ii
100,—
14
voor elke
500 kW tot 1.000 kW met f 10.000,-
100 kW of deel daarvan méér, met f 100,-
4.14.2
4. 14.3
een inrichting waarin drukhouders worden gebezigd
met samengeperste gassen, ofwel tot vloeistof
verdichte, dan wel in vloeistof opgeloste gassen,
waarvan de inhoud in liters van de gezamenlijke
drukhouders:
300 ltrtot 1.500 ltr.
bedraagt, met
1.500 ltr. tot 12.000 ltr.
bedraagt, met
voor elke 1.000 ltr. of deel daarvan méér met
een inrichting, anders dan bedoeld in onderdeel
4.14.4, waarin brandbare vloeistoffen worden
gebezigd en/of opgeslagen in tanks, vaten e.d.:
a. bovengronds met een gezamenlijke inhoud van:
500 ltr. tot 5.000 ltr. met
5.000 ltr. tot 50.000 ltr. met
50.000 ltr. tot 100.000 ltr. met
voor elke 10.000 ltr. of deel daarvan méér met
f 1.000,—
f 2.000,—
f 500,—
500,-
1.000,-
2.000,
100,-
b. ondergronds met een gezamenlijke inhoud van:
500 ltr. tot 5.000 ltr. met f 500,-
5.000 ltr. tot 50.000 ltr. met f 1.000,-
50.000 ltr. tot 100.000 ltr. met f 2.000,-
voor elke 10.000 ltr. of deel daarvan méér met f 100,-
4.14.4 een inrichting waarin brandbare vloeistoffen worden
gebezigd en/of opgeslagen, waarvan het ontvlammings-
punt, bepaald met het toestel van Abel-Pensky, bij
een druk van 101325 Pa lager is dan 55 0 C, in tanks,
vaten e.d.:
a. bovengronds met een gezamenlijke inhoud van:
50 ltr. tot 500 ltr. met f 100,-
500 ltr. tot 5.000 ltr. met f 1.000,-
5.000 ltr. tot 10.000 ltr. met f 2.500,-
voor elke 1.000 ltr. of deel daarvan méér met f 100,-
b. ondergronds met een gezamenlijke inhoud van:
500 ltr. tot 5.000 ltr. met f 1.000,-
5.000 ltr. tot 50.000 ltr. met f 2.500,-
50.000 ltr. tot 100.000 ltr. met f 5.000,-
voor elke 10.000 ltr. of deel daarvan méér met f 100,-
4. 14.5
een inrichting waar ondergrondse opslag van brandbare
vloeistoffen zowel conform 4.14.3 als 4.14.4
plaatsvindt; in dat geval wordt het tarief berekend
over het totale aantal opgeslagen liters brandbare
vloeistoffen:
500
ltr.
tot
5.000
ltr. met
f
1.000
5.000
ltr.
tot
50.000
ltr. met
f
2. 500
50.000
ltr.
tot
100.000
ltr. met
f
5.000
voor elke
15
10.000 ltr. of deel daarvan méér met
4.14.6 een inrichting waarin stookinstallaties, dan wel
elektrisch verwarmingsapparatuur of ovens, worden
gebezigd met een gezamenlijk (thermisch) vermogen
(op onderwaarde) van:
7 5 kW tot 600 kW met
600 kW tot 2.300 kW met
voor elke 600 kW of deel daarvan méér met
f 750,
f 2.000,-
f 250,-
4.14.7 een inrichting als bedoeld in artikel 1, lid III
en UIA, van het Hinderbesluit met een gezamenlijke
opslag van:
1.000 kg tot 10.000 kg met
10.000 kg tot 100.000 kg met
voor elke 1.000 kg of een deel daarvan méér met
f 1.000,-
f 2.500,-
f 100,-
4.14.8
een inrichting als bedoeld in artikel 1, lid Villa
van het Hinderbesluit met een bedrijfsoppervlakte
van:
100 m2 tot
1.000 m2 tot
5.000 m2 tot
voor elke
1.000 m2 met
5.000 m2 met
50.000 m2 met
1.000 m2 of een deel daarvan méér met
f 500,-
f 1.000,-
f 2.000,-
f 100,-
4. 15
4.15. 1
4. 16
De leges van de aanvraag:
als bedoeld in de onderdelen 4.13 en 4.14 worden
niet geheven voor zover het een bedrag van
te boven gaat.
Voor een vergunning als bedoeld in 4.13.2 en 4.13.3
is de verhoging slechts verschuldigd per toegevoegd
of gewijzigd hinderwetplichtig onderdeel van de
inrichting.
f 25.000,—
4. 17
4.17. 1
4.17.2
4.17.3
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een
vergunning als bedoeld in voorgaande onderdelen 4.13
tot en met 4.16
overeenkomstig artikel 9 Wet algemene bepalingen
milieuhygiëne niet ontvankelijk wordt verklaard,
wordt teruggave van 100% van de geheven leges
verleend;
wordt ingetrokken vóór het moment van bekendmaking
van de beschikking overeenkomstig artikel 31,
tweede lid, Wet algemene bepalingen milieuhygiëne
wordt teruggave van 50% van de geheven leges
verleend;
in zijn geheel wordt geweigerd, vindt teruggave
van 50% van de geheven leges plaats.