42
wording door middel van deskundigheidsbevordering van leerkrach
ten is gedaan en welke activiteiten wij voornemens zijn te continue
ren of aan te vangen om deze deskundigheid verder te bevorderen
en anderzijds op welke wijze wij zullen stimuleren dat deze nieuwe
kennis en vaardigheden worden ingezet om het emancipatieproces
feitelijk inhoud te geven. Hierbij denken wij bijvoorbeeld aan zaken
als keuze van leermiddelen, houding van leerkrachten ten aanzien
van jongens en meisjes en schoolkeuzebegeleiding van leerlingen.
In het activiteitenprogramma zal tevens aangegeven worden op welke
wijze wij invulling willen geven aan het project "Stimulering
positieve actie in het onderwijs" waarvoor wij - zij het na een
gewonnen beroep bij de Raad van State - subsidie hebben verkregen
van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Ten einde met de verworven inzichten tot integratie en toepassing
van rolbewustwording in de onderwijsinhoud te komen (de zoge
naamde implementatie) achten wij het noodzakelijk de aanstelling
van de onderwijs-emancipatiemedewerker (oorspronkelijk voorzien
tot medio 1991) met anderhalf jaar te verlengen tot 1 januari 1993.
Wij stellen U voor uit de ruimte voor nieuw beleid hiervoor
17.000,beschikbaar te stellen.
Functie 420/421: Basisonderwijs
Zoals bekend staan de kleine scholen onder druk. Voortdurend is
sprake van ophoging van de wettelijke normen voor de stichting en
opheffing van scholen c.q. de daaronder liggende geobjectiveerde
criteria.
Gelet op deze ontwikkeling is op landelijk niveau het idee van de
zogenaamde lespuntenscholen ontstaan. Het gaat om scholen die op
verscheidene lokaties lespunten hebben en die met een centrale
directie werken. Verwacht wordt dat dit model leidt tot schaalvoor
delen. Naast een sterk management zullen er ook méér mogelijkhe
den zijn bij invoering van een formatiebudgetsysteem of (op langere
termijn) van lumpsum-bekostiging van de personeelslasten. Het
personeel van een lespuntenschool zou meer mogelijkheden tot ont
plooiing hebben, omdat zo'n school beter kan inspelen op hun speci
fieke wensen en capaciteiten dan een kleine school. Wij volgen deze
ontwikkelingen met belangstelling en zullen de mogelijkheden voor
toepassing in Leeuwarden onderzoeken.
Met ingang van 1 augustus 1990 is de zogeheten 4-jarigenmaatregel
ingetrokken. Wij kunnen ons vinden in de twee hoofdoverwegingen
van de regering om de maatregel in te trekken: enerzijds de
overweging op grond van onderwijskundige belangen, anderzijds het
aangetoonde demotiveringseffect dat deze maatregel teweeg bracht
bij de leerkrachten. Ondanks de vreugde over de intrekking van de
4-jarigenmaatregel moeten wij helaas constateren dat de financiële
gevolgen ervan grotendeels afgewenteld zijn op de formatieregeling
voor grotere scholen. De nieuwe formatietabel valt in het nadeel uit
voor scholen met meer dan 116 leerlingen.
In augustus 1989 is een begin gemaakt met de uitvoering van het
1991-1994
2. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie
43
meerjarenplan voor de scholing en begeleiding voor het openbaar
primair onderwijs. Uit de eerste inventarisatie blijkt dat de aandacht
van de scholen zich de komende jaren vooral richt op zorgbreedte
aspecten. De gemeentelijke prioriteiten (onderwijs-emancipatie,
vredesonderwijs, intercultureel onderwijs etc.) hebben nog nauwe
lijks een plaats gevonden in de meerjarenplanning van scholen. Wij
zullen ons beraden op mogelijkheden om de gemeentelijke prioritei
ten meer aandacht te geven in de meerjarenplanning.
Het onderwijs aan allochtone leerlingen wordt de komende jaren
organisatorisch en inhoudelijk verder versterkt door schoolwerkplan
ontwikkeling, een gerichte werving van leerkrachten en het initiëren
van periodiek overleg tussen OETC-leerkrachten en leerkrachten in
het reguliere onderwijs.
Vanuit de noodzaak ons te bezinnen op de inhoud en omvang van
het extra takenpakket van het GCO zullen wij U medio 1991 een
beleidsnotitie doen voorleggen over de toekomst van de onderwijsbe
geleiding in de gemeente Leeuwarden.
Bijzondere aandacht zal de komende jaren de kwaliteit van het
onderwijs vragen. Als aanzet daartoe volgen alle directies van
openbare basisscholen in een periode van drie jaren de cursus
Onderwijskundig Management. Daarnaast zullen wij de scholen
handreikingen geven om de kwaliteit van het onderwijs in beeld te
brengen en een onderwijsverbeteringsplan op te stellen.
In het afgelopen jaar heeft het gemeentelijk onderwijsvoorrangspro-
ject de koers enigszins verlegd. Op basis van landelijke evaluaties
omtrent de activiteiten, die het meest effect sorteren bij het
bestrijden van onderwijsachterstanden, is gekozen voor een vijftal
aandachtsgebieden (speerpunten) te weten:
1. voorschoolse periode van kinderen (vergroten van opvoedings
mogelijkheden van ouders, versterken van speelzalen);
2. taalontwikkeling (stimuleren van leesbereidheid en taalactive-
"ag);
3. etnische minderheden (Nederlands als tweede taal, intercultu
reel werken);
4. ouderbetrokkenheid (vergroten opvoedingsbewustzijn van
ouders, ouders meer inzicht geven in de betekenis van het
onderwijs);
5. schoolverbetering (kwaliteitsverbetering van het onderwijs via
de principes van de effectieve school).
Het schooljaar 1990-1991 is het laatste jaar van de zogenaamde
WIO-regeling (Werkgelegenheids Impuls Onderwijs). Evenals de
voorgaande schooljaren wordt getracht de in totaal 5 WIO-leerkrach-
ten optimaal in te zetten voor de deelnemende scholen. Te verwach
ten valt dat in verband met de verwachte tekorten aan leerkrachten
in het primair onderwijs er vanuit het Ministerie van Onderwijs en
Wetenschappen geen werkgelegenheidsprojecten zoals de WIO meer
zullen worden gestart.
Vanaf 1 januari 1990 hebben wij in samenwerking met het Gewes
telijk Arbeidsbureau een project gestart voor de duur van een jaar,
1991-1994
2. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie