijs, zowel openbaar als bijzonder, over en weer van eikaars gebouwen, inclusief de gymnas- tiekaccommodaties, gebruik moeten kunnen maken. Ook het gebruik van onderwijsgebouwen ten behoeve van sociaal-culturele doeleinden maakt onderdeel uit van de regeling. De rijksoverheid streeft ernaar de regeling per 1 januari 1991 van kracht te doen zijn. Invoering betekent voor de gemeente een taakverzwaring met name in de beginfase. De gemeente krijgt ten aanzien van de verdeling en toewijzing van gebouwen en lokalen niet alleen een coördinerende, maar ook een beslissende rol. Momenteel bestaat nog geen inzicht in de financiële en personele gevolgen van de invoering van deze regeling. Beleidsplan 1991-1994 2. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1991 | | pagina 32