102
waarin met het historisch stadspatroon als randvoorwaarde, aandacht
wordt gegeven aan de te verbeteren stadsbeelden, ten einde deze tot
een positieve ontwikkeling om te bouwen. In 1990 is hiermee reeds
een aanvang gemaakt in de vorm van het opstellen van een beeld
kwaliteitsplan voor het stedelijk gebied langs de rondweg.
Bestemmingsplannen
Het streven is er, naast het voornemen om te komen tot eenvoudiger
(goedkopere) plannen, op gericht bestemmingsplannen zo globaal en
flexibel mogelijk op te stellen, zodat het aantal te doorlopen
"bijzondere procedures" zoveel mogelijk wordt teruggedrongen.
Jaarlijks wordt het bestemmingsplanwerk bepaald aan de hand van
een prioriteitenlijst. Er wordt naar gestreefd deze prioriteitsstelling
voortaan in de vorm van een meerjarenprogramma aan U voor te
leggen.
In 1990 is een begin gemaakt met onderzoeksactiviteiten en het
ontwikkelen van een visie die moeten leiden tot een nieuw bestem
mingsplan Buitengebied. Van de eerste resultaten zult U dit jaar in
kennis worden gesteld.
Dorpen
Het ruimtelijk beleid voor de Leeuwarder dorpen is gebaseerd op de
Dorpennota uit 1989. Voor de in deze nota aangewezen lokaties voor
woningbouw en bedrijfsvestiging zijn thans bestemmingsplannen in
voorbereiding.
De planontwikkeling voor de uitbreiding ten noorden van Goutum
is gebaseerd op de vorig jaar vastgestelde structuurvisie "Goutum-
noord; een strategische woonlokatie". Het in voorbereiding zijnde
bestemmingsplan voor deze uitbreiding zal najaar 1991 ter vaststel
ling aan U worden voorgelegd.
Bij de opstelling van de bestemmingsplannen voor de dorpen wordt
rekening gehouden met de integratie van wonen en werken. Daarbij
dient nieuwe werkgelegenheid gezocht te worden in kleinschalige,
bij het dorp passende bedrijven.
Functie 820: Woningbouw
Algemeen
Wij streven ernaar om de positie van Leeuwarden als woonstad
verder te versterken. Daarbij blijven wij aandacht schenken aan de
kwaliteitsaspecten binnen de volkshuisvesting. De inmiddels in gang
gezette ontwikkeling en verkoop van vrijesectorkavels verloopt
voorspoedig. Zo zijn de kavels in het nieuwe plan Zonneweide
(Nijlan) nagenoeg alle verkocht.
Zoals bekend wordt thans, behalve aan de uitwerking van kleinere
1991-1994
2. Beleidsvoornemens per hoofdfunctie
103
vrijesectorlokaties, gewerkt aan de ontwikkeling van het plan
Troelstrapark en het plan Goutum-Noord. De nadruk zal daarbij
komen te liggen op de architectonische ontwerpkwaliteiten.
In de komende jaren zal het beheer van de woningvoorraad in
betekenis toenemen. Hiertegenover staat een afnemend belang van
de nieuwbouw. Deze nieuwbouw zal echter in toenemende mate
worden bepaald door een zich thans manifesterende vervangingsbe
hoefte. Deze vervangingsbehoefte lijkt zich te concentreren op de
naoorlogse sector. Om in de nieuwbouwbehoefte (inclusief vervang
ing) en in de realisatie van stadsvernieuwingsknelpunten te kunnen
voorzien, is voor de eerstkomende jaren een door de provincie
beoogde beperking van het contingent zeer ongewenst. Wij zullen
dan ook de nodige initiatieven ontplooien om deze dreigende
ontwikkeling te keren.
Ten einde meer inzicht te krijgen in de kwaliteit van de bestaande
voorraad hebben wij hiernaar een tweetal onderzoeken laten
verrichten. De resultaten hiervan zullen worden neergelegd in de
Nota Voorraadbeleid. Deze nota zal in de loop van 1991 gereed zijn.
In deze nota wordt de aanzet gegeven tot het op het gebied van
voorraadbeheer te voeren beleid voor de komende jaren.
Woningverbetering
In 1990 zijn de uitkomsten bekend geworden van de onderzoeken
naar de kwaliteit van de woningvoorraad in Leeuwarden en de
ontwikkelingen en knelpunten in 9 naoorlogse wijken, door
respectievelijk het Bouwcentrum en de Werkgroep '2duizend. Aan de
hand van de uitkomsten van deze rapportages zal het verbeteringsbe-
leid voor de komende jaren worden geformuleerd. Dit beleid zal
worden geconcretiseerd door middel van de jaarlijkse budgetver
delingsvoorstellen. Los hiervan kan worden gesteld dat, gelet op de
trend, die terug te vinden is in het rijks-Meerjarenprogramma
Stadsvernieuwing 1990-1994, de aan onze gemeente toe te delen
contingenten niet toereikend zullen zijn voor het vervullen van de
werkelijke verbeterbehoefte op middellange termijn. Overigens zou
dit ook het geval zijn geweest indien de contingenten op het oude
niveau zouden worden gehandhaafd. Een bijkomend knelpunt zou
kunnen worden het thans door het Rijk gehanteerde streef gemiddel
de voor subsidies voor naoorlogse woningverbetering. Aangenomen
mag worden dat de gemiddelde investeringen in de naoorlogse
woningen en het daarbij benodigde subsidiebedrag dit gemiddelde
ruimschoots zullen overschrijden. Dit betekent of een onevenredig
zware belasting van de exploitatie van de corporaties, of verbeteren
tegen een te laag kwaliteitsniveau. Derhalve is het van belang dat
het Rijk, naast voldoende aantallen, middelen beschikbaar stelt om
een verbeteringsingreep van voldoende niveau mogelijk te maken.
Zoals bekend is in 1990 in de Rembrandtstraten een begin gemaakt
met een experiment op het gebied van complex-gewijze aanpak van
de woningverbetering. Met dit experiment wordt beoogd particuliere
huurwoningen én eigen woningen binnen één complex tegelijkertijd
te verbeteren. Hiertoe zijn de bewoners van eigen woningen in de
Beleidsplan
1991-1994
2
Beleidsvoornemens per hoofdfunctie